Dialoog – een ontmoeting met Liesbeth Levy

door • 4 april 2020 • Bewoners

Idee

‘Hoe is het gegaan?!’, vraag ik als ik Liesbeth Levy op straat tegenkom. Als redactie waren we uitgenodigd voor haar promoveren, maar we konden er helaas niet bij zijn. Onze straatbewoner van 63a heeft als filosoof praktijkervaring met dialoogsessies en heeft onderzoek gedaan naar de waarde van de dialoog en hoe deze is toegepast in de Rotterdamse setting. Liesbeth was nog net op tijd; een week later zou het zijn afgelast vanwege ‘Corona’. Ze verhaalt enthousiast over de hele happening, het ‘theater’ dat zo’n promotie toch eigenlijk altijd is en hoe het publiek genoten had van het woordelijk steekspel dat ze opvoerde. Als ze op de inhoud komt, begint het me te dagen. ‘Heeft jouw onderwerp ook relevantie voor tijden van Corona?’ Zeer zeker, blijkt! We besluiten een wandelafspraak te maken om er langer over te praten. Het idee voor dit artikel is geboren.

Een ontmoeting

Ik haal Liesbeth thuis op en we wandelen door het Essenburgpark. Het waait flink maar het is prachtig zonnig. Tijdens het wandelen houden we de 1,5 meter afstand goed in het oog. Als er een tegenligger aan komt wandelen, moet ik ruimte maken en ga achter Liesbeth lopen. Haar woorden waaien mijn oor in. Het gaat over de centrale waarden van autonomie en waarheid (‘zekere kennis’) in het westerse denken versus de waarde van de heteronomie: de ander centraal stellen. Dit is het gedachtengoed van haar helden Buber en Levinas. Aan het eind van het pad nemen we plaats op de bankjes bij de moskee. Onderwijl luister ik gefascineerd naar haar verhaal.

De these van Liesbeth

Liesbeth heeft vanuit het theoretisch kader van de heteronomie (de ander centraal stellen) gekeken naar de Dag van de Dialoog en de Islamdebatten die in de stad Rotterdam zijn georganiseerd, de afgelopen 20 jaar. Deze initiatieven moesten bijdragen aan het ontwikkelen van nieuwe vormen van burgerschap in onze cultureel diverse stad.

Haar conclusie: er was geen sprake van een echte ontmoeting of dialoog, maar meer van debatten en polemiek. Er was geen sprake van luisteren, je verplaatsen in de ander, of iets geven aan de ander. Eerder van herhalen van het eigen standpunt of een bestuurlijke monoloog. De georganiseerde debatten hebben niet het effect gesorteerd dat ze hadden beoogd. Ze droegen niet bij aan het samenleven in de stad en het vertrouwen van burgers in de overheid. Terwijl, als ze goed waren ingericht, systematisch waren onderzocht, met aandacht voor de participanten en met investering in de omstandigheden, aandacht op microniveau, dan had het wat kunnen worden. Dan had het kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van competenties om beter met elkaar samen te leven, bij gratie van het verschil.

Filosofie: onmenselijke systematiek?

Op het Montessori Lyceum in Amsterdam had Levy filosofie als keuzevak. Dat boeide haar enorm en ze besloot het te gaan studeren. Maar de liefde voor het vak werd op de proef gesteld; het studeren viel haar erg tegen. Ze vond het abstract en eenzaam, ze miste het contact met mensen. En dat systematische, dat stond haar echt tegen, ze vond het onmenselijk. “Ik herinner me nog dat ik dagen eenzaam over Kant’s ‘Kritik der Reinen Vernunft’ gebogen zat en me afvroeg: is dit het nu?” Maar dan krijgt ze een vak waarin ze kennis maakt met de leer van Martin Buber en ze is verkocht.

Het humanisme van Buber

Martin Buber

Buber (wikipedia) was een utopisch socialist, anti-kapitalist en humanist uit het interbellum. Gemeenschappen worden in zijn ogen bijeen gehouden door intrinsieke motivatie.

In het klassieke humanisme stond het ‘ik’ centraal. In zijn wereldbeeld is het ‘de ander’ die centraal staat. Tussen het particularisme en het collectivisme is een tussenruimte. Het is in die tussenruimte dat de ontmoeting met de ander plaats vindt. Volgens Buber wordt je geraakt door de ‘andersheid’ van de ander. In de tussenruimte die ontstaat tussen een Ik en een Jij, raakt een mensenleven als het ware doordrenkt van de dialoog, de relatie. Het vormt de basis voor een meer menselijke samenleving. Buber benadrukt ook de zorg voor de natuur en de verantwoordelijkheid van elk mens op microniveau.

Tijdens het volgen van het vak over zijn leer, leert Liesbeth voor het eerst echt kijken naar ‘de ander’. Die ander kan ook een boom zijn. Het klinkt misschien raar, maar toen ze er op ging letten, zag en waardeerde ze voor het eerst écht de bomen in het Sarphatipark, waar ze in die tijd vlakbij woonde.

De denker Levinas

Emmanuel Levinas

Toen Liesbeth een werkgroep over de filosoof Levinas (wikipedia) volgde, had ze het gevoel dat ze Chinees zat te lezen. Ze begreep er helemaal niets van. Maar intuïtief wist ze dat ze hier meer van wilde weten.

Levinas was een denker die middels de filosofie de Tweede Wereldoorlog probeerde te begrijpen. Als de ander niet meer als mens wordt gezien, begint de dehumanisering.

Voor Levinas ging de theorie van Buber niet ver genoeg. Voor hem is er pas sprake van een echte dialoog als er sprake is van asymmetrie, als je iets kunt geven aan de ander. Vervreemding is het moment dat je wakker wordt. De ander is geen vriend of geliefde maar de ‘weduwe, de wees of de vreemdeling die mij vanuit een dimensie van hoogte wijst op mijn verantwoordelijkheid’. Levinas spreekt hierbij over wat hij het gelaat van de ander noemt. Het gelaat van de ander is iets dat boven taal en cultuur uitgaat. Volgens Liesbeth doet Levinas met zijn kritiek op Buber geen recht aan de kracht van zijn dialoogbegrip. De twee hebben een andere benadering, Liesbeth heeft geprobeerd die te verbinden.

Buber in tijden van Corona

En wat is de relevantie van deze denkers voor de situatie waarin we nu zitten?

“We zitten nu midden in Buber in tijden van Corona!” roept Liesbeth enthousiast.

De Corona-crisis laat zien het heel actueel is hoe we met de natuur omgaan. Het kan niet langer doorgaan op de oude voet, we hebben andere inspiratie bronnen nodig.

Het is fantastisch om te zien wat mensen voor anderen doen, op microniveau. Kijk naar alle initiatieven in onze buurt alleen al. Er is een herwaardering voor de mensen die echt de samenleving dragen. Hopelijk is dat niet alleen nu dat we voor ze klappen, maar gaan we terug naar het humane en de inhoud, en is er ruimte om ons onderwijs en de hulpverlening anders in te richten. Het was Buber al die de humanisering van de instituties bepleitte. Dat is nu heel actueel en ook mogelijk.

Liesbeth heeft veel waardering voor hoe de politiek de crisis aanpakt. “Heel interessant hoe ze dat doen, zoekend handelen.” Voor haar vakbroeders, de medisch ethici, heeft ze minder sympathie. Die stellen zich de vraag: aan wie geven we de bedden, als de crisis voortschrijdt? Verontwaardigd roept Liesbeth uit: “Zij maken er een verdelingsvraagstuk van! Dat is de-humanisering.” Volgens haar gaat dit over verantwoordelijkheid, de principes van de natuur en de gemeenschap. Vervreemd van de ontmoeting draait het uit op een catastrofe. Maar als we de ontmoeting en de ander centraal stellen, dan is deze crisis een enorme kans om het radicaal anders te gaan doen. “Er is een ommekeer nodig, het gedachtegoed van Buber en Levinas is hiervoor een belangrijke inspiratiebron.”

Een ontmoeting (2)

En zo keer ik verrijkt naar huis. Verrijkt met inzichten, geïnspireerd en ‘begeisterd’, maar bovenal geënthousiasmeerd door deze (hernieuwde) ontmoeting. We zijn nog lang niet uitgepraat, zien allemaal dwarsverbanden tussen onze respectieve werkzaamheden en zijn vast van plan om ‘na Corona’ nog eens samen op te trekken. Een Buberiaanse ontmoeting op microniveau. Wie weet wat het ons nog brengt in de toekomst.

Nina Huygen
Laatste berichten van Nina Huygen (alles zien)

Gerelateerde artikelen

Comments are closed.