Lang heeft ze erover getwijfeld. Eigenlijk had ze het oorlogsverleden en haar jeugd in de Graaf Florisstraat een beetje uit haar gedachten verbannen, maar dat verleden gaat natuurlijk nooit weg. Onbewust bleef ze er toch mee bezig. Op het internet vond ze onze straatkrant en door de artikelen daarin over vroeger en de deportaties van de Joden is het allemaal weer gaan leven. Dat leidde tot een interview met haar in deze krant en een bijeenkomst in ons hoekpandje van oud bewoners en overlevers van de holocaust in mei 2016. Daar vertelde Anneke van den Bergh-Tels, want over haar hebben we het, dat het voor het eerst was sinds 1945 dat ze weer in de straat was. Ze was nooit eerder gegaan, omdat ze er altijd een beetje bang voor was.
Voordat Anneke als 13 jarig meisje in 1943 met haar broer Tinus en haar moeder Lucie Elias via Barneveld en kamp Westerbork naar het kamp in Theresienstadt werden gedeporteerd, waren haar vader en grootmoeder al vanuit hun huis aan de Graaf Florisstraat 89 opgepakt en afgevoerd. Haar vader Harry Heyman Tels, in 1940 als de persoonlijke gevangene van Reinhard Heydrich, De Beul van Praag (zie het artikel Van Ouds: Anneke Tels) en haar grootmoeder Alida Tels-De Pinto, in 1942 omdat ze in tegenstelling tot de rest van het gezin niet beschikte over een stempel van de Joodse Raad. Ze zijn beiden omgekomen in Duitse concentratiekampen.
Lucie Elias, Tinus en Anneke hebben de oorlog overleeft en zijn in 1945 in Den Haag gaan wonen. Moeder en broer zijn inmiddels al lang overleden en vorig jaar is Anneke na veel nadenken en twijfelen tot het besluit gekomen de tragische geschiedenis van haar familie een plaats te geven door voor haar vader en grootmoeder een Stolpersteine te laten plaatsen.
Ze moest nog een jaar wachten voordat Gunter Demnig met zijn levensproject Rotterdam weer aandeed maar op 8 maart jl. om 13:30 was het dan zo ver. In samenzijn met haar 2 dochters, nicht (dochter van broer Tinus) en familieleden uit Israel werden de herdenkingsstenen geplaatst.
Er werden toespraken gehouden door familie en vertegenwoordigers van Loods 24. Het was al met al een aangrijpende gebeurtenis.
De vader van Anneke kwam uit een in aanzien staande Rotterdams-Joodse advocaten familie. Zijn grootvader Hartog Heijman Tels was naast advocaat de eerste hoofdredacteur van de Nieuw Rotterdamse Courant (NRC) en is mede bepalend geweest voor de vrijzinnig liberale koers van de krant en een stimulans voor de politiek van Thorbecke.
Grootmoeder Alida Tels-De Pinto stamde uit een bekend Joods-Portugese geslacht van kooplieden en bankiers. Het huis De Pinto in de Sint Antoniebreestraat in Amsterdam is naar hen vernoemd omdat de familie er halverwege de 17e eeuw in woonden. De Pinto’s behoorden in de 17e en 18e eeuw tot de hoogste kringen van de toenmalige Republiek.
De moeder van Anneke stamt uit een geslacht van industriëlen. Haar voorvader Joseph Elias had midden 19e eeuw in Eindhoven een op stoom draaiende textielfabriek opgezet. Hij hield er vooruitstrevende ideeën op na, ook op sociaal gebied. In 1875 heeft hij in Eindhoven een afdeling van de ‘Maatschappij tot nut van het algemeen’ opgericht (Ja en nu hebben we er weer een in onze straat). Die afdeling stelde zich echter ten doel het niet-confessionele onderwijs te bevorderen. Een streven waar ik me nog steeds in kan vinden.
De keukendoeken van Elias zijn vandaag de dag nog steeds een begrip.
- Wie was Graaf Floris nou eigenlijk? - 4 april 2020
- Indy en de Hazewindhond - 19 december 2019
- Op Stap Met Indy – Dushi - 27 oktober 2019
Van het KPN-kastje naar de…..? Volgend artikel:
Bier drinken bij De Burgemeester