De lente is losgebarsten en dat merken we niet alleen aan de (soms bizar) hogere temperaturen en de langere dagen, maar zeker ook aan de kleurspikkels en het insectengezoem in onze gevel- en regentuinen die de winter goed doorgekomen zijn. Schrik niet van kale plekken of bruine plukken, ondergronds bereiden de planten zich voor op het nieuwe groeiseizoen en hier en daar zie je al de eerste groene sprietjes verschijnen.
De eerste lenteboden, de biobollen, staan in bloei. Deze gifvrije bollen zijn afgelopen najaar en winter gepoot en vormen in het vroege voorjaar een belangrijke nectar en stuifmeelbron voor (wilde) bijen en andere insecten, onmisbaar voor het voeden van de larven en het opbouwen van een gezonde populatie. Nu de sneeuwklokjes zijn uitgebloeid, zorgen narcissen, blauwe druifjes en lenteklokjes voor kleur samen met vroegbloeiende vaste planten zoals het muurbloempje (Erysimum), maagdepalm (Vinca) en schoenlappersplant (Bergenia). De combinatie met heesters en grassen geeft door het jaar heen een mooi afwisselend beeld.
Het zijn weliswaar regentuinen, die in natte perioden het water bufferen en langzaam in de ondergrond weg laten zakken, maar dat betekent niet dat ze verder geen water nodig hebben. Om de tuinen gezond te houden, is het zaak om in langdurig drogere perioden en bij langere perioden van wind (uitdrogend effect!) de tuinen te begieten. Een mooie taak voor de beheerders van de regentuinen, maar hulp van de buren is zeker welkom.
Geniet van de lente!
Hartelijke groet, Audrey
- Groene reuzen en sponzen - 15 oktober 2023
- Hoe gaat het met onze regentuinen? - 2 april 2021
- Wat staat er nou eigenlijk in die tuinen? - 19 december 2020
Naranja – Narjara Volgend artikel:
Franse sferen op het Tiendplein