Het lijkt een eeuwigheid geleden maar vorig jaar zat Nederland in een strenge lockdown. Ongelofelijk dat we het nu zo vanzelfsprekend vinden om onze vrijheden weer terug te hebben. Helaas zijn er nieuwe zorgen voor in de plaats gekomen: De oorlog in Oekraïne, inflatie, opkomend facisme in Europa, afnemende biodiversiteit en dit is nog maar een bloemlezing. Steeds vaker bekruipt me de gedachte dat we ons in het eerste interbellum van deze eeuw bevinden.
Het verbaast me dat ik juist in deze woelige tijd zo verheug op inkeer en intimiteit, jawel op de kerstdagen. Voor het eerst heb ik vol overtuiging “Oh Holy Night” uit volle borst gezongen, tijdens een optreden van een gelegenheidskerstkoor met mijn nieuwe collega’s. Niet omdat ik geloof dat Jezus onze verlosser is maar wel omdat ik – zoals de filosoof Ernst Bloch dat zo mooi beschreven heeft – geloof in het principe van de hoop. Een principe dat er op neerkomt dat het uniek van ons mensen is dat wij ons een toekomst kunnen voorstellen die er niet vanuit gaat hoe de wereld is, maar hoe je zou willen dat die zou worden. Dat principe bevindt zich tussen dagdroom en utopie.
De ruimte die nodig is in onze samenleving om ons een andere mooiere en betere toekomst voor te stellen is amper aanwezig. Zo is er in mijn geval de zorg om een lieve puber die haar vrijheid zoekt in een verstikkend onderwijssysteem waarin jonge mensen letterlijk en figuurlijk afgerekend worden. Mijn stiefvader van 93 die na een heupoperatie geen tijd heeft om bij te komen omdat de zorg overbelast is en er letterlijk geen tijd is om hem te verplegen. Maar ook mijn eigen ambitie en levenstempo laten weinig ruimte. En toch en toch … zonder die ruimte is er geen principe van de hoop. Ruimte maken voor de hoop is wat de filosoof Levinas zo mooi de eigen innerlijke tijd noemt. Volgens Levinas heeft het fenomeen tijd een subjectief aspect – beleving – en een objectieve kant – meetbare tijd –. Hij meent dat tijd abstract en onbegrijpelijk blijft als het niet gekoppeld wordt aan verleden, heden en toekomst en de relatie met mensen om ons heen. De subjectieve tijd is dus een innerlijke ruimte vanwaaruit wij ons kunnen verhouden tot de objectieve tijd en ons daarvan – als het moet – kunnen losmaken om tegen beter weten in de toekomst te dromen in plaats van te vrezen. Als dat de functie van kerst kan zijn is de kerstnacht voor mij inderdaad een ‘heilige nacht’.
- Een bevlogen juf uit de Graaf Florisstraat - 12 oktober 2024
- Liesbeth – Taai ongerief vraagt om kleine goedheid - 12 oktober 2024
- Liesbeth – Een boek dat niet gelezen wil worden - 13 juli 2024
Nina’s Kersttip – Echt Gebeurd Volgend artikel:
Liesbeth’s Kersttips