Een brief van Graaf Floris
Wie zich verdiepen in mijn leven ontdekken het al snel.
Dat ging niet altijd over rozen, was vaak zelfs pure hel.
Verloor als peuter al mijn vader, als twaalfjarige werd ik graaf.
Twee jaar later moest ik trouwen en dat deed ik dan maar braaf.
Elf kinderen schonk mijn vrouw mij, mijn lieve Beatrijs,
Negen werden er al snel weer weggehaald, door de man met de zeis.
In de jaren mij gegeven, trok ik met regelmaat ten strijd.
Heb velen op het slagveld verloren, doch kreeg geen tijd voor spijt.
Door mijn eigen schoonvader, het is werkelijk ongehoord,
Werd ik ontvoerd en enkele dagen later, op brute wijs vermoord.
In de eeuwen die volgden, heb ik mij in mijn graf vele malen omgedraaid.
De rust kwam honderd jaar geleden, toen het geluk mij pas heeft toegezwaaid.
Er werd een straat naar mij vernoemd, eindelijk werd mij recht gedaan.
Brede stoepen werden aangelegd en jonge platanen kwamen er te staan.
Ook ‘mijn straat’ kende bittere tijden, gevuld met oorlog en geweld.
Verdrijving en moord van joodse bewoners is mij meerdere keren gemeld.
Maar ook mooie tijden, illustere bewoners, artsen met een bijzondere praktijk.
Bijleveld bijvoorbeeld stelde zijn diagnose op basis van je zijk.
Winkeltjes kwamen en verdwenen en hotels kwamen erbij.
En een gemeenschap van Chinezen en dat alles zij aan zij.
Tot zo’n dertig jaar geleden een dieptepunt werd bereikt.
Met dealers, hotelhoeren en een pandje op een hoekje dat met een koffieshop werd verrijkt.
Bewoners begonnen zich te roeren en op een gedenkwaardige dag,
namen zij dat hoekpandje over en gingen daar ‘Ter Bevordering’ aan de slag.
Na een intensieve verbouwing waren keuken en kelder klaar,
voor maaltijden en het brouwen van bieren, en buren ontmoetten er elkaar.
Toen een verbod kwam van de gemeente op het schenken van alcohol,
gingen ze toch door met organiseren, niets was ze meer te dol.
Samen spelen, eten, films kijken, een ‘midzomernachtsdroom’ zowaar,
een straatgedicht, krant, website en een kinderkookclub, ze speelden het allemaal klaar.
Nu zitten jullie hier als commissie van het eeuwfeest kort gelee.
Opnieuw een onderneming van jewelste, maar wat ben ik weer tevree.
Jullie dachten echt aan alles: slingers, pizza’s, voldoende bier,
muziek, een hardloopwedstrijd, en werkelijk ieder had plezier.
Voor mij voldoende reden om te doen herleven wat ik ooit bedacht,
de Orde van Sint Jacob, waarin ik zo’n twaalf ridders samenbracht.
Ik ga over tot een herbenoeming, de Orde van Ter Bevordering is het voortaan.
Beste Nina en Paul, ik verzoek jullie nu te gaan staan.
Achter deze club van harde werkers waren jullie de drijvende kracht.
Volgt nu een ode die ik voor ieder van jullie bedacht.
Beste Nina,
Met voorgangers als Karel, Jeep, Harold, Karin en Audrey lag de lat heel hoog,
Daardoor liet je je niet intimideren toen je als voorzitter aan de slag toog.
Mensen samenbrengen en tot mooie daden motiveren, dat is telkens weer je doel.
Dat doe je zelfverzekerd, met stralende charme en met een grote dosis gevoel.
Ieder voelt zich in jouw gezelschap gewaardeerd en op zijn/haar/hen plek,
en om dat in stand te houden, is maar weinig je te gek.
Voor het welslagen van het eeuwfeest heb je je onophoudelijk gestort,
op subsidieaanvragen en op contacten leggen, werkelijk nergens schoot je tekort.
Voor een dadendrang als de jouwe, is het met groot respect dat ik hier verklaar,
Lieve Nina, het is voor mij een eer je in ‘mijn straat’ te hebben, eerlijk waar.
Beste Paul,
Als relatief nieuw straatbewoner keek je de kat eerst uit de boom,
Doch hoe dichter de datum naderde kwam je meer en meer op stoom.
Met verwondering over de verhalen gaf je vorm aan de jubileumkrant,
en zo raakte je gaandeweg in het oog van de organisatie beland.
Onvermoeibaar was jij het die regelde: flyer, podium, bar en drank.
Zelfs bekers, kabels en verlichting, waarvoor mijn grote, grote dank.
Je hebt in de voorbije maanden, dat stel ik vast met zekerheid,
een plek in de harten van de bewoners verworven en dat is geen kleinigheid.
Zonder inzet als de jouwe blijft menig plan slechts een idee.
Mét jouw daadkracht en toewijding maak je nog eens mooie feesten mee.
Lieve Nina, lieve Paul, er komt een slot aan mijn verhaal,
doch niet zonder dat ik er een verre nazaat van vrouwe Beatrijs bij haal.
Onze Gies, die aantrof in haar onuitputtelijke rariteitenkabinet,
een magische kris waarmee zij jullie nu aan de poel van normale bewoners ontzet.
Nina, buig het hoofd nu in vervoering en onderga dit eeuwenoude ritueel.
Het is in de Orde van Ter Bevordering dat ik jou als ridder aanbeveel.
Paul, voor jou van hetzelfde laken een pak dat je goed zal staan.
Laat vrouwe Gies je nu zachtjes, doch trefzeker, tot ridder slaan.
- Ridderverklaring Nina en Paul - 31 oktober 2023
- Funderingsonderzoek - 17 juli 2021
- Voortgang verbouwing 88a - 15 juli 2021
Samen Slim Rijden Middelland van start! Volgend artikel:
Liesbeth Levy – Waar ligt Jeruzalem?