Liesbeth Levy – Middelland als vrijplaats voor de inventiviteit van het alledaagse

door • 4 april 2022 • Opinie

In zijn boek: Het verhaal van een Duitser 1914-1933, beschrijft Sebastiaan Haffner hoe gebeurtenissen uit de geschiedenis een verschillende intensiteit hebben. Wat in de geschiedenisboeken vetgedrukt staat kan als gebeurtenis een marginale rol spelen in het leven van mensen.  Wie iets te weten wil komen over het verschil in intensiteit moet biografieën lezen, aldus Haffner.  Niet van staatslieden maar van onbekende burgers:

Daar zal hij zien de ene ‘historische gebeurtenis’ trekt over het persoonlijke-dat wil zeggen werkelijke- leven weg als een wolk over een meer; niets verroert zich, het enige is een kortstondige weerspiegeling. De andere ‘historische gebeurtenis’ zweept datzelfde water op, gelijk storm en onweer; je herkent het nauwelijks nog. Een derde legt alle meren bloot.

Deze uitspraak kan ik – na het in een keer uitkijken van de serie Het jaar van Fortuyn – beamen. Veel beter dan het theaterstuk Fortuyn, dat 18 maart jongstleden in première ging in het oude Luxor, toont de serie hoe 9/11 in Nederland zorgde voor een politieke aardverschuiving eindigend in de tragische moord op Fortuyn.

Twintig jaar na dato is dat nog steeds schokkend om te zien.

Maar de serie heeft ook oog voor Fortuyns tegenstrever Ad Melkert (briljant gespeeld door Ramsey Nasr voor wie ik een diepe buiging maak) die meent dat alleen de rede het land nog kan redden van Fortuyn terwijl diezelfde Fortuyn als een verlosser wordt gezien.

Het plot van de serie is onthullend en prikt door het frame volk versus elite heen zonder in de platitude te vervallen dat we allemaal een ‘dun velletje’ hebben. Geen spoilers, dus daar laat ik het bij.

De uitspraak van Fortuyn ‘mensen willen niet van het systeem af maar willen er een onderdeel van zijn’ is nog steeds een aansporing tot democratische vernieuwing, maar de leefbaar beweging heeft daar vooralsnog geen rol van betekenis in kunnen spelen.

Een verklaring hiervoor is mijns inziens te vinden in een analyse van de Nederlandse socioloog Paul Kuypers. Hij is van mening is dat de er in de Nederlandse kunst en cultuur heel weinig aandacht is voor het alledaagse. Creativiteit wordt gereserveerd voor de hogere uitingen van de beschaving. Nog schaarser, aldus Kuypers, is de belangstelling voor constellaties waarin het artistieke zich verbindt met de dagelijkse praktijken van wonen en leven, van werken en spelen, van bewegen en stil staan. Daardoor krijgt het denken over cultuur iets schraals en zelfs iets onwerkelijks. Het maakt de cultuur tot een domein waarin de directheid van de ervaring ontbreekt en waar geen plaats is voor wat de Franse socioloog Michel de Certaeu, ‘de inventiviteit van het alledaagse noemt’. Kuypers concludeert:

Die verschraling va de cultuur leidt niet alleen tot uitsluiting van minder geprivilegieerde groepen of tot marginalisering van uitingsvormen, die niet alleen tot de erkende cultuur behoren. Zwaarwegender is, dat zij geen oog heeft voor de overgang van de kleine naar de grote cultuur. Het begrijpen van de wereld wordt pas mogelijk als van meet af aan in staat zijn om te ontdekken wat de moeite waard is, om vanuit het kleine naar het grote toe te groeien en om de betekenissen, die zich in de aarzelingen van de eerste tijd van hun leven, openbaren tot de grondstof van hun bestaan maken. De zintuiglijkheid, die daarvoor mogelijk is wordt dagelijks op de proef gesteld, maar zij wordt verhevigd als zij onderbroken wordt in de ascese van het leven in de natuur en op het land.

De onderbreking waar Kuypers in zijn citaat naar verwijst wordt door de Certau gezien als een daad van verzet tegen de disciplinering van individuele mensen door abstracte systemen. Om te kunnen functioneren in een systeem moeten strategisch handelende. Door alledaagse praktijken die geen systeem kennen maar waarin mensen zich de ruimte als het ware toe-eigenen, herwinnen mensen hun autonomie. De Certau noemt dat tactiek. Dat is een strikt individuele zaak maar als een groep mensen kortstondig in staat is om een tactische bewegingen te bundelen kunnen zij de dwingende tijd en ruimtelijkheid van het systeem opheffen en de disciplinering omzeilen. Het gaat hier niet zozeer om een collectief maar om een netwerk van individuen. Dit alles klinkt misschien heel abstract maar het laat wel  de tragiek van Fortuyn zien. Hij was immers zelf iemand die was uitgekotst door het systeem maar daar tegelijkertijd zelf onderdeel van wilde zijn en dat projecteerde op zijn aanhang.

Als het gaat om democratische vernieuwing in Rotterdam is juist het vermogen om een tegenbeweging te vormen die zich niet in het systeem laat inkapselen en bestaat uit individuen in plaats van volgelingen van belang. Dit werd me te meer duidelijk in een gesprek met netwerkregisseur van huize Middelland Philip Kuypers. Toen ik hem aan iemand introduceerde als het brein achter de spoortuin corrigeerde hij mij. Nee hij was niet het brein maar onderdeel van een serie samenwerkende netwerken in Middelland.  

Is dat een elitaire opvatting? Niet als we de opvatting serieus nemen dat de verschraling van onze cultuur niet het resultaat is van de komst van mensen met andere culturele opvattingen maar het resultaat is van gebrek aan politieke belangstelling voor constellaties, waarin het artistieke zich verbindt met de dagelijkse praktijken van wonen en leven, van werken en spelen, van bewegen en stil staan. Mooi om te zien dat precies hier zo hard aan gewerkt wordt in Middelland!

Inmiddels walst de geschiedenis door, ik houd mijn hart vast en mijn adem in en hoop dat het meer zich niet verroert.

Gerelateerde artikelen

Comments are closed.