‘Een verdienste van ons allemaal’ –  Philip Kuypers

door • 16 juli 2022 • Buurt en wijk

Over het inzetten van het sociaal kapitaal van onze buurt

In mijn serie over Lokale Helden interview ik steeds weer een andere deelnemer van Huize Middelland, een samenwerkingsverband waar ook onze straatvereniging onderdeel van uitmaakt. Via het verhaal van een individu is dit een zoektocht naar de haarvaten van onze wijk. Dit keer spreek ik Philip Kuypers, één van de initiatiefnemers van de Spoortuin. Ik wil weten hoe die Spoortuin is ontstaan, wat Philip beweegt, waar zijn fascinatie voor ‘groen’ en ‘lokaal’ vandaan komt.

Vanaf mijn huis is het maar een paar minuten lopen naar de Spoortuin, waar ik heb afgesproken met Philip. Bij de rotonde op de Beukelsdijk rechtsaf, richting het spoortunneltje naar de oude ingang van Diergaarde Blijdorp, en dan vlak voor het tunneltje rechtsaf, het hek door. Als ik het pad van de Spoortuin oploop word ik omringd door weelderig groen. Een groene oase te midden van weg, fietspad, spoorbaan, huizen. Een plek van rust in de drukte.

“Storm Erika heeft hier huisgehouden,” zegt Philip bij de ontmoeting als hij mij ziet kijken naar al dat groen. “Er zijn flink wat bomen omgewaaid. Daardoor is er meer licht en zijn weer andere dingen gaan groeien. Zo mooi hoe de natuur dat allemaal zelf regelt.” Achteraf realiseer ik me dat dit een mooie metafoor blijkt van Philips werkwijze en zijn inzet voor onze wijk. Er gebeurt iets onverwachts, iets vervelends, maar dat biedt weer ruimte voor nieuwe kansen. Als je er oog voor hebt, als je het maar ziet. Dan is er een kans dat daar weer iets anders, iets moois uit voortkomt.

Voordat het interview op gang komt, komen zijn vrouw Antoinette en zoon Laurens (19) langs – dochter Livia van 17 is op examenreis. Ze komen koekjes brengen. Nee, niet voor ons. Het is voor Jan, een van de vrijwilligers in de Spoortuin. Jan is vandaag 83 geworden. Jan is zo iemand die tot bloei komt in de Spoortuin. “Voor Jan voelt de Spoortuin als thuis.” Straks meer over Jan en de andere helpers in het groen.

Oog voor de natuur: zien is kennen

Als kind speelde Philip veel in ongeordende ruimte. Heerlijk vond ie dat. Maar hij belandde in stedelijk gebied. Eerst Amsterdam, waar hij en zijn highschool sweetheart Antoinette gingen studeren. Na afronding van hun studie (“Ik ben een mediëvist”) trok het stel naar Parijs, waar zij werkte als journalist voor het AD en hij als fotograaf. Ze trouwden er en kregen er hun eerste kind. Na Parijs volgde Rotterdam. Voor haar werk, voor hem een nieuw avontuur. Ze kwamen te wonen aan de Essenburgsingel.

Tijdens de studietijd had Kuypers een fotocursus gevolgd. Eén van de opdrachten was om je eigen straat te fotograferen. In die levensfase had hij een soort schroom of huiver om een onderwerp zo dichtbij aan te gaan. Betrokkenheid met je eigen buurt, met de directe omgeving, dat is pas later ontstaan. Hoe? “Net als bij iedereen: als je kinderen krijgt, dat is het verschil.”

Door het roken (hij is inmiddels gestopt) en de hond uitlaten heeft Philip oog gekregen voor de omgeving waarin hij woonde, en voor het groen dat daarin te zien was. Maar het ontwikkelen van het oog begon als kind, in de tuin van zijn ouders. Zijn moeder hing een vetbolletje op, er kwam een meesje met een blauw hoofdje op te zitten – heel anders dan de gewone meesjes, leek het wel. Wat was het? “Zien is kennen”, de vogelgids van zijn oma, bood uitkomst: een pimpelmees. Een pimpelmees van een koolmees kunnen onderscheiden; daar begon het. Later ontwikkelde hij interesse in natuur, groen, biologie, duurzaamheid. Een fascinatie voor de rafelranden van de maatschappij heeft hij altijd al gehad. In het werk voor en in de wijk dat Philip nu doet komen al die interesses samen.

Katalysator

In Rotterdam nam Philip zitting in het bestuur van de Speeldernis. Rond diezelfde tijd, in 2009, was er verzet ontstaan vanuit de buurt over het plaatsen van een zendmast. Dat ging niet over de angst van straling, maar over de manier waarop het besluit tot stand was gekomen. De buurt was niet betrokken. Opeens lag er een betonnen fundament. Dit was doorgedrukt door het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK). Er moest een mast komen voor de politie en brandweer. Opstelten zou dat als burgemeester wel even regelen. Eerst was het Heemraadsplein daarvoor bedacht. Dat leek de deelgemeente geen goed idee. Daarom werd het de huidige locatie naast de ingang van de Spoortuin (die er toen nog niet was). Het was de botte manier waarop werd omgegaan met planning, met inspraak en met de feiten waardoor bewoners in verzet kwamen. Er was een groep actieve bewoners met aanvullende kwaliteiten die zich hiertegen verzetten. Ze werden weggezet als ‘boze burgers’. Ergerniswekkend was dat. Philip raakte betrokken; hij deed de pers. En Judith Bokhove, de latere wethouder, deed de woordvoering. De zendmast kwam er toch, het werd doorgedrukt. Maar het had ook iets anders opgeleverd: een sociaal netwerk.

Het was een heel leerzaam traject, waarbij veel ervaring en kennis(sen) werd opgedaan.

“We leerden elkaar kennen en we leerden een vorm van samenwerken: de ene keer heeft de ene meer tijd en energie, dan weer de ander. Bij een probleem had de ene keer die en dan weer een ander kennis over hoe daarmee om te gaan. Dat was ontzettend inspirerend om te zien.” Putten uit de kracht wat de wijk beschikbaar heeft. “Er is zoveel talent en kunde in de mensen om je heen. Als je daarvan kunt aftappen, kom je heel ver.”

Zo werd zijn perspectief of de buurt, op groen, op sociale cohesie aangewakkerd. De katalysator voor actie is vaak iets negatiefs. Maar uit protest en actie kunnen mooie dingen  ontstaan. De katalysator wordt dan: kansen zien en daarvoor gaan, samen met anderen.

Zo begon ProRail in november 2011 bomen om te hakken langs het spoor. Met als argument: zo hebben we beter zicht op het spoor. De mensen die tegenover dat spoor woonden, dachten precies het omgekeerde: die bomen waren juist een natuurlijke wal tegen dat lelijke spoor. Omdat er rondom die zendmast al een actieve groep was met ervaring in het zich laten horen, had de buurt binnen no time door dat een deel van de grond van de gemeente was, en dat er dus op gemeentegrond bomen omgehakt werden. De groep had ook al ervaring met de manier van protest aantekenen. Zo zijn ze in contact gekomen met de deelgemeente en met ProRail. Het eindigde erin dat in 2012 een gebruikscontractje werd getekend waarin niet meer staat dan: ‘De buurt mag het stuk grond beheren. Opzegtermijn van 3 maanden.’ Zo is de Spoortuin ontstaan.

Kwetsbaar proces

Het is daarmee nog niet ‘eind goed, al goed’. Meermaals moest de Spoortuin verdedigd worden. Zo was er die keer dat een ijverige ambtenaar aan de slag was gegaan met het uitmesten van alle oude beheercontracten bij de gemeente. Van stadsontwikkeling kregen ze bij de Spoortuin een brief waarin werd opgedragen ‘Gelieve binnen 3 maanden het terrein te verlaten en in oude staat op te leveren.’ Hoe reageerden ze daar toen op? “Daar hebben we heel hard om gelachen,” is Philips reactie. Maar natuurlijk moest er ook energie worden gestoken in uitgeleggen hoe het zat. Nooit meer iets van gehoord, daarna.

Sindsdien hebben ze nog twee keer mensen langs gehad die geluidsschermen wilden plaatsen. De Spoortuin is het enige stukje HSL-spoor in Nederland waar geen geluidsscherm staat. Dat komt omdat al circa tien jaar voordat de Spoortuin een feit was, de stichting ‘Goed Wonen aan het G.W. Burgerplein’ bezwaar had gemaakt tegen het plaatsen van geluidsschermen langs het spoor tegenover hun huizen. Hun argument was: ‘het is niet nodig’. Het is niet zo dat de treinen daar met 180 km per uur langs razen. Nee, de treinen rijden daar heel langzaam, zo vlak voor aankomst op of na vertrek uit Rotterdam Centraal. Tot aan de Raad van State hebben ze  geprocedeerd en gelijk gekregen. Met dank aan dat initiatief van destijds is er nu geen scherm in de Spoortuin. “Maar je moet er bovenop blijven zitten en telkens weer de  malle molen door om te laten zien dat er al eerdere afspraken liggen. De Spoortuin blijft een kwetsbaar stukje stadsgroen.”

Kansen pakken

Ongeveer gelijktijdig met de Spoortuin, in 2012, ontstond de Pluktuin aan het westelijke deel van de Essenburgsingel, ingeklemd tussen de voetbalvelden en de Educatieve tuin. Ook de Pluktuin heeft zijn wortels in verzet tegen ruimtelijke plannen van de gemeente. In 2008 had de NS een plan om de strook land, dat het in beheer had langs het spoor aan de westkant van de Essenburgsingel, te ontwikkelen. Er moest het langste gebouw van Nederland komen en Humanitas zou het gaan gebruiken. Er kwam veel verzet vanuit de buurt. De deelgemeente vroeg aan de actieve bewoners: doen jullie dan iets moois met de parkeerplaats die er toen lag. Daar is de Pluktuin uit ontstaan.

De NS had ondertussen het beheer van dat gebied losgelaten omdat ze die bouwplannen had. Maar door de economische crisis kwamen die bouwplannen in het slop. Het gebiedje was interessant en mooi (met grazende schapen, tuintjes) maar verrommelde ook (vuilstort, prostitutie, verziekte verhoudingen). In 2013 deed de gemeente de aanzegging aan NS er iets mee te doen. Toen kwamen die bouwplannen weer boven water. De Spoortuin, Pluktuin en IedersTuin hebben toen de handen ineen geslagen. Samen hebben ze gekeken of er nog andere mogelijkheden waren met het gebied dan bebouwen.

Al snel bleek dat NS en gemeente al heel ver waren in hun gesprekken, het project liep al. Vanuit hun perspectief kwamen mensen uit de buurt ‘lastig doen’. Maar de buurt wilde betrokken worden en had vragen over democratische afweging over het besluit. Waarop was de gedachte gebaseerd dat je hier wilt bouwen? Al snel bleek dat er geen politiek besluit aan ten grondslag lag, anders dan dat een ambtenaar van stadsontwikkeling het stuk land ooit had aangemerkt als ‘potentieel bouwterrein’. En na een paraaf door de gemeenteraad was het daarmee opeens een mogelijke ontwikkellocatie. Maar waren er andere alternatieven bekeken? Was ooit de optie ‘groen’ onderzocht? Dat bleek niet het geval. En voor de optie groen hadden de bewoners een sterke case, want het gebied was al groen geworden in de loop der tijd. “Je hoefde er eigenlijk alleen het hek open te zetten en de boel een beetje op te ruimen en je had al een park,” aldus Philip.

Essenburgpark

Oplossing voor het waterprobleem

De bewoners hadden een informatieachterstand ten opzichte van de gemeente en NS, maar kregen steun van diverse politieke groeperingen. Het kantelpunt kwam toen de initiatiefnemers contact zochten met het Hoogheemraadschap ‘Wat zouden jullie kunnen doen met het terrein?’, was de vraag die ze hen stelden. Het Hoogheemraadschap zag er een gouden kans in om het gebied te gebruiken als waterberging. Dat is een groot probleem in onze wijk, zoals op zoveel plekken in Nederland. Er komt tot wel 25% meer regen door klimaatverandering en we hebben steeds vaker te maken met zomerse stortbuien. Het Hoogheemraadschap zag veel potentie in het gebied om de waterproblemen in Rotterdam Centrum en West aan te pakken, en zo ging de zaak verschuiven.

De gemeente ging meer druk uitoefenen op NS om rekening te houden met de wensen van bewoners. NS heeft toen de grond gesaneerd, het gif weggehaald, de huisjes weggehaald en de bomen laten staan – dat laatste was heel belangrijk en voelde als een overwinning. In 2018 gaf de NS de strijd op: teveel gedoe en gezeur met die bewoners. ‘Jullie mogen het hebben,’ was de uitkomst. De gemeente had ondertussen al geld klaar liggen en kocht voor €1 mln een stuk van 7 hectare grond van de NS. Vervolgens is er nog €0,5 mln besteed door het Hoogheemraadschap om de waterberging te maken. En CityLab droeg nog wat bij aan inrichtingsgeld. Al met al zijn dit hele lage bedragen voor een heel park!

Hoe het proces vervolgens verliep is een nieuwe manier van omgang tussen overheid en bewoners. Het is niet makkelijk, het is zoeken en puzzelen en uitvinden, maar het is zeker de moeite waard. Kuypers: “De gemeente kwam naar ons toe en zei: ‘zeg maar wat jullie willen hebben in dat park van jullie, dan gaan onze landschapsarchitecten er mee aan de slag.’ Maar wij wilden het anders aanpakken en zeiden: ‘Nee, wij maken een plan en dan zeggen jullie wel wat er niet goed aan is.’ Ze hadden al meerdere bewonerssessies gehad en berekeningen gedaan over de benodigde hoeveelheid water. Op basis van die ideeën maakten Catherine Visser, een van de initiatiefnemers uit de buurt en landschapsarchitect, een uitgewerkte schetskaart, een beeld. Met de drie partijen – gemeente, buurt, hoogheemraadschap – zijn ze met die kaart in de hand door het gebied gaan lopen en keken werkende weg wat er nodig was. Zo zijn de contouren van het water ‘uitgepaald’: ter plekke werd bepaald waar precies het water zou komen en gingen de palen de grond in. Op basis daarvan is de aannemer aan de slag gegaan met graven en zijn veen en aarde weggehaald. Het uitgegraven gebied is uit zichzelf volgelopen met water. Onder normale omstandigheden werkt dit gebied als een spons, het houdt het water vast. Maar als er echt zo’n stortbui komt zoals vorig jaar in Limburg, België en Duitsland, dan gaat het sluisje open – onder de oude spoorbrug van 1847 – om water uit de Essenburgsingel het park in te laten stromen, zodat er minder kans is op vollopende kelders of erger in onze buurt.

Andere manier van werken

Philip heeft ons zojuist de wordingsgeschiedenis van het Essenburgpark uit de doeken gedaan, een park met functie van recreatie en van waterberging. Hij is duidelijk trots op het resultaat én op de manier van totstandkoming. Hoe kijkt hij daarop terug? En hoe denkt hij dat de gemeente er naar kijkt? “Ik denk dat gemeente achteraf er wel blij mee is. Veel ambtenaren zijn enthousiast geworden hieraan mee te werken. Het gaat niet vanzelf maar samen hebben we een andere manier van werken en praten ontwikkeld.” Het proces waarmee het gebied is ontwikkeld wordt doorgezet. Een paar keer per jaar kijken bewoners, gemeente en hoogheemraadschap samen hoe het ervoor staat. “Wij hoeven niet de beschikking te hebben over het geld, dat is de rol van de gemeente.” Wel staat in de beheerafspraken dat ze gedrieën afspraken maken over hoe het geld ingezet gaat worden. Dit is ingewikkeld voor de gemeente, want geld moet virtueel apart gezet worden. En het is ook vaak lastig om de uitvoerende tak van de gemeente het werk te laten doen dat is afgesproken. Gemeentelijke beheerders die dit werk al heel lang doen hebben veel kennis en ervaring, maar vinden het lastig om op een andere manier te werken en doen het liever op hun eigen manier. Ook zijn er capaciteitsproblemen bij de gemeente, waardoor de bewoners te maken krijgen met veel wisselende ambtenaren. Philip constateert: “Kennis van de afspraken verdwijnt, je moet het elke keer weer opnieuw uitleggen. Het geheugen en het archief ligt in de wijk, is niet meer op orde binnen de overheid.” Ik vrees dat dit een probleem is dat onze wijk overstijgt.

Sociaal beheer

Philip wil nog een ander aspect benadrukken van de Spoortuin, het Essenburgpark en al die andere groene initiatieven waar een (buurt)gemeenschap het beheer voert. Het zijn plekken waar mensen die kortere of langere tijd wat wankel in het leven staan, zich welkom voelen. Haast als vanzelf worden ze gevonden door buurtgenoten en vinden weer aansluiting bij het leven en de maatschappij. Iedereen kan er tot rust kunnen komen maar ook bijdragen. Door bijvoorbeeld te helpen opruimen help je de plek fijn te houden. En juist door dat bijdragen, ook al is het maar een beetje, komen mensen makkelijker in gesprek en verbinding. Het is een impliciete vorm van aan jezelf werken. Het is vaak ongezien, kleinschalig, maar een heel belangrijke functie. De groene plekken van de stad waar sociaal beheer plaats vindt, stralen vaak de boodschap uit: dit is van iedereen, laten we er samen wat van maken. Een soort ‘radicaal welkom’, ook al heeft elke plek een eigen sfeer. Het is geen gewone openbare ruimte, maar toch van iedereen en in beheer van de gemeenschap.  “Dit is echt een heel mooi bij-effect van het sociaal beheer van stedelijk groen,” zegt Philip. Hij geeft aan ook veel te leren van de mensen die er een bijdrage leveren: “Bijvoorbeeld omgevingskennis en verhalen over het verleden, omdat je hier niet zelf bent opgegroeid. Of hoe je de wereld kunt ervaren vanuit een totaal ander denkraam. Of hoe het is om diep in de schulden te zitten.”

De binding tussen de buurt en het groen werkt op allerlei manieren door. Een van de groen-vrijwilligers, Tom, is met zijn Annemarie getrouwd in de Spoortuin. Kinderen uit het praktijkonderwijs hielpen met onderhoud van het Essenburgpark (de TopAcademie). Helaas is dat nu afgelopen. “Voor dat soort samenwerkingen staan we heel erg voor open,” geeft hij aan. Zo’n samenwerking met scholen en hoveniers geeft nog meer waarde aan het groene gebied: als leslokaal, opleidingsgebied. Wie bij het lezen van dit stuk ideeën heeft, meldde zich bij Philip Kuypers. “Het werkt het best als er hechting is met de wijk, als het kinderen of andere mensen uit de buurt zijn.”

De kracht van Huize Middelland

Philip staat natuurlijk niet alleen in deze initiatieven. Er zijn tal van buurtgenoten die meedoen. Maar al deze initiatieven kunnen floreren mede door de kracht en steun van het netwerk van Huize Middelland. “Het gaat om het feit dat je het als gedeelde opdracht voelt er wat van te maken in de wijk. Je ontmoet elkaar.” Vermeldenswaardig ook is dat de oprichtingsvergadering van Huize Middelland plaats vond in de Spoortuin.

oprichtingsvergadering Huize Middelland

De Groene Connectie, de welzijnscoalitie, Huize Middelland: het werkt allemaal op elkaar in. Het feit dat je er niet alleen voor staat. Dat je steun hebt aan elkaar. Anders is het ook niet goed vol te houden. Voor Philip is dit alles hét antwoord op vragen als ‘Wat als Pietje ermee stopt? Is er dan continuïteit?’ en ‘Kan je dit opschalen?’ Ja, door samen te werken in netwerkverband is er continuïteit en kun je opschalen. “In Delfshaven zijn we echt pioniers hierin. Het is een verdienste van ons allemaal: tientallen bewonersinitiatieven die elkaar kennen, samenwerken, elkaar wat gunnen en tegelijk ook zichzelf blijven. Mensen realiseren zich misschien niet goed genoeg hoe bijzonder het is. Het is een beweging die zich de afgelopen tien jaar gemanifesteerd heeft.” Philip is zeker niet de enige maar zeker wel één van de drijvende krachten hiervan. Zijn drijfveer? Een goed idee zien en doen. Verantwoordelijkheidsgevoel. Groen en duurzaamheidsvraagstukken belangrijk vinden.  Bewegen en buiten komen. “Ik zie dat dit past bij mijn talenten.”

Met de voeten in de klei van de geschiedenis

Dit gebied, onze omgeving, het water – we staan hier met onze voeten in het veen. “Dat is allemaal bepaald door de beslissingen die in de middeleeuwen zijn gemaakt. Dat voel je nog dagelijks.” Komt toch die studie Middeleeuwse geschiedenis nog van pas.

Bij het graven in het Essenburgpark, om de waterberging te realiseren, werden ze verrast dat ze onder de toplaag een dikke laag klei aantroffen van zo’n 40 centimeter. Daaronder pas zat het veen. Het sluit perfect aan bij de geschiedenis uit verhalen, want vroeger had je hier veen. Dat was aanvankelijk hoog, boven zeeniveau. Vanaf de 11e eeuw werd het veen steeds meer ontgonnen. Er werden slootjes gegraven, het water liep weg en zo kon op het land landbouw worden bedreven. Maar door het ontwateren ging het veen inklinken, dan moesten er diepere slootjes gegraven worden. In de 13e eeuw was het land hier zover ingeklonken, dat het op zeeniveau lag. Bij hoog water kwam de zee steeds vaker het land in. Floris V zag zijn land de zee in verdwijnen en hij vroeg: wie kan voor mij een dijk bouwen om mijn land te beschermen? Dat werd meneer Bokel, die bouwde een dijk voor Floris V tussen Schie en Rotte. Dat is de Beukelsdijk geworden. En dat verklaart de klei die bovenop dat laagje veen is komen te liggen in het Essenburgpark. “Je voelt de geschiedenis heel duidelijk in de structuur van ons gebied. Dit gebied is bepaald geen tabula rasa. Mooi om daar onderdeel van uit te maken.”

Nina Huygen
Laatste berichten van Nina Huygen (alles zien)

Gerelateerde artikelen

Comments are closed.