De donderdag voor de eerste Corona maatregelen in Nederland worden afgekondigd, op 12 maart, app ik naar vriendinnen en familie: “Ik voorzie dat dit het einde van onze manier van leven is ‘as we know it’.” Het is tegelijk een vrees en een hoop.
De eerste week van thuis werken en ‘home schoolen’ ben ik de kluts helemaal kwijt. Ik verbaas me erover dat ik vooral tijd te kort lijk te komen en tot niets kom. Ik dacht door het wegvallen van reistijd en vergaderingen een zee van tijd te hebben, maar dat blijkt vies tegen te vallen. Ik vind het moeilijk om te schakelen, om de rollen moeder/partner – werknemer – juf te combineren, om te accepteren dat ik helemaal niet zoveel gedaan krijg als ik zou willen. Maar manlief is van het relativeren en drukt me op het hart dat iedereen dit zo heeft. Het is vooral een kwestie van je verwachtingen bijstellen. En ja, het gaat wennen. In week 2 vinden we een nieuw soort routine, al blijf ik het schipperen vinden. Maar wie niet.
Des te meer bewondering heb ik voor al die bewoners in onze wijk, die in mum van tijd initiatieven ontplooien om de eenzamen een hart onder de riem te steken, de behoeftigen te voeden, de weldoeners een kans te geven zich in te zetten voor anderen. Er wordt een telefoonnummer en website opgericht om vraag en aanbod bij elkaar te brengen, folders worden gedrukt en verspreid bij elke Middellander. Wat ben ik trots op onze wijk.
Vandaag lees ik in de Volkskrant het artikel van een bezorgde Asha ten Broeke. Ze vreest de maatschappelijke tweedeling tussen de haves en havenots, tussen de gezonden en ongezonden, bang voor het virus. Moeten we die laatsten aan hun lot overlaten? Moeten we de ouden en ongezonden maar geen bed meer geven als de ziekenhuizen vollopen? Nee, solidariteit is nu van levensbelang. Laten we mensen blijven, mensen die we herkennen. Als we al iets verliezen in deze crisis, laat het dan niet ons hart zijn.
In een stuk in de Financial Times schreef Yuval Noah Harari afgelopen week dat de coronacrisis ons voor twee dilemma’s stelt: nationalistisch isolement of internationale samenwerking; en een totalitaire aanpak met dwangmaatregelen of nadruk op de eigen verantwoordelijkheid.
Nederland kiest vooralsnog voor de eigen verantwoordelijkheid; gelukkig. Maar van de internationale samenwerking zie ik bar weinig. Waar is het Marshall-plan van de corona? Waar is de EU in deze crisis? Kunnen we komen tot een gezamenlijke internationale – of op zijn minst Europese – aanpak? Misschien dat er achter de schermen hard aan wordt gewerkt, maar het lijkt nu meer op een ‘ieder voor zich’.
Ook hoop ik op een fundamentele herbezinning op het doorgeslagen ‘vermarkten’ van zaken van (publieke) waarde, en een herwaardering voor de publieke zaak. Zullen we zaken als het maken van vaccins weer in handen van de overheid leggen? Eens deed het RIVM dat, totdat we besloten dat de farmaceutische industrie dit beter en goedkoper kon. Nu snappen we dat winstmarges het afleggen tegen gezondheid qua belang.
Een lichtpuntje lijkt me toch dat Rutte zegt te geloven in een sterkte staat en meent dat Nederland ‘in de kern diep socialistisch’ is. Wie had dat verwacht uit de mond van onze liberale premier? Ja, het is hoog tijd voor een nieuwe solidariteit. We zien nu wat de ware ‘vitale beroepen’ zijn. Dat is niet de Zuidas, die kan thuisblijven. Laten we de verplegers, artsen, leraren en schoonmakers blijvend waarderen voor hun inzet, voor wat er toe doet. Als als die politici en ethici nou eens kwamen kijken in Middelland, dan komt het misschien toch nog goed.
- De Nazomerborrel ’24 - 15 oktober 2024
- Wally en zijn nieuwe burgemeester - 13 oktober 2024
- Van Middellandse Bodem - 12 oktober 2024
Noodoproep – Stichting La Boya Volgend artikel:
Helden