Als een speer ging Indy er van door toen hij aan de overkant van de Heemraadssingel, Orpheus, de hond van zangeres K en muzikant E, ontwaarde. Tijdens de wandeling had hij tot dan toe weinig interesse in andere honden die voorbij kwamen getoond en ik was me juist gaan afvragen of Indy niet wat te eenzelvig aan het worden was, maar uit deze gretige begroeting werd wel duidelijk dat hij gewoon zijn oude kameraadjes miste. Steeds minder vaak kwam ik immers de baasjes en honden tegen waarmee we voorheen vaak een ‘honden-uitlaatgroepje’ vormden en ook op Indy had dit blijkbaar zijn invloed. Ik stond wat met E te praten toen W met een hoed op zijn hoofd en hond Beau er aan kwamen lopen. Ook zij hoorden bij het oude clubje. W bevestigde dat ondanks dat de honden vroeger met maakt-niet-uit-welke-hond wilden spelen ze nu toch vooral hun oude vertrouwde kameraden opzochten. Het feest der herkenning is toch erg belangrijk voor ze.
Gebroederlijk liepen wij baasjes en honden als van ouds over de singel. En net zoals dat voorheen ook vaak gebeurde begonnen Indy en Orpheus hevig met elkaar te ravotten toen we op de hoek van de Graaf Florisstraat aangekomen waren. Elke stap richting huis moest immers zolang mogelijk gerekt worden.
En toen gebeurde het, Midden in het spel richtte Orpheus plotseling zijn snuit naar boven en begon luide klanken uit te stoten. Even moest ik denken aan het huilen van wilde honden of wolven, maar dat was het niet. Er zat variatie en toonhoogte in de klanken en de hond deed het overduidelijk met plezier. Inderdaad, Orpheus was aan het zingen! Gestimuleerd door het oude vertrouwde wilde spel met Indy op de hoek van de straat moet hij zo in euforie zijn geraakt dat hij erbij moest zingen.
“Dat komt door K,” vertrouwde E ons toe. “Als zij met Orpheus aan het dollen is zingt ze er heel vaak bij en hij zit ook bij al die zangklasjes van haar.”
“Maar dan is het toch waar”, riep ik uit, “baasje en hond gaan steeds meer op elkaar lijken!” En opeens zag ik nu ook gelijkenis tussen het lange bruine haar van de hond met dat van de zangeres.
“Ja”, zei W zich tot mij kerend, “en jij hebt hetzelfde kapsel als Indy.”
“Dat kan ik van mezelf met Beau niet zeggen”, voegde hij eraan toe. Beau zat ons ondertussen met zijn rode glanzende vacht niet begrijpend aan te kijken, maar wij wisten dat er niet veel haar meer onder W’s hoed zat.
Thuis zag ik in de spiegel dat mijn haar inderdaad net als dat van Indy wild alle kanten op zat en dat ook de kleur overeenstemde. De gelijkenis was frappant, beangstigend eigenlijk. Dat me dat nooit eerder opgevallen is. Ik voelde even of mijn neus ook al nat was, maar dat viel gelukkig mee. Opeens bedacht ik me dat Indy ook altijd bij mijn schilderklasjes aanwezig is. Misschien moest ik de volgende keer maar eens een papier voor zijn snuit leggen en wat verf ernaast zetten.
En een penseel in zijn bek? Moet kunnen.
Je weet maar nooit.
- Wie was Graaf Floris nou eigenlijk? - 4 april 2020
- Indy en de Hazewindhond - 19 december 2019
- Op Stap Met Indy – Dushi - 27 oktober 2019
Webwinkeltjes in de straat Volgend artikel:
ROTTERDAM WOONT – Frans Hooykaas