Het was de zomer van 2006 dat de TeleGraafFloris voor het eerst het leven zag. Eerst als stencil, toen als PDF en daarna als email nieuwsbrief, de huidige vorm. Nu, in jaargang 18 inmiddels, is er ter ere van het eeuwfeest een eenmalige papieren editie gemaakt in een oplage van maar liefst 1000 stuks. Maar deze editie is ook digitaal te downloaden, wel even geduld hebben, want hij is groot.
In deze feestelijke eeuweditie kijken we op allerlei manieren terug op 100 jaar Graaf Florisstraat: de bouw van de straat, de mensen die er wonen en woonden, de tweede wereldoorlog, de malaise die eind vorige eeuw intrad, het ontstaan van de Vereniging Ter Bevordering, het ontstaan van deze straatkrant en de website, de festiviteiten en andere initiatieven die we de afgelopen jaren gehad hebben, de verankering in Middelland, de kids-in-the-street, de groene initiatieven en nog veel meer.
De redactie heeft met heel veel plezier aan dit nummer gewerkt en wenst u dito leesplezier toe en een heel mooi Eeuwfeest!
‘Ik niet van hem’, het was eruit voordat ik er erg in had. De vriendelijke vrouw had mij in de drukke tram gezegd dat Jezus van mij hield. Het was een lange dag geweest waarin ik me over veel zaken had opgewonden. Maar toch was ik overvallen door mijn eigen reactie.
Die avond besloot daarom te ontspannen met behulp van de BBC documentaire Serengeti. Aangelokt door de trailer vol prachtige natuurbeelden, ondersteund met Afrikaanse muziek, had ik al eerder besloten deze serie te gaan kijken. Algauw kwam ik tot de conclusie dat ik vooral zat te kijken naar waar een dierenleven op de Savanne uit bestaat: paren, het recht van de sterkste maar vooral vreten en zorgen dat je niet opgevreten wordt.
Dat ik toch bleef kijken had te maken met het feit dat de natuur kennelijk wreedheid compenseert met schoonheid, want wat zou zo’n leven op de Savanne zijn zonder de stralende zon, het gras aan de poten, het heldere water en het gezang van vogels?
Door mijn eigen empathisch vermogen, bovendien, kon ik deze natuurdocumentaire beleven als een drama. Alhoewel… opeens schoot mij een gevoel van onbehagen te binnen bij de herinnering aan een andere natuurdocumentaire waarin een school in paniek rondzwemmende haringen van onder werd opgevreten door orka’s en van bovenaf door vogels. Dit tafereel kreeg het commentaar: ‘Een feestmaal’
In zijn werk Das Unbehagen in der Kultur (1930), Freuds invloedrijkste en somberste cultuurtheoretische geschrift, is hij heel stellig in zijn overtuiging dat de cultuur, of de ‘algemene vooruitgang’, de mensheid in elk geval niet gelukkiger heeft gemaakt noch in de toekomst gelukkiger zal maken. Daarvoor vraagt ze te grote offers van de mensen. Ten eerste stelt ze restricties aan het uitleven van het seksuele libido. Ten tweede onderdrukt ze stelselmatig de natuurlijke agressieve neiging van de mens. Met die eerste beperkingen valt nog wel te leven, de libidineuze energie laat zich zonder veel problemen sublimeren, met of zonder steun van de psychoanalytische therapie. Moeilijker wordt het al als de cultuur gaat eisen dat de liefde wordt uitgebreid naar alle leden van de grotere gemeenschap. Met andere woorden, de liefde, een in wezen exclusieve drift die haar objecten zoekt in een zeer kleine kring, moet ten behoeve van de cultuur getransformeerd worden tot een solidariteit met alle leden van de gemeenschap, of, beter nog, in een universele solidariteit met de mensheid. Het christelijke gebod ‘hebt uw naaste lief als uzelf’. Dit gebod vindt in Freuds ogen geen genade. Het is volgens hem zowel onrealistisch als onbehoorlijk. Het doet afbreuk aan de aard van de liefde, die per definitie exclusief is. Iedereen liefhebben is niemand liefhebben; bovendien zijn er genoeg naasten die terecht onze haat verdienen. Het gebod van de naastenliefde is als fluiten in het donker: hier wordt de menselijke natuur bewust ontkend. De mens is nu eenmaal geen zachtmoedig, liefhebbend en beminnelijk wezen; agressiviteit en wreedheid zijn in zijn natuur ingebakken.
In dit weekend vieren we de wederopstanding van Jezus en herdenken zijn lijden. Dankzij de grote componist Johan Sebastian Bach kunnen wij dit drama beleven als een universeel drama.
Nog steeds wassen vele Pilatussen hun handen in onschuld, worden volksmassa’s opgezweept en sterft de rechtvaardigheid zowel in de grote wereld als in onze stad. Toch zegt Freud ons met Jezus: ‘wie zonder zonde is werpen de eerste steen’. Uiteindelijk zullen we met onszelf in het reine moeten komen voordat we de ander en anderen de maat nemen. Dit alles kon ik natuurlijk niet uitleggen aan die vriendelijke vrouw in de tram. In plaats daarvan verontschuldigde ik me en zei: ‘Het was niet persoonlijk bedoeld’.
Wist u dat onder de inwoners van de Graaf Florisstraat ook vele viervoeters worden gerekend? Dit zal u vast niet ontgaan zijn: viervoeters In alle vormen, maten, kleuren, geuren en smaken. Er valt op dit vlak nog veel te ontdekken in onze straat (misschien ook wel een ander aantal-voeter?) en dat gaan we doen de komende periode.
De eerste in deze reeks is Muca van nummer 35A. Een trouwe, op het oog rustige viervoeter die heerlijk kan genieten van het zonnetje. En daar heeft deze lieve hond een fijne, slimme manier op gevonden. Kunt u hem vinden.?
Weetje:
Muca betekent koe in het Italiaans. Tja, kijkend naar Muca past deze naam erg goed! En naast het feit dat Muca leuker klinkt dan Koe voor een hond, vindt de naam zijn oorsprong in de Italiaanse roots van de familie.
Kent u een ander lief, grappig, opmerkelijk dier die Muca kan opvolgen, laat het ons weten!
Nina en Liesbeth spreken twee markante Middellanders. Een dubbelinterview met moeder en zoon die zich inzetten voor Middelland en de mensen die er wonen. Toevallig spreken we hen op de dag dat Adri Duivesteijn is overleden, de Hagenees die streed voor rechtvaardigheid en betaalbare en goede woningen voor de laagste inkomens. De ervaringen van Fatma en Aziem tonen de relevantie van deze idealen.
We ontmoeten Fatma en Aziem in het Wijkpaleis. Fatma heeft er net van de week haar 70e verjaardag gevierd, de slingers van het feestje hangen er nog. “Oh, wonen jullie in de Graaf Florisstraat?!” roepen Fatma en Aziem uit. Voor we aan het eigenlijke gesprek beginnen, wordt eerst onze straat besproken. “Dokter Roels uit de Graaf Florisstraat is al bijna 50 jaar onze huisarts. Een fantastische huisarts!” Aziem had op zijn 14e een baantje bij een zeefdrukker in de Beatrijsstraat. Van het schoonmaken van de zeefdrukken had hij een ingegroeide teennagel gekregen. “Die heeft dr. Roels er nog uitgehaald.”
Een Surinaams meisje…
Fatma is geboren in Suriname. Haar opa was zakenman, kocht en verkocht oker. Op zijn erf woonden al zijn 10 kinderen en hun gezinnen, hij onderhield 50 personen. Hij had in de buurt twee huizen gekocht, onder andere één voor Fatma’s vader, die er met zijn 8 kinderen woonde. Maar Fatma was elke dag op het erf van haar opa te vinden.
Haar vader werkte voor de Landsboerderij, een Nederlands staatsbedrijf, en produceerde er koeienmelk. Hij verdiende daar 200 gulden per maand mee. Hij vulde dat aan met een eigen gemengd bedrijf. Hij hield ganzen, koeien, schapen, geiten. En ze plantten zelf voedsel. Ze hadden het niet breed, maar ze hadden alles, ze hadden genoeg. Verse groente, vis, kip. Alles biologisch. Haar vader leeft nog. Vist nog elke dag, jaagt, melkt de koeien.
Fatma is de oudste van de 8 kinderen. Ze heeft altijd hard gewerkt op het land, zij aan zij met haar moeder. “Vrouwen waren vroeger heel sterk. Hoogzwanger aan het werk op het land. Een kind baren en meteen weer door,” vertelt Fatma. Haar moeder was heel zacht van hart. Als een kalf werd geslacht huilde ze alsof een eigen kind was omgekomen. Samen met haar moeder plantte Fatma rijst en verdiende daar 2,5 cent per dag mee. Haar ouders hadden selderij ingezaaid en dat heel goed verkocht. Het leverde 700 guldens op en daarmee konden ze Fatma laten trouwen.
Fatma’s man ging naar Nederland, Fatma volgde hem wat later. Ze was toen 20 jaar. Hoe was dat voor haar, willen we weten, wat was haar eerste indruk van Nederland? “Die begintijd was niet fijn. Ik was de eerste van mijn familie die naar Nederland ging, ik kende er niemand.” Het jonge paar woonde in Den Haag (wie weet wel om de hoek bij Adri) en had nog geen vast adres. Ze woonden in bij anderen en moesten vaak verhuizen. En alles was wennen in haar nieuwe land. Zoals? “Ik was niet gewend aan een wc. Wat was dat voor herrie, dacht ik? Oh! Water dat doorspoelt! Nog nooit meegemaakt,” zegt ze gierend van de lach als ze daar aan terugdenkt. En waar waren alle winkels? In Suriname speelt het leven zich op straat af, maar hier was alles weggestopt achter muren. Toen ze beter keek, zag ze dat er achter de muren soms winkels zaten, maar die had ze niet meteen ontdekt. “Als je op de Kruiskade loopt, zie je dat iedereen buiten op straat staat. Dat is de Surinaamse manier van leven.” Ook aan het weer was ze totaal niet gewend. Een winterjas had ze bijvoorbeeld niet. Hoogzwanger liep ze over straat, zonder jas. “Maar mensen waren heel aardig hoor, ik kreeg spontaan een jas van een mevrouw.” En van de kraamzorg kreeg ze babykleertjes. “Ja, dat was toch echt heel aardig.” Aziem nuanceert: “Maar we werden ook gediscrimineerd.” Fatma gaat daar niet op in, maar later in het gesprek komt er terloops wel wat ter sprake.
Later verhuizen Fatma en haar man naar Rotterdam, waar ze een eigen woning krijgen. En nog weer later komen ook tantes uit Suriname in Rotterdam wonen en heeft ze meer familie om zich heen. Haar eerste adres is Rotterdam was op de Buitenhofstraat. Het was een woning met 2 kamers en een zolderkamer. Daar woonde het gezin met 5 kinderen. We hebben het over de jaren tachtig. De open zolder was eigenlijk van een buurman, maar daar sliep ook een van de kinderen. Het huis had geen badkamer. Haar man had in een kast een ‘badkamer’ gemaakt. Je kon er water tappen, een teil laten vollopen. Maar er was geen afvoer, dus de teil moest geleegd worden in het toilet. De kinderen gingen in de tobbe, vader waste zich in een openbaar badhuis. Het huis was klein, er waren muizen en ratten. De omstandigheden waren echt slecht. Het waren precies dit soort omstandigheden waar Adri Duivesteijn in Den Haag en landelijk tegen ageerde.
Fatma en haar man proberen een betere en grotere woning te krijgen voor het gezin, maar jarenlang lukt dat niet. Op een gegeven moment waren de kinderen het zat en hebben zij de woningbouwvereniging aangeschreven. Dat hielp. Het gezin verhuisde naar de Beukelsdijk, waar ze een 6-kamer woning kregen mét een badkamer. Dat was het walhalla!
…dat een bekende Middellander werd
Moeder Fatma werkte aanvankelijk niet, zij voedde de kinderen op. Later is ze de moedermavo gaan doen, heeft een mbo opleiding gevolgd en is peuterleidster geworden op de Vierambachtschool. En oad – leerkracht in eigen taal. Ook is ze godsdienstles gaan geven. De islam is voor het gezin Jarmohammed een houvast en richtsnoer voor het leven. Ze heeft haar rijbewijs gehaald (‘stiekem, mijn man wilde het eerst niet zo, haha!’). Ze doet tot op de dag van vandaag allerlei vrijwilligerswerk. Van de moskee, tot de Spoortuin en het Wijkpaleis. Van voorleesmoeder tot kok. Ze is afgelopen najaar geridderd tot ‘Omloper van Middelland’, een prijs voor circulariteit in de wijk. “Ik gooi nog geen rijstkorrel weg,” zegt ze zelf. En ja, hergebruik van bakjes en papier zijn voor haar heel vanzelfsprekend. Ze is gekozen in de Wijkraad van Middelland. Ze kent heel veel mensen en iedereen kent Fatma. Een krachtige vrouw, goedlachs, heel vriendelijk. Een vrouw die zich uit durft te spreken.
“Mijn moeder heeft elke kans aangegrepen om zich te ontwikkelen,” zegt Aziem zichtbaar trots. Ze was de voorzitter van de vrouwengroep van de moskee, strijdt voor gelijke rechten. In de islam heeft de vrouw een heel hoog aanzien. Eén van de principes daaruit luidt : De eerste leerschool is de schoot van de moeder.
Rotterdam is mijn stad
Aziem is geboren en getogen in Middelland. Toen hij jong was zeiden zijn tantes die uit Suriname kwamen: ‘Je bent en blijft een buitenlander’. Hij was het daar niet mee eens. “Rotterdam is mijn stad. Ik ben hier geboren, ik ben een Nederlander.” Hij vond die houding getuigen van een slachtofferrol, en die rol wil hij niet spelen. En hij herkende zich er ook totaal niet in. Hij groeide op rond het Henegouwerplein. Een gemengde wijk. Hij voelde zich er thuis en als een vis in het water. Maar later, toen hij op de pabo voor het eerst in een heel witte gemeenschap terecht kwam, was hij voor het eerst in zijn leven ‘de uitzondering’ (met nog 3 medestudenten van kleur). Toen ondervond hij voor het eerst wat zijn Surinaamse tantes bedoelden.
Van huis uit hebben Aziem en zijn zus en broertjes veel meegekregen. Hun ouders namen ze mee naar musea. Ze hadden het befaamde vakantiepaspoort en ondernamen allerhande uitstapjes. Gingen naar toneel, kwamen in aanraking met kunst en cultuur. Het verrijken van de eigen leefwereld. Ze zijn islamitisch opgegroeid, maar niet heel streng. Vader was voorzitter van de moskee, later ook penningmeester van ISBO (islamitische basisscholen). Moeder Fatma droeg een hijab. Voor de buitenwereld zag het er streng religieus uit, maar ze zijn heel vrij opgevoed en er werd ze geleerd om zelf keuzes te maken.
Vader had een winkel in de Vierambachtstraat, het ‘Modepaleis’ – een herenmode zaak. Die straat was vroeger een elitestraat. Het Modepaleis voerde chique herenmerken als Hugo Boss, van Gils. Ze kenden de familie Van Gils persoonlijk, daar kwamen ze over de vloer. Maar de Vierambachtstraat en Middelland gingen in de jaren ’80 hard achteruit. Winkeliers werden onder druk gezet om drugs te verkopen en geld wit te wassen. De maffia zat erachter. Alle goede winkels die hier niet aan mee wilden doen gingen failliet. Ook bij hen werd de druk opgevoerd. Er is gepoogd brand te stichten. Er werd veel gestolen. Ze waren niet verzekerd, maar toen ze probeerden zich te verzekeren wilde geen verzekeraar ze hebben. De belastingdienst kwam geregeld over de vloer, op zoek naar dure schilderijen of plezierjachten. Maar ze hadden niets van dat al. Het leverde veel stress op. Verhalen deden de ronde van winkeliers die illegaal geld hadden en zakken met cash geld bij de boom dumpten bij het vuilnis, om maar niet gepakt te worden bij een inval van de politie. Het was een wilde tijd. Uiteindelijk is vader ook failliet gegaan. Daarna volgde voor zijn ouders een moeilijke tijd, al had Aziem als kind niet door dat er geldzorgen waren. Ze lieten dat niet merken. Zijn ouders hebben altijd hard gewerkt, nooit hun hand hoeven ophouden voor een uitkering.
De kinderen zaten op de Emmausschool. Het niveau ging omlaag. De ouders werden hiervoor gewaarschuwd en geadviseerd naar een andere school te gaan, om hun kinderen goed onderwijs te laten krijgen. Dochterlief zat al in groep 8, die heeft het daar afgemaakt. Voor de 4 jongens gingen de ouders op zoek naar een andere school. Ze probeerden het bij het VOS, maar daar kwamen ze er niet tussen. Ze probeerden het op de Montessorischool. Er was plek voor de drie jongsten. “Maar er geldt hier wel een ouderbijdrage”, werd hen meegedeeld. Dat was geen probleem, ze hadden toen nog de eigen zaak. “Ik denk dat ze dat niet verwacht hadden, dat mijn ouders dat konden betalen,” aldus Aziem. Zijn broers gingen er dus heen, maar werden daar wel bekeken als ‘buitenlanders’. Er waren niet veel kinderen van kleur.
Voor Aziem, die al in groep 6 zat, was daar geen plek. Via een vriend van de familie kwam hij terecht op een school in Zuid, de Elout van Zoetewoudeschool (PC). Groep 7 en 8 heeft hij daar gedaan. Elke dag alleen naar school, die kant op. En weer terug. En alleen naar Arabische les in Ridderkerk. “Het vormt je,” zegt Aziem, “je wordt er heel zelfstandig van.” Als kind begreep hij niet waarom zijn ouders handelden zoals ze handelden. Maar later begreep hij waarom ze hem niet op tijd konden ophalen, nooit mee konden met een schoolreisje.
Patronen herhalen, patronen doorbreken
Na zijn faillissement in zijn vader in het islamitisch onderwijs terecht gekomen. Fatma en haar man hebben beiden vele jaren in het onderwijs gewerkt. Aziem heeft de pabo gedaan en heeft 16 jaar op de Imeldaschool gewerkt, en eraan bijgedragen dat die school van transformeerde van ‘bijna sluiten’ naar zeer goed functionerend. Nu is hij sinds 1,5 jaar schooldirecteur van de Emmausschool, de school die hij zelf eerder verliet vanwege de slechte kwaliteit. Wat hij nu ziet bij veel van de kinderen van zijn school, zijn precies dezelfde economische problemen als toen hijzelf opgroeide in de jaren ’80. “Ik herken bij velen mijn eigen patroon en dat wil ik doorbreken.”
Aziem ziet het als zijn missie als schooldirecteur om ondanks de economische achterstelling, bij deze kinderen het geloof in eigen kunnen aan te wakkeren. Hij probeert zijn leerlingen te leren hun eigen cirkel van invloed te vergroten. Hij wil zijn leerlingen een gevoel van eigenwaarde meegeven en vertrouwen in hun eigen kunnen. En de ouders geeft hij mee: je kind is belangrijk, investeer in ze en laat ze zich ontwikkelen. Zoals zijn ouders ook bij hem deden.
Vorige week was de afsluiting van ‘De Muren hebben oren’, een gezamenlijk pilot project van de Emmausschool en de Montessorischool. De leerlingen interviewden elkaars gezinnen en presenteerden de uitkomsten aan elkaar en de ouders in het Wijkpaleis. Fatma was er ook bij. Een aantal kinderen ging de vlaggen die er hingen kapot maken. Ze sprak ze aan en zei: laat meester Aziem het niet zien! De kinderen waren meteen gekalmeerd. “Mijn zoon heeft aanzien bij die kinderen, hoor!”, zegt ze vol trots.
Wij zijn allemaal buurtbewoners
Aziem heeft tot zijn 25e in Middelland gewoond. Hij werkt er nog, maar woont nu in Barendrecht. En hij komt nog geregeld op bezoek bij zijn ouders en vrienden van weleer. “Nog steeds is de buurt niet goed,” vindt hij. “Bij sommige winkels zitten kogelgaten in de muren.” Ook ziet hij veel moderne slavernij (een Pool is recent omgekomen bij de val van een dak bij het plaatsen van zonnepanele omdat hij niet goed beveiligd was). Hij ziet ook dat de Middellandstraat nog steeds vol witwaswinkels en junks is.
Fatma brengt hiertegen in dat zij zich veilig voelt. Dat ze iedereen kent en gelukkig is. Aziem meent daarentegen dat mensen kunnen gelukkig zijn en zich veilig kunnen voelen, maar dat er nog steeds misstanden zijn.
We vragen Aziem wat er nodig is om de buurt te verbeteren. “Ga kijken achter de muren en voordeuren. Betrek mensen bij de wijk.” Gebeurt dat dan niet in bijvoorbeeld de Wijkraad? “De Wijkraad is alleen voor mensen die snappen hoe het werkt, en een bepaald taalniveau hebben.” Hij ziet dat er meer nodig is. Verschillende culturen bij elkaar is lastig, het mengt lastig. “In het Wijkpaleis lukt het”, werpt Fatma tegen. Maar Aziem betwijfelt of dat zo is.
Een sleutel tot een oplossing ziet Aziem in het onderwijs. Als je echts iets wil veranderen moet je jong beginnen. Het zou beter zijn als kinderen op postcode bij elkaar gezet zouden worden. Dan krijg je echt gemengde scholen, een afspiegeling van de wijk. Maar met hoe het onderwijs in Nederland is geregeld, is dat lastig; de scheiding is te groot.
Op het niveau van de wijk moeten we met elkaar in verbinding blijven staan, meent Aziem.
“Zeg elkaar gedag. We zijn allemaal buurtbewoners.” Fatma voegt daaraan toe dat eten mensen bindt. Tijdens het eten hoor je de verhalen, aldus Fatma. En dat is wat haar zo aanspreekt in het Wijkpaleis.
De eerste leerschool is de schoot van de moeder
Fatma is trots op Aziem. Zij herinnert zich dat op de Henegouwerschool waar Aziem als jongen zat, zij en haar man een woordenwisseling hadden met de leraar. Fatma gaf aan dat ze hun zoon later het onderwijs in wilden laten gaan. Maar de leerkracht zag dat niet in hem. Dat is toch maar mooi gelukt! Sterker nog, 4 van haar 5 kinderen zijn in het onderwijs terecht gekomen. “Ik heb mijn kinderen goed opgevoed, ik heb geen zorgen over ze.”
Aziem is dankbaar voor hoe hij terecht is gekomen. Zijn ouders zijn zich altijd blijven ontwikkelen en zich altijd blijven inzetten voor de samenleving. Zo bevlogen als hij praat over Middelland, over onderwijs, over economische achterstelling en kansen pakken, doet bij ons een vraag opkomen: “Zeg, is de politiek niet iets voor jou?” Nee hoor, niets voor hem, zegt hij. Er is geen tijd daar verder op in te gaan, hij moet terug naar zijn werk op school. Als hij het Wijkpaleis uitbeent, zien wij een jonge ‘Adri-Duivesteijn-van-het-Rotterdamse-onderwijs’ wegwandelen. En een trotse moeder die hem nakijkt. “Aziem is een rolmodel voor de kinderen.”
Hoe staat het met het initiatief voor oprichting van een wijkcoöperatie in Middelland om (elektrische) auto’s te delen? De afgelopen periode hebben Luuk, Franz en Nina – de buurtambassadeurs – niet stil gezeten. Er zijn stappen gezet in de goede richting. Lees hier waar we staan, en wat te verwachten.
Wie zich had opgegeven als mogelijk geïnteresseerde, is de afgelopen periode persoonlijk benaderd. Met alle geïnteresseerden is gesproken om te kijken wie mee zou willen doen. Op29 maart was de eerste keer samen eten voor (potentiële) deelnemers in het Wijkpaleis. Zo leren we elkaar ook persoonlijk kennen. Aan de hand van de kaart van de wijk zijn we samen gaan bepalen waar we de eerste auto’s zouden willen plaatsen. Want we zijn ervan overtuigd: als we eenmaal starten zullen er snel meer deelnemers van deelauto’s volgen. Auto’s delen in de stad heeft de toekomst!
We hebben contact gehad met de gemeente, en die staat positief tegenover ons initiatief. Wij vallen met de buurtcoöperatie buiten de bestaande beleidskaders, maar er is grote bereidheid om ons initiatief te steunen, zowel in financiële als in praktische zin (denk: parkeervergunning, laadpalen). Wij gaan nu inventariseren waar we laadpalen en parkeerplaatsen zouden willen hebben voor onze deelauto’s. Met ons plan en wensenlijstje in de hand, kan de gemeente bekijken wat er mogelijk is. Er zijn dus nog geen concrete toezeggingen, maar de grondhouding is positief. En dat is erg fijn!
Ook inventariseren we hoeveel ‘minder’ auto’s dit initiatief oplevert. Auto’s delen is goedkoper en levert ook parkeerplaatsen op. We willen natuurlijk niet dat die plekken dan opgevuld worden door bezoekers van buiten. We willen juist minder blik en meer groen in onze straten. En dat wil de gemeente gelukkig ook! In de proefperiode kunnen we waarschijnlijk een aantal parkeervakken tijdelijk vergroenen met bloempotten. En als de pilot slaagt, kunnen er permanent parkeervakken uit en plaats maken voor groen.
Ook hebben we contact gehad met de oprichters van DEEL, in Den Haag – waar het initiatief al draait. Zij gaan ons helpen met de volgende stappen, en staan ons bij met raad en daad.
We gaan daadwerkelijk auto’s bestellen als we er tenminste 4 kunnen leasen. 15 juni willen we dit streefgetal bereikt hebben. Het zal een mix zijn van auto’s: klein, middel, groot. En in de toekomst zal er wellicht ook een bestelbusje bij zitten. We zijn uitdrukkelijk ook op zoek naar mensen die meermaals per week (overdag) een auto gebruiken, bijvoorbeeld voor woon-werk verkeer. Het gaat erom een optimale mix te vinden, waarbij de auto’s zoveel als mogelijk gebruikt worden.
In september 2023 willen we van start gaan met de proefperiode van 6 maanden. En met starten bedoelen we: dan staan de eerste paar elektrische deelauto’s klaar voor gebruik in onze buurt!
We zullen de komende tijd met enige regelmaat bijeenkomsten beleggen om persoonlijk kennis te maken, elkaar bij te praten over de laatste ontwikkelingen en zaken door te spreken. De eerstvolgende keer is woensdag 12 april, 18:00 uur in het Wijkpaleis. Voor €5 pp kun je daar mee eten, liefst contant te betalen aan het Wijkpaleis. Je kunt ook aanhaken na het eten.
Tijdens onze uitlaat rondjes met hond Cato viel een paar jaar geleden een nieuwe frisse plek met fijne terrasjes op: café Bakeliet op de hoek Heemraadsingel en Nieuwe Binnenweg. Via zijn teckel Gustav leerden we Frodo kennen, een van de oprichters van het café, en via hem leerden we weer meer over Bakeliet. Een bijzonder verhaal.
Concept
Micha, Frodo en Mazdak, drie ondernemers uit het nachtleven en de culturele sector in Amsterdam, waren op zoek naar een mooie plek voor een nieuw horecaconcept. Een laagdrempelig café, waar de openheid van het nachtleven ervaren wordt in een huiskamer sfeer. Een experimentele plek, voor zowel smaken, muziek en kunst, en dan voor iedereen (hoewel een beetje vooruitstrevend zijn wel een pre is).
Voorheen het Spinnenwiel
Die plek vonden ze drie jaar geleden op de hoek van de Nieuwe Binnenweg en de Heemraadsingel. Toen nog het oude bruine café het Spinnenwiel. Ze hebben Bakeliet eigentijds en eigenwijs ingericht, wat niet altijd meeviel met zo’n oud pand. Vijf weken na de opening moesten ze alweer sluiten door de lockdown. De start was dus moeizaam, maar het is nu een plek waar het zowel in de middag als de avond gezellig druk is.
En het is echt gelukt: het is een gemêleerd publiek.
Eigenzinnige smaken
Voor deze recensie spreek ik met Micha. Hij is verantwoordelijk voor het assortiment van de bar. Ook daarin zijn ze op zoek naar eigenzinnige smaken. Zo heeft hij net een nieuwe eigen cocktail ontwikkeld, en gaat hij cider meer onder de aandacht brengen. Een drankje dat volgens hem totaal ondergewaardeerd wordt in Nederland. Dat laatste ben ik grondig met hem eens, ik besluit ter plekke dat Bakeliet ook mijn stamkroeg wordt.
Hij wil de traditionele ciders uit bijvoorbeeld Spanje en Engeland introduceren, in plaats van de zoete limonade-achtige ciders die je nu vaak in Nederland vindt.
Zomer terras
En leuk nieuws: in samenwerking met het cafe aan de overkant (Rijke & de Wit), organiseren ze deze zomer op het Heemraadsplein weer een zomerterras, van begin mei tot eind september. (dit hangt natuurlijk ook een beetje het weer af). Dat wordt een zomer vol events, zoals muziek, proeverijtjes, etc.
Nog even over Gustav
Ik hoopte natuurlijk ook Gustav even te zien bij Bakeliet, het was de bedoeling dat hij de huis-teckel zou worden van het café. Maar Gustav bleek geen bartype te zijn en het allemaal wat te druk te vinden. Dus die ontmoeten we voortaan gewoon weer op de singel.
Door: Gies van de Kamp en Jan Sjoerdszoon van de Kamp Foto’s: Nina Huygen
Op zondag 20 februari 2022 was het de plataan tegenover nummer 31 teveel geworden. Stormen Corry, Dudley en Eunice had de boom nog weerstaan, maar Franklin was de nekslag. Gies legde daarop contact met de gemeente om een nieuwe boom in onze straat te bepleiten. Met succes! Haar zoon Jan, landschapsarchitect, praat ons nu bij over deze straatbewoners.
100 jaar
De Graaf Florisstraat bestaat ruim 100 jaar. De bomen zijn de enige nog levende wezens in de straat, die deze hele eeuwlange periode hebben meegemaakt. Met een boom aan de Westersingel, en de bomen op het Bospolderplein horen ze tot de oudste bomen (in het openbare gebied), van Rotterdam West. Het zijn platanen, geplant bij de aanleg van de straat. Ze zijn niet ter plekke gezaaid, maar als jonkies aangeplant. Doordat de boompjes bij aanplant al enkele jaren oud waren, zijn ze nu waarschijnlijk zo’n 110 jaar oud. In de jaren ’50 zijn er een aantal vervangen. Dat leeftijdsverschil is met t blote oog niet meer waarneembaar. De boom voor ons hoekpandje op nummer 88, is in de late jaren ’80 geplant. Een onder de oorspronkelijke boom geparkeerde brommer vloog in brand en dat kostte de oude boom het leven.
Platanus orientalis
Platanen zijn van oorsprong mediterrane bomen (Platanus orientalis). In Zuid Europa komen ze van nature voor, vooral langs rivieren. Daardoor kunnen ze goed tegen wisselende waterhoeveelheden, periodes van droogte of juist veel regen doorstaan ze goed. Tegenwoordig worden ze niet vaak meer gekozen in nieuw aan te leggen stadse groengebieden, omdat ze ecologisch eigenlijk niet zoveel meebrengen. Er zitten weinig insecten in, waardoor ze voor vogels niet zo heel aantrekkelijk zijn. Ook bieden ze weinig schuilplek aan vogels omdat ze niet zo’n heel fijnmazig takkennetwerk hebben. Ten tijde van de aanplant werd dat als een voordeel gezien, want minder vogelkak. Duiven komen er wel op af, maar die zitten net zo lief op rotsen, en op stenen gebouwen.
Ook kunnen platanen relatief goed tegen verharding rond hun wortels. Veel andere bomen drukken bestrating omhoog, als ze naar lucht “zoeken”. Dit is relatief. Het is bij deze oudjes wel degelijk belangrijk om ze lucht te gunnen. Parkeren op de wortels is niet ideaal. Het dichtzetten van boomspiegels zeker ook niet. Daarom is het een minder goed idee om grote bloembakken op de boomspiegels zetten. Het is beter om de boomspiegels te vergroten, en plantjes rechtstreeks in de grond te zetten.
Overigens schijnt de plataan qua allergie relatief weinig mensen te treffen, veel andere bomen zijn “erger”. (Zelf ben ik wel allergisch voor het pluis van de bolletjes. Er komt er weer een periode aan van jeukende ogen en veel niezen.)
Instabiel
De gemeente doet periodiek een scan van alle bomen in de stad om hun toestand in de gaten te houden. Elke jaar wordt een derde van alle bomen in de stad bekeken, zodat iedere boom om de drie jaar aan de beurt is. Dan krijgt de boom een levensduur prognose 5-10 jaar of meer dan 10. Op die manier kan er enigszins vooruit gepland worden, waar er jonge bomen moeten gaan komen. Bomen die echt direct gevaar opleveren gaan eruit. Een 5-10 jaar prognose, kan in een volgende scan weer opnieuw 5-10 jaar worden. Het zijn dus “minimale levensduur” schattingen.
Onze platanen zijn inmiddels relatief hoog, en weinig breed. Ze zijn van de woningen weg gesnoeid, maar ze blijven wel omhoog groeien. Dat komt uiteindelijk hun stabiliteit niet ten goede. En, alleen het bovenste deel vangt nog zon, omdat ze zijdelings elkaar schaduw geven, en ze tussen bebouwing staan. De wortels hebben ook geen uitbreidingsruimte meer, vanwege die bebouwing.
Als platanen eigenlijk niet zo geschikt zijn, zou je zeggen dat we dan voor inheemse bomen hadden moeten kiezen. Maar, oorspronkelijk inheemse Hollandse bomen doen het niet zo goed in een stedelijke omgeving. Bijvoorbeeld omdat ze niet meer dagelijks overstromen, sinds we dijken hebben. Sommige inheemse soorten zijn moeilijk in de stad in te passen omdat het brede struikvormige bomen zijn, die op straatniveau heel veel plek innemen. In de stad zijn veel bomen opgekroond, zodat we er onderdoor kunnen lopen of met bussen en vrachtwagens er onderdoor kunnen. Niet elke boom kan dat aan.
Een nieuwe plataan!
Ruim een jaar geleden, op 20 februari 2022, is er helaas dan ook een plataan omgewaaid ter hoogte van huisnummer 31. Uw straatvereniging is flink aan het mailen en smeken geweest om een mooi groot exemplaar. In april en juli hebben we daarover bericht. En warempel, precies een jaar later werd, voor #31 de straat afgezet.
In de vroege ochtend van 21 februari, werden de straatbewoners aan deze kant van de straat opgeschrikt door een hoop herrie. Die ochtend werd een behoorlijk grote jonge plataan aangeplant. Als je goed kijkt, zie je in de stoep vlakbij de boom een tegel met een rondje erin. Dat is een lucht-gat voor de wortels. Dan kunnen ze nog een beetje ademen in deze stenige omgeving. De gemeente houdt twee plant-momenten aan, in het voor- en in het najaar. Daarom hebben we een tijdje tegen een gapend gat aangekeken. De fikse oude wortels moesten ook eerst worden verwijderd. Omdat die waarschijnlijk tussen de wortels van de buurbomen doorgegroeid zijn, is het ook beter om die oude wortels eerst wat te laten verdorren.
Met dank aan Ronald Stam van het gemeentelijk bomendepot heeft dat tot dit mooie resultaat geleid. Hopelijk houden onze oude bomen het nog een tijdje vol. We moeten ze maar met zorg en liefde omringen, en er het beste van hopen!
Afgelopen winter hebben we voor onze LoopLoop crowdfunding campagne voor een paar weken het kleinste winkeltje van Rotterdam geopend in onze straat. Het pop-up lampen winkeltje heeft er mede voor gezorgd dat onze campagne is geslaagd en dat we nu verder kunnen investeren in duurzame productiemethoden en producten.
De meest recente ontwikkeling is ons bio-based pigment waarmee we onze aluminium geanodiseerde lampen kunnen kleuren en unieke patronen kunnen maken.
Ook starten we deze maand met een nieuw onderzoek naar de mogelijkheden van materiaal reductie in onze lampen, dit door 3D patronen in heel dunne aluminium platen te gaan persen, met zelf ontwikkelde machines natuurlijk.
Wat ook erg leuk is, is dat we veel support krijgen van andere ondernemers in de stad, zo staan er lampen van ons in de studios van Yoga Ground en ook bij de duurzame bloemist Kore in Noord en dankzij de campagne gaan we nu ook lampen maken voor het koffiehotel van Man met Bril Koffie in Crooswijk! Het doel is om echt lokaal te beginnen en vandaar rustig verder te kijken.
Volgend jaar zullen we wederom ons werk tijdens de Milaan Design Week gaan presenteren om zo onze duurzame aanpak te delen met andere ontwerpers en het grote internationale design publiek.
Nieuwsgierig en wil eens in onze studio komen kijken, stuur gerust een mailtje naar [email protected]
Het is alweer even geleden dat ik op de stoep voor mijn huis kennismaakte met een nieuwe buurman. Hij stelde zich keurig voor, in accentloos Engels. Eugene bleek zijn naam. Ik vertelde hem de mijne en zo raakten we in gesprek. Telkens als ik hem weer zag, voerden we een kort gesprekje. Hij maakte een pientere indruk. Ik schatte hem een jaar of 6 oud. Enkele weken geleden zag ik Eugene ineens samen met zijn vader meubels over de stoep rollen. Hij had een enthousiaste mededeling : “Peter, we are moving house!” Bleek dat hij met zijn ouders en zusje van het huurhuis op 106a verhuisde naar de koopwoning op 80a. Wat was hier aan de hand? Hoogste tijd voor een Nieuwe Buren interview.
Als ik hiervoor een tijdje later aanbel bij 80a, blijken Eugene (7) en zus Sibylle (5) juist naar bed en krijg ik de kans om – onder het genot van een glaasje wijn – zijn ouders te spreken. Het zijn Adèle en Romain en ze wonen inmiddels alweer bijna drie jaar in Rotterdam.
Van Parijs naar Rotterdam
Adèle en Romain zijn alletwee geboren Parijzenaar. Ze hebben elkaar leren kennen tijdens de studie aan de Universiteit van Parijs. Beiden blijken behoorlijke studiebollen. Adèle had al twee Masters gedaan in Parijs en kreeg in 2018 de kans om er nog ééntje te doen aan het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (M.I.T.) in Boston, U.S.A. Daar studeerde ze Engineering Management & System Design. Romain had al een PhD en werd in de V.S. onderzoeker en postdoctoral fellow aan de Boston University. Het jonge gezin woonde er op een soort campus voor academici met kinderen, een hele knusse bubbel van top-wetenschappers en academici. Toen Adèle daar klaar was kon Romain een baan krijgen in Rotterdam als assistant professor aan de Rotterdam School of Management (Erasmus Universiteit) en verhuisde het gezin terug naar Europa.
Rotterdam
In Nederland kwam het gezin eerst terecht in een woning aan de Henegouwerlaan. Dat was lekker dichtbij de school die ze voor Eugene en Sibylle hadden gevonden: de Harbour International. Het stel was gelijk enthousiast erg over deze straat waar deze school aan lag: de Graaf Floris. In mei 2022 konden ze terecht in de huurwoning op 106, dat was nog dichter bij school en met de brede stoep ideaal voor de kinderen om te spelen (en kennis te maken met de buren!).
Met GfS80a verruilden ze de behoorlijk oude huurwoning voor een schitterende koopwoning, die supermooi afgewerkt is achtergelaten door vorige bewoners Bart en Sayida. Eugene en Sibylle wonen nu nog dichter school, ze kunnen hem zowat aanraken vanuit hun achtertuin.
Werk
Het stel is erg blij met hun huidige werk- en woonomgeving. Romain heeft het goed naar zijn zin op de Erasmus Universiteit waar hij voor de helft van zijn tijd bezig is met onderwijs in data analytics en marketing research en de andere helft zelf onderzoek kan doen binnen dit vakgebied. Adèle doet belangrijk werk bij het Global Centre on Adaptation. Kantoorhoudend in de Floating Office in Rijnhaven houdt zij zich bezig met het klimaatbestendig maken van infrastructurele objecten over de hele wereld. Als voorbeeld noemt ze een belangrijke snelweg in West-Afrika, de levensader van Gabon, die bedreigd wordt door overstromingen, landverschuivingen en hittestress. Voor haar projecten werkt ze enerzijds samen met financiers als ontwikkelingsbanken en de Wereldbank en anderzijds met uitvoerende partijen: Nederlandse civiele ingenieursbureaus en lokale partners. Ze reist veel: vorige week Ghana, deze week Gabon en volgende week Kenya.
Vrije tijd
Romain en Adèle werken beiden fulltime en doordeweeks worden ze bijgestaan door drie verschillende engelstalige studenten voor de naschoolse opvang van Eugene en Sibylle. Er schiet ook nog tijd over voor hobby’s. Adèle is fervent roeister en is samen met haar achtgenoten van Roeivereniging Rijnmond regelmatig in actie op de Rotte.
Romain is een fanatiek visser en heeft hiertoe vruchtbare gronden gevonden in de vijvers van Park Zestienhoven waar het aldus hem goed snoeken is. ‘s Zomers vist hij samen met Eugene en Sibylle vanuit een opblaasbare Decathlon kano op de Zevenhuizerplas.
In de schoolvakanties is Parijs dichtbij alwaar twee setjes opa’s en oma’s klaar staan om de kleinkinderen op te vangen.
Toekomst
De straat en buurt bevallen hen ook erg goed: fraaie huizen, mooie platanen, brede stoepen, veel leuke tentjes in de buurt. Het doet hen denken aan de gentrificerende wijk in Parijs-Noord, waar ze eerder woonden. Ik tip ze nog de verborgen speeltuinen.
Of Adèle en Romain met de koop van deze woning ook een langere verblijftijd in Nederland voorzien, weten ze nog nu niet. De internationale school vinden ze voorlopig het beste voor de kinderen. Naast Frans en Engels leek een derde taal hen op dit moment iets te veel voor de kinderen, bovendien is het onhandig wanneer je de lesstof van je eigen kinderen niet zelf kunt lezen. Desondanks kent Eugene al wel wat Nederlandse woorden, zoals “niet doen”, nuttig!
In ieder geval, voor zolang ze hier wonen: Bienvenue dans la rue! (dat rijmt in het Frans).
Na het winterse menu van november èn door de wens de lente snel te mogen omarmen, zijn de chefs druk in de weer geweest met lenteachtig menu.
Een verrassend driegangenmenu was samengesteld en bestond uit vooraf een caprese-tartaartje, gevolgd door een poké-bowl met zalm en mango om af te sluiten met een kinder bueno toetje. Naast het lentetintje heeft dit menu ook een internationaal tintje van Hawaï tot aan Italië. Wellicht onbewust ook door de behoefte aan een lentezonnetje 😉.
De jongste twee chefjes waren dit keer drie jaar oud ten opzichte van de oudste die bijna elf jaar is. Voor te stellen is dat de oudere chefs naast het koken zelf, druk bezig zijn geweest met de begeleiding van de kleintjes. Zaken die vanzelfsprekend zijn voor hen, lijken volkomen onlogisch voor de jongste: waarom zou je de restjes in de prullenbak gooien, als ernaast meer ruimte is bijvoorbeeld?!
Taken die bij het koken horen, zoals afwassen, opruimen en de tafel dekken, worden ook enthousiast opgepakt door de chefs. De één iets minder dan de ander maar net zoals dat in een geoliede keuken gebeurt gaan de droogdoek en afwasborstel eerlijk rond.
De gang die het meest in trek was?
U zou wellicht denken dat de laatste gang de meeste aftrek vond? Juist leuk om te zien dat ook de eerste twee gangen erg populair waren. Het leren over ingrediënten, het bereiden ervan en het samenwerken ermee maken hongerig – alles was op!
De volgende keer
De volgende Koken à la Flo staat gepland op 8 juli en zal in het teken staan van de zomer. De mail met aankondiging voor inschrijving volgt t.z.t. We kijken uit naar wederom een volle, gezellige en diverse keuken!
17 juni is een groots straatfeest gepland n.a.v. het 100-jarig bestaan van onze fijne straat, 100 jaar zo ongeveer, want de Graaf Florisstraat is in een jaar of 5 afgebouwd, telkens een stukje erbij. Maar wist u dat vanaf het prille begin, toen de platanen maar heel kleine jongens waren, onze straat zich mocht verheugen op een ‘eigen’ huisartsenpraktijk?
Stel je eens voor, de huisarts die op bezoek kwam met een koetsje, natuurlijk met een paard ervoor. Hoewel, in de straat zal hij toch wel even te voet gekomen zijn, beweging en gezondheid zal toen toch ook wel de aandacht hebben gehad? En dat die huisartsenpraktijk nooit meer verdwenen is en dat daarmee het fundament is gelegd voor de huidige praktijk? Nee, dat wist u natuurlijk niet, dat vinden we met z’n allen de gewoonste zaak van de wereld, maar dat is het natuurlijk niet. Want huisartsenpraktijken staan volop in de belangstelling, regelmatig verschijnen artikelen in de kranten over het tekort aan huisartsen, dat huisartsen te maken hebben met toenemende agressie, dat er in kleinere dorpen helemaal geen huisarts te vinden is, dat huisartsen verdwijnen in onpersoonlijke gezondheidscentra en dat investeerders huisartsenpraktijken proberen op te kopen om zo, naar eigen zeggen, efficiënte zorg te kunnen bieden, nou, dan weet je wel hoe laat het is, of het nou zomer- of wintertijd is .
Dokter Hoeven
Maar dat is ons in ieder geval bespaard gebleven, als we het over de laatste decennia hebben, was daar altijd de praktijk van dr Roels/dr Karstel en later dr Karstel alleen, uiteraard ondersteund door zeer bekwame assistentes. Een paar jaar geleden is dr Hoeven erbij gekomen en plots was het bord aan de gevel veranderd van huisartsenpraktijk Karstel in huisartsenpraktijk Hoeven. Hoewel dr Hoeven al een flink tijdje meedraait en dus voor veel patiënten een bekend gezicht is, toch reden genoeg voor een gesprek om te horen wat de reden is voor deze wisseling en wat hij als huisarts belangrijk vindt om uit te stralen.
Met het oog op de toekomst is deze stap genomen, zo vertelt dr Hoeven. Dr Karstel zal toch een keer gaan stoppen, maar voorlopig blijft ze nog volop betrokken en doet ze voornamelijk de avondspreekuren. Dr Hoeven is nu dus de praktijkhouder en dat doet hij natuurlijk niet alleen, hij wordt ondersteund door een team van 10 man sterk en inmiddels is er een derde huisarts, mevr. Mosk, in de praktijk werkzaam. Wie op welke dagen spreekuur houdt alsook verdere relevante informatie is prima na te lezen op de website www.huisartsenpraktijkhoeven.nl, je zou bijna vergeten dat ook huisartsen een eigen website hebben, althans…ik was het bijna vergeten .
Kleinschalig
Kleinschaligheid, korte lijnen en betrokken persoonsgerichte zorg, met vaste, bekende gezichten, dat zijn de kernkwaliteiten van onze huisartsenpraktijk en we gaan er alles aan doen om dat zo te houden, voortbouwend op wat er de afgelopen jaren is neergezet, dat is de stellige overtuiging van dr Hoeven. Van groot belang vindt hij ook dat er laagdrempelige plekken in de wijk zijn waar mensen terecht kunnen met hun zorgen of behoefte aan gezelschap, zoals het Wijkpaleis, de Oostervant en andere centra. Onze praktijk wil dat ook zijn, laagdrempelig, goed bereikbaar en niet te vergeten..deskundig, daar wordt met het team altijd aan gewerkt, dat wil dr Hoeven met zijn team elke dag uitdragen.
Wel, ik spreek maar even uit eigen ervaring, dat lukt allemaal prima. Eigenlijk wil je je huisarts zo min mogelijk zien, maar als het echt nodig is moet hij of zij er staan, moet je je veilig en deskundig geholpen voelen en als ik zeg dat we ons gelukkig mogen prijzen dat we zo’n huisartsenpraktijk in onze straat op nr 85 hebben, overdrijf ik totaal niet. En dat geldt niet alleen voor onze straat, want mensen uit de postcode 3021 kunnen nog terecht bij huisartsenpraktijk Hoeven.
Bedankt voor het gesprek en als ik zeg te hopen dat ik u zo weinig mogelijk hoop te zien, ben ik bang dat dat een ijdele hoop is, maar dat geheel terzijde .
Er is weer een nieuw restaurant geopend in de 2e Middellandstraat, grenzend aan het Middellandplein. We zijn gaan proeven. Een échte Portugees. Spoiler alert: heerlijk eten, aanwinst voor de buurt en voor Rotterdam.
Gastvrijheid
Ik was er al een paar keer langs gelopen en mijn blik was door een grote glazen pui in fraaie zwarte omlijsting blijven haken op mooi gedekte tafels met verse bloemen, en vooral ook aan de blik vangende wit-blauwe tegelwand groenten, fruit, vis, vlees, flessen, en in het midden een grote octopus en daarboven: Portugália Tasca. Dat zag er aanlokkelijk uit! Toen ik vorige week vrijdagmiddag rond het middaguur naar de bakker liep, zag ik mensen aan het werk in de keuken, maar de zaak was verder leeg. Ik ging naar binnen. “Zijn jullie open?” Jazeker, ik kon aanschuiven voor de lunch als ik wilde. Ik probeerde manlief te bereiken voor een spontaan ‘uit lunchen buiten de deur’. Ondertussen kreeg ik een glas water aangeboden. “Plat of bruis?”. Wat een gastvrijheid. Maar ik kreeg hem niet te pakken en dus liet ik mijn telefoonnummer achter voor een reservering in het weekend. Diezelfde middag nog werd ik zowaar teruggebeld. En zo zaten we er zondagavond, met de jongste en de oudste en diens vriendin: een proefpanel van vijf.
Als we binnenkomen is de zaak al aardig gevuld – een gemengd publiek – maar we kunnen nog zelf een tafel uitkiezen beneden of boven op de mezzanine. We kiezen voor het uitzicht boven. Vanuit de keuken horen we alleen maar Portugees, en ook de bediening is voor een groot deel Portugees. Onze serveerster Sara blijkt half Portugees – half Nederlands te zijn, maar opgegroeid in Portugal is het Nederlands wat onwennig voor haar. Met een charmant accent kan ze best wel wat zeggen, maar in het Engels uit ze zich een stuk makkelijker. De ober die we daarna in het Engels aanspreken blijkt juist de enige Nederlander in de bediening te zijn. Excuus. Wat opvalt is dat er veel bediening is, en iedereen is even aardig en behulpzaam. Je zou niet zeggen dat de zaak nog maar 4 weken open is, het loopt gesmeerd.
Portugese gerechten
Dan buigen we ons over de menukaart. Die is al om van te watertanden. Je kunt kiezen uit een rijk arsenaal aan ‘Petiscos’ (kleine gerechten) en er zijn hoofdgerechten. De Peticos kosten tussen de €10 en €15, hoofdgerechten gaan voor iets minder dan of gelijk aan €25. De petiscos kun je als voorgerecht nemen, of je kunt je hoofdmaal laten bestaan uit meerdere petiscos. Het is moeilijk kiezen – alles klinkt zo lekker! Wij delen vooraf de ‘salada de polvo’ (octopussalade), ‘camarão na frigideira’ (gebakken garnalen in een heerlijke saus van de chef), ‘amêijoas à bulhão pato‘’ (gebakken vongole in olijfolie en witte wijn en knoflook), ‘pica pau’ (zeer malse ossenhaas) en een ‘legumes à brás’ (gerecht van gegrilde groenten).
We laten ons adviseren over een passende witte wijn. Alle wijnen van de kaart zijn Portugees. We kiezen voor een wijn uit de Alentejo. Hij is goed droog en past uitstekend bij de visgerechten. De jongste telg bestelt frisdrank. Nee, fanta hebben ze niet. Ze verkopen alleen in Portugal gebrouwen frisdranken van lokale producenten. Het wordt ananassap met lichte prik, die na de eerste slok meteen wordt goedgekeurd. “Lekker!”, klinkt het enthousiast tegenover me. Een groot pluspunt: je krijgt ongelimiteerd water op tafel, plat of bruis. Niet van die belachelijke prijzen per fles, maar gewoon gratis, van het huis.
We proberen te bepalen welk van de kleine gerechten we het lekkerst vonden, maar dat is nog moeilijk kiezen. Alles was eigenlijk verrukkelijk! Bij de garnalen moet je wel vuile handen maken (zelf pellen), maar je krijgt er genoeg verpakte schoonmaakdoekjes bij.
Frango Piri Piri Arroz de Marisco Peixe do Dia – Dorade
Als hoofdgerecht nemen we de Frango Piri Piri (lekker gekruide kip – super mals! – met friet), Arroz de Marisco (rijstschotel in heerlijke vissaus, rijk gevuld met schelpdieren) en de Peixe do Dia – vandaag is dat: dorade (zalig!). Die dorade brengt ons terug naar onze huwelijksreis, ruim 11 jaar geleden, die we in Portugal doorbrachten. Na twee weken bijna elke dag dorade op het menu hadden we er toen wel even genoeg van, maar nu wanen we ons met de smaak in de mond weer terug, en daar zijn we maar wat graag.
Een eigen tasca
Graag wil ik meer van de achtergrond van dit restaurant weten. Wie zitten erachter? Waar komen ze vandaan? (En wie zijn je vader en moeder?, zou tante Es vragen).
Ayesha wordt erbij gehaald en zij vertelt. Zij is, met haar vriend, de eigenaar. Ooit studeerde ze rechten aan de VU. In de collegebanken trof ze medestudent Henrique, een jongen van Portugese afkomst. Ze werden verliefd op elkaar; maar de studie vonden ze allebei maar saai en hebben die niet afgemaakt. Ayesha deed verschillende baantjes; bij een reclame bureau, een transport bedrijf, en eindigde in de horeca. “Dit past het beste bij mij.” Ze doet ervaring op in het Portugese restaurant van de familie Calado Oliveira, Henriques ouders, aan de Kerkstraat in Amsterdam (“Een traditioneel restaurant, met grote porties”). De geliefden willen samen hun eigen restaurant beginnen. Ook Portugees, maar met een eigen concept, voor een jonger publiek. In de Bakkersstraat in Amsterdam openen ze Portugália Tasca. Tasca betekent ‘eetcafé. Zeg je tasca in Portugal, dan denk je aan traditionele gerechten eten op lange banken onder TL-licht. Die traditionele gerechten willen ze behouden, simpel en lekker; maar dan mooier opgediend en in een mooi ingericht restaurant. Amsterdam werd een succes en ze gingen op zoek naar een andere stad om een tweede vestiging te openen. De keuze viel op Rotterdam, dichterbij het Noordwest Brabant waar Ayesha oorspronkelijk vandaan komt. Deze locatie vonden ze online, via het funda voor de horeca. Haar vriend bestiert de Amsterdamse vestiging, Ayesha de Rotterdamse. Wat zijn Ayesha’s dromen voor de toekomst? Nog meer restaurants. En kleine winkeltjes met echte Portugese producten.
Autêntico
“Alles in het restaurant is Portugees”, verzekert Ayesha. De crew in de keuken is 100% Portugees, ze kennen elkaar allemaal uit Coimbra. Van de bediening is er één mee over gekomen uit de Amsterdamse vestiging, de rest is aan komen waaien en zijn toevallig bijna allemaal Portugezen. De inrichting is Portugees: de tegels aan de muur, de tafels met het marmer erop, het servies, bestek, de glazen. En natuurlijk het eten! En ook de dranken. De wijnen, de frisdranken, tot de koffie en de digestieven aan toe. Het brood wordt in het restaurant zelf gebakken, traditioneel Portugees recept. Ook de patisserie maken ze zelf.
Eigenlijk zitten we na al die overheerlijke voor- en hoofdgerechten al vol, dus die patisserie moeten we maar een andere keer doen. We bestellen koffie maar kunnen de verleiding van een pastel de nata niet weerstaan. Die komen ingevroren uit het moederland, ten zuiden van Lissabon. “The real thing!”, volgens Ayesha – en dat proeven we. Ook de koffie is echt anders; je proeft het Iberisch schiereiland.
Opgetogen en met ronde buiken verlaten we het restaurant. Dit restaurant is met zijn heerlijke gerechten, eerlijke prijzen, fraaie inrichting en uiterst vriendelijke bediening een aanwinst voor de buurt. En een aanwinst voor Rotterdam. Dat beaamt ook mijn buurvrouw, die ik ook al in het restaurant had zien zitten, en die ik de volgende dag tegenkom op straat. We zijn het erover eens. Ook als je kiezen moeilijk vindt, zit je hier goed: je kiest een aantal kleine gerechten en komt gewoon een andere keer terug om de rest van de kaart te proberen. Portugalia Tasca is open van donderdag t/m maandag. In het weekend wel reserveren, want dan zit het al goed vol. Nós voltaremos!
Voor de vorige aflevering van deze serie hoefde ik niet ver te lopen, Linde, het meisje wat wel een paard in tuin zou willen hebben woont maar paar deuren van mijn voordeur. En nu hoef ik niet eens mijn jas aan te trekken om Olivia op te zoeken, voor mij bijna een buurmeisje dus. Ik heb er dus in de loop van 7 jaar steeds groter zien groeien, en, dat kan ik u verzekeren, nog eens 7 jaar erbij, dan is het al een hele jongedame. Maar ja, nu nog maar 7 of beter gezegd ‘al’ 7 woont Olivia met moeder Marieke en vader Maarten en niet te missen broertje Philip (bijna 6 jaar) op nr 60. Ik vind Olivia trouwens een heel mooie naam, afkomstig van het Latijnse Oliva, oftewel olijftak, het symbool van de vrede, laat die maar gauw komen, maar dat terzijde . Intussen wilde broertje Flip, zo wordt hij af en toe ook liefkozend genoemd, maar kwijt dat hij in het water gevallen was, niet in de Heemraadssingel, niet in de Maas, nee, in de vijver in de tuin. Ik wou eens geestig doen door te beweren dat er tenminste geen haaien in de vijver zwommen, maar Philip ging daar onmiddellijk overheen door te roepen….en ook geen Orca’s . Jaja, Philip volgend jaar of zo ben jij aan de beurt voor een interview, maar nu verder met Olivia.
School
Olivia zit in Blijdorp op de Daltonschool de Margriet, weer eens wat anders dan die eeuwige Montessorischool, waar overigens onze eigen kinderen op gezeten hebben en zowaar, dat is goed afgelopen, tot nu toe althans . Ik heb op de website van die school gekeken, vindt Olivia vast wel okay, en ik moet zeggen, dat ziet er goed uit zeg, gratis tip voor al die jonge ouders in de straat, kijk daar eens naar, tis even fietsen, maar dan heb je ook wat, vraag maar aan Olivia. En die zit alweer in groep 3, en ze vindt het een heel leuke school, vooral door meester Patrick en juf Nicky, als we die mensen niet zouden hebben…moet je toch niet aan denken. Wat leuk is? Spelen, pauzes, kijken we vaak naar films, maar ook naar het jeugdjournaal. Tekenen is ook leuk, gelijk werd een heerlijk vakantieplaatje tevoorschijn getoverd, mooi hoor. Rekenen is ook wel leuk, Olivia is daar heel goed in, ook moeilijke sommen zijn voor haar een makkie. Ik kreeg gelijk even les in verdwijnsommen en bijna verdwijnsommen….4-4=0 , dat is dus een verdwijnsom en 4-3=1, dat is nou een duidelijke bijna verdwijnsom, zo, dat u het weet! Schrijven en spelling, daar is Olivia wat minder enthousiast over, komt vast nog wel, en als je goed bent in rekenen, dan ligt de toekomst voor je open, maar ja, dat duurt nog even .
Hobby’s en sport
Olivia gaf eerst een scherpe definitie van een hobby : ‘iets doen wat je heel leuk vindt’, heel goed, de spijker op de kop. En wat ze dan leuk vindt… tekenen, knutselen, ter plekke werd nog even de laatste hand gelegd aan een Paastafreeltje, moeilijk woord zeg, in ieder geval een plek waar paaseieren hun laatste rustplaats zullen vinden . Komt ineens Flip er weer tussendoor met de mededeling….’Ik ben in het water gevallen!’ Ja Flip, dat weten we en de Orca’s hebben je niet te pakken gekregen! Gelukkig maar…
Sporten doet Olivia nog niet heel vaak, maar rolschaatsen en boulderen, daar is ze wel voor te porren. Boulderen is een klimsport, je klimt dan tegen een muur op en daar moet je wel een beetje lef voor hebben, en dat heeft ze, maar voor de zekerheid doet ze het wel samen met papa Maarten, lijkt me slim, want voor je het weet val je naar beneden, dat moeten we natuurlijk niet hebben!
Verder nog hardlopen, is ze heel goed in, net als trefbal, maar rolschaatsen, dat is toch wel je van het, oftewel het leukst. Laatst is ze voor de eerste keer van school naar huis gerolschaatst, wel met een tussenstop bij de snoepwinkel, mmmm…lijkt me ook wel wat, ik heb alleen geen rolschaatsen meer .
De straat en later….
Daar is Olivia beslist in….niks aan doen, heel gezellige straat, nou daar heb ik niets aan toe te voegen, dus we houden het zo. Wat Olivia later zou willen gaan doen, dat weet ze nog niet. Groot gelijk, eerst maar eens de basisschool afmaken, dan op de middelbare school nog beter worden in waar je al goed in bent en dan verstandige keuzes maken en dan, dan komt het allemaal goed, dat gaat je lukken Olivia, succes! Enne, hou je broertje in gaten bij het dammen hè, want probeerde die nou 2x achter elkaar een zet te doen, wat jij denkt of wilde hij een damsteen alleen maar terugzetten om het nog eens te overdenken, wat Philip beweert….Nou ja, niks om je boos over te maken en je kan altijd nog die olijftak, Oliva, symbool van de vrede tevoorschijn halen en dan komen jullie er altijd uit.
Al jaren doe ik de serie ‘Kids in the street‘ en het leek me leuk als een kind nou zelf iets zou schrijven over het geeft niet wat. Vandaar dat ik in het vorige nummer een oproep deed….’Kids, schrijf zelf ook eens over wat je beleeft’. En kijk eens aan, Guus en Sam hebben de stoute schoentjes aangetrokken en zijn in de pen geklommen – als het ware dan – of het zou een enorme pen moeten zijn. Goed bezig, jongens, hartstikke goed, en nou maar hopen dat jullie het eerste schaap over de dam zijn, hoewel….die wolf hè
Mensen moeten goed voor dieren zorgen. Want soms koop je gewoon een dier en dan doe je er niks mee. Je moet ze goed verzorgen en genoeg eten geven.
En je moet ze veel ruimte geven.
Wij – mijn broer Willem en ik – zijn echte dierenvrienden. Wij willen ook een rode rattenslang. We gaan het zelf kopen en alles zelf regelen en een terrarium met een mooie takjes en zo. En dan ook zelf schoonmaken.
Guus
GFS 33B
Jas
Ik speel gitaar bij het Wijkpaleis. Ik krijg les van Edmond, die ook in onze straat woont. Mijn vriend en buurjongen Guus zit er ook op les. Wij hebben les op donderdag. Daar is op donderdag ook Samir, die kleermaker is. Samir uit het Wijkpaleis heeft mijn jas gerepareerd. De wind was zo hevig dat mijn capuchon de hele tijd afvloog. Nu zit hij eindelijk vast. Hij heeft hem vastgenaaid aan die jas. Daar ben ik erg blij mee.
Heeft iedereen 17-18 juni (eeuwfeest in de Graaf Florisstraat!) al in de agenda staan? Mooi! Vertel het vooral ook door aan je buren, want niet iedereen leest net zo trouw als jij de Telegraaffloris 😉
Hoe dan ook, de voorbereidingen zijn al in volle gang. De aanvraag bij de gemeente loopt. Er wordt onderzoek gedaan in de archieven naar foto’s van vroeger, en er zijn stoffen ingezameld om vlaggenlijnen te maken. Er wordt gewerkt aan een speciale (papieren!) editie van de Telegraaffloris. Heb jij nog foto’s van de straat uit de periode 1915 – 2023? Mail ze naar [email protected]
Op dinsdag 4 april, 20:00 uur komen we weer bij elkaar in het Hoekpandje om de verdere voorbereiding door te spreken. Iedereen die mee wil doen is van harte welkom. Kun je niet op 4 april, maar wil je wel helpen? Geef je op via [email protected] We kunnen nog helpende handen gebruiken! Denk bijvoorbeeld aan:
Opbouw en afbouw
Opruimen en schoonmaken
Straatontbijt 18 juni: inkopen doen, tafel dekken. En daarna weer afruimen.
Op zondag 26 maart werd het Hoekpandje omgetoverd tot een heus naaiatelier. Het was er reuze gezellig! Gies, Carine, Suzy, Marlies, Angela & Lea, Evelien, Ton, Mechteld, Nina & Sam gingen er samen aan de slag: stof sorteren, stof knippen, vlaggen naaien, losse draadjes wegknippen, vlaggenlijnen afscheuren uit oude dekbedovertrekken… en koffie en thee zetten voor deze harde werkers en rondgaan met de koekjestrommel. We hadden de beschikking over bergen scharen en wel 5 naaimachines! Samen hebben we 173 vlaggetjes genaaid, waarvan een klein deel al is vastgenaaid aan de eerste vlaggenlijn – die nu hangt te prijken voor het raam. Op zondag 23 april om 13:00 uur is de volgende sessie van het Floris-naaiatelier. Wees welkom om mee te doen! Met of zonder je naaimachine.
Wanderlust, Wanderspaß, Wandervergnügen, de Duitse taal komt bepaald geen woorden tekort om plezier in wandelen uit te drukken en dat komt goed uit want mijn Kersttip voor dit jaar betreft de Eifelsteig, een wandeltocht van 313 kilometer van Aken naar Trier door de bergen, bossen en dalen van de Eifel. Niet om met de Kerst te lopen, maar wel om er over te lezen en plannen te maken.
“Wo Fels Und Wasser Dich Begleiten”
Waar rotsen en water je begeleiden, ronkt het motto dat de alomtegenwoordige Eifelvereniging voor deze wandeltocht verzonnen heeft. De route is verdeeld over 15-etappes: dagtochten variërend van 15 tot 27 km en in niveau van licht tot zwaar. Geweldig natuurlijk als je in de gelegenheid bent om alles achter elkaar te wandelen maar als je dat niet redt, zoals wij, dan kun je de tocht verdelen over meerdere vakanties. Zo ver is die Eifel namelijk niet, zo’n drie uurtjes tuffen slechts vanuit de Graaf Florisstraat.
15 etappes
Wij zijn in 2019 begonnen met de eerste twee etappes, 14 en 17 km, niveautje licht en gemiddeld, vertrekkend vanuit het pittoreske Kornelimünster, iets ten zuiden van Aken alwaar we de auto achterlieten. Licht bepakt met bescheiden rugtasjes met schoon ondergoed, waterflessen en boterhammetjes bereikten we twee dagen later het knusse Monschau, met tussenin een overnachting in het minder knusse Roetgen. Vandaar gingen we een dag later weer terug met de bus naar de startplaats en met de auto terug naar Rotterdam. Onze meiden waren toen 9 en 11, een leeftijd waarop ze zo’n lange dagtocht met kronkelige bospaadjes, dan weer omhoog, dan weer naar beneden, heel spannend vonden en vol trots volbrachten.
Eifel im Kopf
Een vakantie later gingen we met de trein naar Aken (niet duur!) en vandaar met de bus naar Monschau voor de volgende twee etappes, 24 en 21 km, niveau zwaar en gemiddeld. Wederom supermooi en afwisselend. Dit gedeelte voert je onder andere door de Hoge Venen in België en langs de imposante uit zwarte keien opgetrokken Naziburcht Vogelsang.
De hele Eifelsteig is zo uitgestippeld dat je vrijwel nergens autowegen ziet of kruist. Je trekt echt door een wijds en relatief ongerept natuurgebied vol bossen, meren, stromende riviertjes en open land met schitterende uitzichten. Tot je het even zat wordt, dan duikt er vaak net een fijne Kneipe op waar je ein (oder zwei) Bier kunt krijgen en al die dingen die Duitsers daar zoal bij eten. Na zo’n paar dagen wandelen kruipen de paden en landschappen van de Eifel langzaam je hoofd in en eenmaal thuis zie je ze plotseling weer voor je en dan wil je terug. Hoe loopt het pad verder?
Zonder pubers
Etappes 5 tot en met 7 lopen we in het najaar van 2021. We trekken een gedeelte door het Ahrtal dat flink geleden heeft onder de Flutkatastrophe van eerder dat jaar, maar de natuur is nog steeds overweldigend. Onze dochters echter, inmiddels beide tiener, beleven weinig lol meer aan de tocht, op de hotelwifi’s en de ontbijtbuffetten na. Wandelen is gewoon niet zo stoer op die leeftijd. “Kunnen we niet raften of paragliden?”, klinkt het geweeklaag door het Duitse woud. Zo kiezen we in 2022 voor een andere najaarsvakantie. Met de trein naar Barcelona, ook leuk, maar de Eifel blijft lonken… Als we onze dochters voorstellen om de tocht zonder hen verder te gaan lopen, vinden ze dit een heel interessant idee… de sturmfreie Bude lokt: lekker alleen in een groot huis in de Graaf Florisstraat. Snel boek ik de hotelovernachtingen voor de etappes 8, 9 en 10, waarin we de uitgedoofde vulkanen van de Südeifel over gaan trekken en we ons wederom door rots en water zullen laten begeleiden.
Praktisch
Alle praktische informatie over de Eifelsteig vind je op de uitstekende website, die ook in het Nederlands beschikbaar is. Ik vind het leuk om per etappe de GPX bestanden te downloaden en dan met een GPX-viewer app op je telefoon te navigeren (verder je telefoon op vliegtuigmodus zetten) maar dat is niet echt nodig want de route is goed beschildert (bewegwijzerd). Met de VRS-app vind je welke bus je kunt nemen terug naar je auto, of naar een treinstation. ‘s Zomers rijdt er ook een Wanderbus, die wandelaars aan het einde van een etappe terug kan brengen naar hun accomodatie…en oh ja, neem het boek Het Verborgen Leven van Bomen mee. De auteur, Peter Wohlleben, is boswachter in het Rijnland en schrijft fascinerende verhalen over de onverwachte en ongelooflijke vaardigheden van bomen. Hij combineert de laatste wetenschappelijke inzichten met zijn eigen ervaringen uit het bos, en creëert zo een opwindende nieuwe kennismaking met levende wezens die we dachten te kennen, maar nu pas echt leren begrijpen. En zo betreden we een compleet nieuwe wereld…Wanderlust gewenst!
Deze kerst is mijn gezin vooruitgereisd naar de Dolomieten en heb ik kerstavond het rijk alleen. Waar ik me nu al op verheug om te kijken naar de film Love Actually uit 2003. Een film over verschillende mensen die op zoek zijn naar liefde. Deze film vormde de inspiratiebron voor een Nederlandse variant : Alles is Liefde met in de hoofdrollen Carice van Houten en Jeroen Spitzenberger. Maar ik kijk voor het eerst het origineel met maar een reden: de inmiddels historische dance moves van Hugh Grant!
Melle Oldeboerrigter in Venlo
Nooit gedacht dat de schilderkunst van mijn oudoom Melle Oldeboerichter (zie foto boven dit artikel) zo’n revival zou beleven. Ongelofelijk knap hoe museum Bommel van Dam zijn op z’n minst gezegd opmerkelijke visioenen tentoon heeft gesteld en van deze tentoonstelling een blockbuster heeft gemaakt. Een absolute aanrader!
De Veelkleurige Wijsheid van Martin Buber
De veelkleurige wijsheid van Martin Buber, een gebouw op zeven zuilen. Dit recent uitgekomen boek heeft als uitgangspunt om de brede levens wijsheid van filosoof en bijbelwetenschapper Martin Buber te vergelijken met een gebouw van zeven zuilen, waarin zijn denken onderdak vond. Zeven auteurs belichten in een essay een of meerdere aspecten van Buber. Van mijn hand een essay over de betekenis van Buber voor het huidige onderwijs. De essays zijn prachtig geïllustreerd want hoe gaaf is het dat Andy Warhol een portret van Buber heeft gemaakt zoals hij ook Marlin Monroe heeft geportretteerd?
Metro 010
Metro 010, een graphic novel over de geschiedenis van Rotterdam. Dit boek is een initiatief van architecte Ellen Schindler die een gelaagd epos over Rotterdam heeft willen maken dat vooral jonge Rotterdammers het gevoel geeft dat Rotterdam hun stad is en… waar je van houdt daar ga je voor zorgen luidt het motto van het boek. De tekst is van Abdelkader Benali, die zich wederom een begenadigd verteller toont!
Het lijkt een eeuwigheid geleden maar vorig jaar zat Nederland in een strenge lockdown. Ongelofelijk dat we het nu zo vanzelfsprekend vinden om onze vrijheden weer terug te hebben. Helaas zijn er nieuwe zorgen voor in de plaats gekomen: De oorlog in Oekraïne, inflatie, opkomend facisme in Europa, afnemende biodiversiteit en dit is nog maar een bloemlezing. Steeds vaker bekruipt me de gedachte dat we ons in het eerste interbellum van deze eeuw bevinden.
Het verbaast me dat ik juist in deze woelige tijd zo verheug op inkeer en intimiteit, jawel op de kerstdagen. Voor het eerst heb ik vol overtuiging “Oh Holy Night” uit volle borst gezongen, tijdens een optreden van een gelegenheidskerstkoor met mijn nieuwe collega’s. Niet omdat ik geloof dat Jezus onze verlosser is maar wel omdat ik – zoals de filosoof Ernst Bloch dat zo mooi beschreven heeft – geloof in het principe van de hoop. Een principe dat er op neerkomt dat het uniek van ons mensen is dat wij ons een toekomst kunnen voorstellen die er niet vanuit gaat hoe de wereld is, maar hoe je zou willen dat die zou worden. Dat principe bevindt zich tussen dagdroom en utopie.
De ruimte die nodig is in onze samenleving om ons een andere mooiere en betere toekomst voor te stellen is amper aanwezig. Zo is er in mijn geval de zorg om een lieve puber die haar vrijheid zoekt in een verstikkend onderwijssysteem waarin jonge mensen letterlijk en figuurlijk afgerekend worden. Mijn stiefvader van 93 die na een heupoperatie geen tijd heeft om bij te komen omdat de zorg overbelast is en er letterlijk geen tijd is om hem te verplegen. Maar ook mijn eigen ambitie en levenstempo laten weinig ruimte. En toch en toch … zonder die ruimte is er geen principe van de hoop. Ruimte maken voor de hoop is wat de filosoof Levinas zo mooi de eigen innerlijke tijd noemt. Volgens Levinas heeft het fenomeen tijd een subjectief aspect – beleving – en een objectieve kant – meetbare tijd –. Hij meent dat tijd abstract en onbegrijpelijk blijft als het niet gekoppeld wordt aan verleden, heden en toekomst en de relatie met mensen om ons heen. De subjectieve tijd is dus een innerlijke ruimte vanwaaruit wij ons kunnen verhouden tot de objectieve tijd en ons daarvan – als het moet – kunnen losmaken om tegen beter weten in de toekomst te dromen in plaats van te vrezen. Als dat de functie van kerst kan zijn is de kerstnacht voor mij inderdaad een ‘heilige nacht’.
Mijn tip voor deze kerst is eigenlijk een tip voor het hele jaar. De wekelijkse podcast serie: ‘Echt gebeurd’. Het recept is heel simpel: iemand vertelt een verhaal over iets dat hij/zij echt heeft meegemaakt. Niets verzonnen, maar wel smeuiig opgediend in de maandelijkse shows aan een live publiek – dat je ook af en toe hoort grinniken of anderen blijken van meeleven hoort afgeven. Soms heel recent, soms van lang geleden. Vaak grappig, soms ironisch of melancholisch, en als het meezit met een verrassende wending. Soms leest iemand iets uit eigen dagboek uit de tienertijd – de pathetiek van de jeugd is in retrospectief meestal zeer vermakelijk. De samenstelling van de podcast wordt verzorgd door Micha Wertheim en Pauline Cornelissen. Elke aflevering duurt een minuut of 10, soms ietsje langer. Perfecte lengte om je te vergezellen tijdens de was ophangen, een kort wandelingetje of tijdens het maken van een roux voor het kerstdiner. Ze zitten al op aflevering tweehonderdzoveel, dus als je de smaak te pakken hebt, kun je lekker ‘bingen’.
Wat een topdag gisteren tijdens het Eeuwfeest Graaf Florisstraat. Kleine impressie van een deel de dag. Binnenkort meer via de site. Met dan aan alle vrijwilligers en sponsoren: Wijkraad, Postcode Loterij Buurtfonds, Hotel Le Marin, Portugalia Tasca, Wijkpaleis, Restaurant-wijnbar Fou, De Burgemeester, ROAST en Restaurant de Buffel. ... meerminder