Oudbewonersbijeenkomst

door • 27 mei 2016 • Bewoners, Geschiedenis

“Wat wonderlijk dat we hier nu in de groentewinkel Geluk bij elkaar zitten. Daar stond de toonbank, en daar boven woonden de groenteboer en zijn familie”. Andere tijden herleven als we op een dinsdagmorgen in mei in het hoekpandje 88a zitten op de bijeenkomst van oud bewoners, georganiseerd door Jeroen van der Beek, de geschiedsschrijver van de Graaf Florisstraat.

Vorig jaar schreef Jeroen een uitgebreid artikel over Tilly Bosman, een voormalige buurtgenoot uit de Persijnstraat, die met haar familie in WOII deporteerd is door de Duitsers, wat zij als enige heeft overleefd dankzij een gewaagde ontsnapping uit kamp Westerbork. Onlangs was ze te zien in deze aflevering van Andere Tijden over het kindertransport uit kamp Vught.
Sinds 1948 woont Tilly in Israël. Ze was gezien haar hoge leeftijd niet meer van plan om nog een keer naar Nederland te komen, maar ze heeft zich onlangs bedacht mede omdat ze graag de Stolpersteine ter nagedachtenis aan haar oom, tante, neef en nichtjes in onze straat wilde zien. Nadat er een afspraak met Tilly was gemaakt, nodigde Jeroen voor de gelegenheid nog meer oud bewoners en Joodse overlevenden van de oorlog uit.
Zo zaten we die dinsdagochtend met een groep hoogbejaarde maar fitte mensen in het pandje voor een heel bijzonder weerzien met de straat, en voor sommigen, met elkaar.

Anneke Tels en Athur Trijbits

Anneke Tels en Athur Trijbits

Als eerste arriveerde Anneke Tels, 86 jaar, tot 1943 bewoonster van nummer 89. Ze is onlangs ge-interviewd door Jeroen. Zij is sinds 1945 niet meer in de straat geweest. Ze was er altijd een beetje bang voor, zegt ze, niet onbegrijpelijk.
Een andere gast was de heer Arthur Trijbits, die met tram en trein uit Oosterbeek kwam. Hij had Anneke sinds 1945 niet meer gezien, maar ze herkenden elkaar direct.

Dan was er ook Hermien Toors, 95 jaar. Zij heeft tot 1972 in onze straat gewoond, was directrice van de huishoudschool, en is in de oorlog getuige geweest van de deportatie van de familie Bosman van nummer 100A.

Hermien Toors

Hermien heeft correspondentie gevoerd met John Bosman toen hij in Westerbork zat en hem zelfs geregeld pannenkoeken gestuurd. Zij heeft de Stolpersteine aangevraagd die vorig jaar in haar aanwezigheid voor dit huis geplaatst zijn. Zij werd vergezeld door haar vriendin mevrouw van de Zande, 92 jaar oud, die ook in onze straat gewoond heeft en veel af wist van groentewinkel Geluk (ons huidige verenigingspandje).

Dan waren er Esther Sacht en haar man Felix. Esther is een achternicht van Tilly en al heel lang naar haar op zoek, tot in Israël aan toe. Als Tilly uiteindelijk ook komt, vergezeld van haar dochter Ruthie en kleinzoon, vindt er een emotionele ontmoeting plaats.

SONY DSCTilly is met haar 93 jaar nog heel fit, en blijkt over een ijzersterk geheugen te bezitten. Ze kon zich nog veel herinneren van de periode van voor tijdens en na de oorlog. Ze vertelde over de zionistische beweging in Rotterdam, de reis van haar ouders naar Palestina voor de oorlog, de depressie van John Bosman vlak na de oorlog die na het verlies van zijn vrouw en kinderen geen zin meer had in het leven.

Tenslotte waren er Judith Clarijs-Bijsterveld en haar man. Judith is oud bewoonster van de straat en was geïnteresseerd om de oud-bewoners en familie te ontmoeten.

Het was een genoeglijk samenzijn. Jeroen weet door al zijn onderzoek inmiddels evenveel, zo niet meer, meer dan de aanwezigen en vertelt over zijn bevindingen. Er worden adressen uitgewisseld, foto’s van vroeger en nu getoond, en veel verhalen verteld. We eten de dadels die Tilly’s dochter heeft meegenomen.

Na een uurtje gaat ieder weer ’s zijns weegs. Jeroen voert Tilly en haar dochter en kleinzoon nog langs de Stolpersteine in de straat en luncht met ze bij Iety.

vlnr Felix en Esther Sacht en Anneke Tels

Gerelateerde artikelen

Comments are closed.