Column van Nina Huygen
Exact een jaar geleden, op 4 april 2020, eindigde ik het veurzittersstukje met ‘pas op uzelf en elkaar’. Toen kon ik nog niet bevroeden dat ik een jaar later hetzelfde zou kunnen schrijven. We zaten net in de eerste lockdown, nog nietsvermoedend over de duur van de pandemie, over de vele coronadoden die zouden volgen. Blijmoedig schreef ik: ‘beterschap’. En vol optimisme: ‘Maar niet getreurd. Het lenteweer komt eraan.’ Van zonnige dagen hebben we deze lente alweer mogen genieten. En ook nu weer is het de redactie gelukt om u een kakelverse editie te bezorgen voor Pasen.
Over de hele wereld worden het lentefeest en Pasen gevierd, op verschillende manieren. Noroez is de naam van het Perzische nieuwjaars- en voorjaarsfeest. De hindoes vieren hun lentefeest, Holi genaamd. De joden gedenken met Pesach de uittocht van het joodse volk uit Egypte. De islam kent geen paasfeest, maar in de Koran wel een verhaal over de kruisiging van Jezus; en heel wat moslims wensen hun christelijke buren een fijn Pasen toe. Voor christenen is Pasen het liturgische hoogtepunt, zij geloven dat Jezus stierf voor de menselijke zonden en met Pasen opstond uit zijn graf.
Heel wat Hoofdzonden zijn de afgelopen dagen ten tonele gevoerd op het podium van de landelijke politiek. ‘Wegens cultuurbezuinigingen zorgt de politiek zelf voor poppenkast’, grapte Loesje. Verbijsterd zaten 3 miljoen Nederlanders op 1 april aan de buis gekluisterd, een slechte 1-aprilgrap. Aan het eind van het debat werd opgeroepen dit Paasweekend te gebruiken voor reflectie en bezinning. Ik geef u hier mijn reflecties.
In mijn ogen moeten we beginnen bij onszelf: het volk. De meerderheid van de kiezers kan Acedia – gemakzucht worden verweten. Het gemak waarmee over een van de grootste schandalen uit onze politiek heen wordt gestapt, vlak na de val van het kabinet over de toeslagenaffaire. Duizenden ouders zijn vermalen door de overheid in systeem en uitvoering rond de kinderopvangtoeslag. We zijn verontwaardigd, maar in meerderheid niet zelf geraakt. En dus kan het gebeuren dat de partij van ‘chefsache’ wordt beloond met een extra zetel. Liever dan ons te verdiepen in de geschiedenis, partijprogramma’s of wetenschappelijke kennis, laten we ons one-liners aanleunen over ‘leiderschap in crisistijd’ of ‘beroving van onze vrijheid door de coronamaatregelen’. Aan de onderkant van de samenleving is een groeiende groep die niet mee kan komen en het voornamelijk zelf moet uitzoeken vanuit de gedachte van ‘eigen verantwoordelijkheid’. Maar als ‘wij’ het in meerderheid nog steeds goed getroffen hebben in dit land, dan geven we dat liever niet op, dan willen we daarin niet delen, we willen niet een tandje minder. Avaritia – hebzucht is de mens niet vreemd.
Acedia, gemakzucht, zie ik ook in de politiek. Het ambacht van de parlementariër vraagt noeste arbeid, verdieping op taaie dossiers, een visie voor de lange termijn en debat over waarden en de samenleving die we willen zijn. Maar ik zie al jaren een Tweede Kamer in een vrije val, waar kort-cyclische incidentenpolitiek wordt bedreven, opgejut door de verontwaardiging van breed uitgemeten incidenten in de media, angst voor ‘het beeld’ en ‘de peilingen’, gespitst op het behalen van een quote en portret in de krant van morgen. De Kamer roept ‘schande!’ bij het nieuws, ministers gebruiken ferme taal om daadkracht uit te stralen. En hup!, zonder acht te slaan op signalen vanuit de uitvoering of doorwrochte studie, wordt maar al te vaak gekozen voor snelle aanpassing van wet- en regelgeving. Die daardoor steeds warriger en moeilijk uitvoerbaar worden, waarbij de tijd niet wordt gegund om aanpassing van werkwijzen en ICT-systemen te realiseren. Zo jagen we ‘het systeem’ steeds verder op, en via het systeem ook de burger zelf, voor wie die systemen, wetten en regels bedoeld waren. Willens en wetens (of is men zich echt niet bewust?) gaan we zo het volgende incident tegemoet.
Maar in het nachtelijk debat van 1 april leek er iets te kantelen. Ik zag oprechte Ira, woede, bij de Kamer die het niet meer pikt, zich niet meer de – al dan niet geveinsde – ‘acute amnesie’ op de mouw laat spelden. Met als gevolg dat Rutte zich nu gehavend door het Paasweekend sleept, zijn zonden overdenkend. Het zou van echt leiderschap, diep inzicht en nederigheid getuigen als Rutte de motie van afkeuring zou vertalen in een kans voor nieuw leiderschap, met een nieuw boegbeeld voor een andere bestuurscultuur. Maar zoveel optimisme durf ik niet te hebben. Rutte zegt dat hijzelf en zijn VVD ‘radicale ideeën’ hebben over een open bestuurscultuur. En hij denkt (waarschijnlijk gelooft hij hier zelf echt heilig in) dat het in ’s lands belang is als hij doorgaat. Superbia (hoogmoed) heeft hier de overhand.
Rutte lijkt te geloven dat het land niet meer zonder Zijn leiderschap kan. Ruim 10 jaar aan het roer maakt bijziend, de antenne staat vooral afgesteld op de groep vertrouwelingen, tegenmacht is weggeorganiseerd. Er is nu een forse deuk in het vertrouwen. Hoe lang zal het geheugen van de Kamer dit keer zijn? CU houdt de rug in ieder geval recht, heeft al aangegeven niet in een coalitie te willen waarin Rutte de premier is. We gaan het zien.
Terug naar onszelf. We leven in een economisch systeem dat uitgaat van groei. We willen allemaal maar meer, meer, meer. Hierin herkennen we de Hoofdzonde Gula, gulzigheid. Maar ‘later’ vraagt om aanpassing ‘nu’ van ons economisch systeem om ons ecologische systeem te behouden. We zullen het structureel en fundamenteel over een andere boeg moeten gooien, omdat we op deze manier onze leefomgeving naar de knoppen helpen. Maar oh, wat is het moeilijk; en wat lijken we er niet toe bereid. Tommy Wieringa beschreef het pijnlijk goed in zijn opiniestuk ‘De oorlog tegen onze kinderen’, in het NRC van 13 maart jl. Misschien helpt de gedachte dat Covid maar een mild briesje is als je het vergelijkt met de storm die ons te wachten staat als onze biodiversiteit ineen stort.
Maar het kán wel anders. Als de wil er is. In Bhutan en Nieuw-Zeeland rekent met niet met Bruto Nationaal Product, maar met Bruto Nationaal Geluk (Gross National Well-being). Welzijn, welbevinden en welvaart moeten in balans zijn. De nieuwe ‘Betekenis Economie‘ met betekenisvolle ondernemingen en politiek, vind ik een hoopvolle ontwikkeling en een uitdrukking van de deugd Temperantia – Gematigdheid.
Wat dat betreft heb ik meer vertrouwen in het lokale. Daar zie ik de Deugden in de praktijk. Lees de artikelen die verschenen in eerdere edities van de Telegraaffloris, zoals die over het Wijkpaleis (lokaal), en mijn kersttip over de Floating Farm (lokaal en circulair).
Ook Caritas (naastenliefde) is op meerdere manieren zichtbaar in onze wijk. Denk aan alle mooie initiatieven in het Wijkpaleis, Thuis in West, de Zorgvrijstaat en het initiatief Ondanks Alles .
Ik ervaar Spes (hoop), Foritunido (moed) en Fides (geloof) in alle mooie initiatieven in onze buurt, met onze Lokale Helden, met ons mooie Hoekpandje en de werkzaamheden rondom de nieuwe keuken die straks – als het weer kan – het centrum zal zijn van hervatting van onze mooie tradities en een bron van nieuwe initiatieven. Optimisme en vertrouwen staan niet in het rijtje van de zeven deugden. Maar die nomineer ik als de nieuwe deugden voor de 21e eeuw.
- Zomerborrel leidt tot nieuwe initiatieven - 13 juli 2024
- FeestWeek Middelland - 13 juli 2024
- Geslaagd! - 13 juli 2024
Besparen met een ei Volgend artikel:
Waarheid en Leugen.