Cinema Culinair

door • 29 september 2014 • Bewoners, Cinema, Culinair, Kunst

Het mag bekend zijn dat de Graaf Florisstraat een creatieve en ondernemende straat is. Architecten, grafici, tekstschrijvers, filmers, producenten en meer van dat soort lieden vinden hier een woon- en werkplek.

Sinds enige tijd schijnt er een nieuwe ster aan dit firmament van gerespecteerde en gevestigde ambachtslui en creatievelingen: Cinema Culinair. Deze onderneming exploiteert en exploreert een radikaal nieuwe kunstvorm: de culinaire cinematografie ofwel eetfilms.

Cinema Culinair organiseert filmvertoningen waarbij parallel aan de visuele filmervaring de smaakpapillen geprikkeld worden. Tijdens de voorstelling worden er gerechten en drankjes geserveerd, synchroon en gelijk aan wat er in de film gegeten en gedronken wordt. Smakelijk kijken dus en filmisch eten.

TelegraafFloris ging verhaal halen bij één van de twee oprichters van Cinema Culinair, Wies Sanders.

Wie is Wies?

Wies woont sinds 2005 in de straat en is stedenbouwkundige onder de naam Urban Unlimited. Daarnaast is zij directeur van het twee-jaarlijkse Architectuurfilmfestival Rotterdam, AFFR. Ze had al iets met cinema dus.

Hoe is het begonnen?

Cinema Culinair blijkt een heuse Graaf Florisstraatvereniging spin-off. Een half jaar nadat in 2006 de straatvereniging het hoekpandje huurde, ging daar enthusiast een filmclub aan de slag onder de naam Floriscoop. Om het interessant te houden bracht de filmclub de voorstellingen steeds onder een bepaald thema.

Na thema’s als straat, buren, architectuur, Graaf Floris (Floris van Rutger Hauer) werd er een voorstelling met het thema wijn de film Sideways vertoond. In deze film gaan twee vrienden op wijnproeftocht door Californië. De filmclub was stad en land afgereisd om alle in deze film genuttigde wijnen in te kopen. Tijdens de vertoning werden deze steeds op de juiste momenten ingeschoken. Daarnaast kregen de toeschouwers de in de film genuttigde hapjes voorgeschoteld.
Deze avond was een eclatant succes en een in retrospect uniek moment: de conceptie en oeruitvoering van de eet- en drinkfilm. Iedereen die daar bij was (zoals schrijver dezes) kan nu zeggen “die eerste keer, daar was ik bij”.

Daarna volgden meer eetfilms en werd het concept verder doorontwikkeld. Zo volgden er La Grande Bouffe, Estomago, Fish Fall in Love, Lost in Translation en Toast!.
Na elke voorstelling was het enthusiasme in het pandje groot en heerste het gevoel dat dit te leuk was om voor binnen de straat te houden. Wies en Harold gingen de boer op met deze nieuwe zintuiglijke cross-over kunstbeleving.

eetfilm-bird2

Eetfilm bij Bird. Fotograaf Louis Meulstee

Hoe ging het daarna?

Wies vertelt over Bird, de eerste locatie buiten de Graaf Florisstraat waar ze een enthusiaste club-eigenaar en een professionele keuken bereid vonden om een filmvoorstelling en speciale maaltijd in arrangement aan te bieden. Dat liep goed waarna meer voorstellingen volgden met als absolute hoogtepunt twee voorstellingen van La Grande Boeffe, de ultieme eetfilm, met een 20 gangen menu voor 70 man. Tijdens de filmvertoning werd een echte Bugatti naar binnen gereden (met dank aan de Bugatti-club) en gaven twee naakte dames (uit vrije wil voor een vergoeding) act-de-presence conform het filmscript.

Daarna volgden andere locaties zoals nhow hotels in de De Rotterdam op de Wilhelminapier, Tropicana en het Drijvend Paviljoen. Binnenkort beginnen ze ook in Pllek restaurant op NDSM Werf in Amsterdam. Verder zijn ze druk met de voorbereiding van shorts, korte films met een bite geschikt voor festivals als de Parade.
Dit jaar is Cinema Culinair met een schitterend boek gekomen vol met foto’s, recepten en het culinaire script inclusief DVD van de perfecte eetfilm, Estomago.

Drinkfilm in het Drijvende Paviljoen. Fotograaf Louis Meulstee

Drinkfilm in het Drijvende Paviljoen. Fotograaf Louis Meulstee

 

Wat is de ideale eetfilm?

Estômago dus. Er wordt goed in gegeten, op gespreide momenten in de film en er is één type keuken. Idealiter eindigt te film ook met een nagerecht.
Als er teveel eet- en drinkmomenten zijn dan gaat dat ten koste van de filmbeleving. De balans moet goed zijn. Verder moet het een beetje een feel-good film zijn, mensen moeten wel een leuke avond hebben uiteraard.

Wat zijn de leukste aspecten van dit werk?

Hier hoeft Wies niet lang over na te denken: “De blije klanten, de bevrediging die je telkens weer krijgt als het gelukt is. Verder is het mooi om het concept steeds verder te optimaliseren, om het telkens weer vlotter en beter te laten verlopen. Zo stoppen we tegenwoordig bijvoorbeeld kleine markertjes in de film om mensen op de eet- en drinkmomenten te attenderen”. Dit omdat het exact synchroon uitserveren in een grote groep niet haalbaar is.

En het scouten van nieuwe films is leuk werk. Wies heeft nog zo’n 250 kandidaat titels die bekeken moeten worden op geschiktheid. Zodra er een film geschikt lijkt, gaan ze aan de slag om het kookscript te maken. De filmclub Floriscoop en het hoekpandje met keuken fungeren als proeftuin (hoera!). Niet alles is geschikt voor de grotere aanpak. Documentaires over eten zoals we in de Floriscoop filmclub gezien en geproefd hebben houden de aandacht te weinig vast voor een groter publiek.

Drinkfilm in het Drijvende Paviljoen. fotograaf Louis Meulstee

Drinkfilm in het Drijvende Paviljoen. Fotograaf Louis Meulstee

 Wat zijn minder leuke kanten?

Concreet onplezierig is het opruimwerk achteraf als er dan weer zoveel rommel overblijft en er een grote afwas gedaan moet worden. Wies memoreert ook de alcoholdamp die in de zaal achterbleef na Lost In Translation drankfilm in nhow.  Daarnaast is er de gebruikelijke ondernemersstress wanneer er veel voorgefinancierd moet worden zonder dat je zeker weet of het allemaal terugverdiend moet worden.

Wat zijn jullie ambities?

Om het commercieel interessanter te maken en er iets aan over te houden is niet eenvoudig. Erg gaat veel tijd zitten in het organiseren van de voorstellingen en de operatie ervan. Bij eetfilms moet het restaurant meedoen en is er veel personeel en organisatie nodig om alles tijdig uit te serveren. De drinkfilms doen ze in eigen beheer, waarbij vooraf de drankjes uitgedeeld worden, in een mooie doos, en er alleen een geschikte locatie gevonden moet worden. En dan, hoe leuk dit concept ook is, er is heel veel cultureel en culinair aanbod voor een avondje uit. Marketing is dus heel belangrijk. Uiteindelijk willen Wies en Harold zichzelf zo veel mogelijk afzijdig kunnen houden bij de voorstellingen en zich concentreren op de formule en marketing zodat ze zoveel mogelijk voorstellingen kunnen doen.

Wat vrij associerend komen we al snel op wildere ambities zoals een eigen eettbioscoop die optimaal ingericht is op eten, drinken en filmkijken. Of het in eigen beheer maken van de ideale eetfilm! Dat zou eigenlijk best moeten lukken met al het productietalent, de video- en geluidstechnici, regisseurs, acteurs en schrijvers uit onze straat. Ideetje voor een volgend straatproject?

Oh ja, volgende eetfilm in Floriscoop, Hotel Splendide, 7 november

 

 

Gerelateerde artikelen

Comments are closed.