Geschiedenis Deel 2

Bouw- en bewoningsgeschiedenis Graaf Florisstraat

door: Frans Hooykaas

Een aanvulling op de bouw- en bewoningsgeschiedenis van de Graaf Florisstraat

Naar aanleiding van mijn verhaal op de website over de bouw- en bewoningsgeschiedenis van de straat werd ik half februari 2008 opgebeld door de heer Reinoud Rijntjes. Hij vertelde mij dat hij hiaten in de geschiedenis van mijn huis kon opvullen. Enkele dagen later kwam hij langs, met een stapel fotoalbums en vertelde mij het volgende.
De fabrikant W.G. (Wim) van Klaveren, die mijn huis (nr. 48) bezat van 1929 tot 1968, was de vader van zijn moeder, Vera van Klaveren. Hij was directeur van Van Klaveren & Zonen, Vernis en Japanlakfabriek. Deze fabriek was eind jaren ’30 gevestigd aan de Schansweg in Overschie, vlak bij de borstelfabriek van J. Van der Burg. Het zou wel eens daardoor kunnen zijn dat deze Van der Burg in de tweede helft van de jaren ’30 naast hem kwam wonen op nr. 46…

Mijn huis in april 1928 (er staan dus al bomen!)

Aan de overkant woonde de aannemer Henk Voormolen, op nr. 43. Deze had drie zonen. De familie Voormolen heeft Henk Rijntjes, die op 14-jarige leeftijd alleen was komen te staan, in hun gezin opgenomen. Henk Rijntjes, die overigens later deel uitmaakte van de leiding van het aannemingsbedrijf, was kennelijk gecharmeerd van zijn overbuurmeisje want hun zoon Reinoud (1945) zat bij mij aan tafel… Hij vertelde mij ook dat de familie Van Klaveren rond 1945 ergens anders is gaan wonen en dat toen de arts Dr. Frenkel het huis heeft gehuurd.

Aan de hand van de telefoonboeken uit die tijd kon ik dit verifiëren. Wim van Klaveren staat tot 1942 vermeld als directeur van de verffabriek; toen is hij waarschijnlijk met pensioen gegaan. Tot en met 1944 wordt hij genoemd als bewoner van nr. 48; daarna ontbreekt in de telefoonboeken ieder spoor. Volgens Reinoud Rijntjes woonde hij toen aan de Claes de Vrieselaan; het is goed mogelijk dat hij toen om privacyredenen een geheim nummer heeft genomen. Wim van Klaveren bleef nog wel de eigenaar van Graaf Florisstraat 48; hij is het huis gaan verhuren.
De fabriek, nu voorheen Van Klaveren & Zonen, komt overigens nog tot 1989 in de telefoonboeken voor.

Het interieur van de woonkamer van de familie Van Klaveren (mijn huis dus…)

Vanaf 1947 wordt de arts Dr. L. Frenkel op nr. 48 vermeld, met zijn echtgenote C.S. Frenkel-Wiener die tandarts was. Beide wonen er tot 1968; in dat jaar verkocht Van Klaveren het huis aan J. Worst, die sinds 1966 ernaast woonde, op nr. 50. Hun dochter, Mej. E. Frenkel, begon in 1957 een praktijk voor heilgymnastiek en massage, in hetzelfde huis. Reinoud Rijntjes herinnert zich nog daar, dus in het geboortehuis van zijn moeder, behandeld te zijn door die dochter. Het is niet duidelijk of alledrie ook hun praktijk uitoefenden in het huis op nr. 48; duidelijk is wel dat de dochter in 1963 met haar praktijk verhuisd is naar nr. 72, een stukje verderop in de straat dus. Ze bleef daar gevestigd tot 1968, waarna ze naar een ander adres in Rotterdam vertrok.

Er mankeert in mijn informatie nog één periode: aan wie of wat heeft J. Worst, die vermeld staat als ‘interieurverzorger’, nummer 48 en nummer 50 verhuurd, tussen 1968 en 1980? Ik houd me aanbevolen voor tips…

Nog iets anders: de in mijn eerdere stuk genoemde adresboeken op huisnummer zijn ook direct te raadplegen op de website van het Gemeentearchief (www.gemeentearchief.rotterdam.nl); dus als je zelf wil napluizen wie er sinds begin jaren ’20 tot 1939 in je huis woonden hoef je de deur niet uit.
Ook staan op die site de zogenaamde pandkaarten, waarop vermeld staat wat er aan vergunningen is aangevraagd vanaf het begin.
Als voorbeeld mijn huis:

  • stichting (de eerste bouwaanvraag), 4 juni 1920
  • verbouwing ten behoeve van het maken van een kelder in het voorgedeelte, 28 februari 1938. (Waarschijnlijk is toen ook centrale verwarming aangelegd; die dateert in ieder geval van voor de oorlog, en de ketel staat daar ook)
  • verbouwing van woning tot woning met praktijk, 20 december 1956 (voor Mej. E. Frenkel?)
  • aanbrengen lichtbak, 4 november 1977 (voor wie of wat?)
  • gedeeltelijke verbouwing van de panden nr. 48 en nr. 50, 18 augustus 1981 (voor het gezinsvervangend tehuis van de Pameijerstichting wat nooit is doorgegaan).

Dit soort informatie kan vaak verhelderend werken en aanwijzingen geven die bruikbaar zijn voor toekomstige verbouwingen; van de genoemde ingrepen of verbouwingen zijn er altijd meer documenten als bouwtekeningen e.d. beschikbaar terwijl de oorspronkelijke tekeningen er niet altijd meer zijn.

Wordt vervolgd…

Frans Hooykaas

Comments are closed.