Liesbeth Levy – een kleine revolutie

door • 26 juni 2015 • Opinie

[wc_box color=”secondary” text_align=”left”]

Liesbeth fotoEen kleine revolutie

In Nederland verdienen vrouwen gemiddeld drie ton minder salaris dan mannen. De levensverwachting van hoogopgeleide mensen is 6 a 7 jaar langer dan die van laagopgeleiden en allochtonen worden minder snel uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek dan autochtonen. Ongelijkheid is een van de belangrijkste maatschappelijke onderwerpen van het moment. Dit geldt niet alleen voor de economie, maar ook is er nog steeds sprake van uitsluiting op sociaal, politiek en cultureel gebied.

Zo bestaat het huidige College van burgemeester en wethouders uit louter mannen. In het vorige college beweerde PVDA wethouder Karakus van de PVDA nog wel dat Rotterdam tieten nodig heeft. Maar volgens sociologe Marguerite van den Berg moet dit pleidooi niet begrepen worden als een oproep tot een nieuwe feministische golf, maar de ambitie om de stad te transformeren van een stad voor consumptie naar productie. Het industriële, stoere en mannelijke imago past niet meer bij de reële situatie en al helemaal niet bij het wensbeeld van een economische succesvolle stad vol creatieven. Rotterdam wil af van armoede, van een modernistisch stadscentrum en van moeders in de bijstand, aldus van den Berg. De actuele politieke wens om in Rotterdam meer bakfietswijken te realiseren kan ook vanuit deze ambitie begrepen worden.

Het uitdragen van vrouwelijke waarden door het gemeentebestuur, moet dus niet begrepen als een pleidooi voor sexegelijkheid en emancipatie van vrouwen, maar om het vieren van de verschillen tussen mannen en vrouwen, van diversiteit. Niet voor niets heeft ruim 15 jaar het emancipatiebeleid voor vrouwen plaats gemaakt voor wat wel gender mainstreaming wordt genoemd. En zo kan het gebeuren dat een geheel door mannen gedomineerd college in de ban is van de bakfietswijk.

Volgens Denkster des Vaderlands Marli Huier moeten wij – als het gaat om de uitsluiting van vrouwen – ons niet zozeer op de politiek maar op de publieke ruimte richten. Zij definieert dat als ’tussenruimte’ en meent dat daar waarden tussen mensen tot stand komen. Haar inspiratiebron is de filosofe Hannah Arendt die meende dat mensen slechts gelijk en vrij kunnen zijn in een gezamenlijke publieke ruimte. In een maatschappij waar consumeren en produceren een doel op zich wordt, verdwijnt het publieke domein uit ons bestaan. Juist in dit domein, aldus Huier, heersen nog steeds mannelijke mores (zij noemt de Universiteit) en is er weinig ruimte is voor vrouwelijke waarden.

Marguerite van den Berg meent dat het er aan de onderkant van de samenleving heel anders aan toe gaat, dat laag opgeleide mannen economisch het onderspit delven ten opzichte van hoogopgeleide vrouwen, en dat is dan weer een direct gevolg van de gemeentelijke transitie van productie naar consumptie. Dit roept de vraag of de sociaal-culturele gelijkheid ten koste gaat van de economische gelijkheid. Is een pleidooi voor diversiteit in plaats van (sexe)gelijkheid het antwoord? Of kan het benadrukken van het verschil ook in het nadeel van vrouwen omslaan? (‘Ik hoef niet schoon te maken, mannen zien nu eenmaal geen stof’).

Wat weegt zwaarder als argument om vrouwen meer invloed te geven – het benadrukken van veronderstelde verschillen? (Als we meer vrouwen aan de macht hebben is er minder oorlog) of het streven naar gelijkwaardigheid? (Als er meer vrouwen vertegenwoordigd zijn op invloedrijke functies is de macht eerlijker verdeeld). En wat gaan we concreet doen met het huidige college? (Hoe serieus gaat het huidige college de inmiddels opgerichte vrouwenadviesraad nemen?)

En hoe verhoudt deze roep om meer politiek representatieve macht door vrouwen zich tot de vele Rotterdamse invloedrijke burgerinitiatieven die voor het merendeel door vrouwen worden genomen, is hier een kentering te verwachten? Kortom, is de werkelijke politiek het alledaagse handelen geworden, en moeten we zelf voor kleine revoluties zorgen?

In onze eigen wijk lijkt het antwoord op die vraag ja te zijn, er is een republiek opgericht, een wijkpaleis is in de maak en het cultureel diverse koffiehuis Esspresso Dates heeft onder toeziend oog van burgemeester Abouteleb een doorstart gemaakt , misschien kunnen deze dichtregels van Lucebert voor inspiratie zorgen:

ik draai een kleine revolutie af
ik draai een kleine mooie revolutie af
ik ben niet langer van land
ik ben weer water
ik draag schuimende koppen op mijn hoofd
ik draag schietende schimmen in mijn hoofd
op mijn rug rust een zeemeermin
op mijn rug rust de wind
de wind en de zeemeermin zingen
de schuimende koppen ruisen
de schietende schimmen vallen
ik draai een kleine mooie ritselende revolutie af
en ik val en ik ruis en ik zing

[/wc_box]

Gerelateerde artikelen

Comments are closed.