In het vorige nummer schreven we er al over: de plannen voor het opknappen van het hoekpandje op 88a. We verhaalden over de raadpleging van de achterbannen, de vorming van de werkgroep ‘Verbouwing’ en het uitdenken van de varianten voor de keuken en de bar. En een speciaal ingelaste ALV over dit onderwerp werd aangekondigd. In dit bericht een update met de laatste stand van zaken.
ALV
Op 25 november jl is een online Algemene Ledenvergadering (ALV) gehouden van onze vereniging, de Vereniging Ter Bevordering. Deze ALV had als doel om instemming te krijgen van de leden op het voorgestelde ontwerp voor de verbouwing van keuken, toilet en kastruimte, en om instemming te krijgen van de leden op het voorstel om een groot deel van de reserve in te zetten voor deze verbouwing. Zoals verwacht werd het een online vergadering.
Vanuit de huidige situatie werd aangegeven voor welke knelpunten we een oplossing willen: een rommelige keuken en dito kastruimten, een zeer verouderd keukenblok, overvolle servieskast en te kleine toiletruimte. Een toelichting werd gegeven bij de tekeningen. De voorgestelde ingrepen zijn robuust en functioneel. In de uitwerking en afwerking kan extra sjeu worden toegevoegd.
De ALV heeft geconcludeerd dat er meer dan voldoende animo is om door te gaan met deze plannen. Complimenten waren er voor het bestuur voor het zorgvuldige proces.
Unaniem werd ingestemd met het voorgestelde ontwerp. Aan de plannen zijn nog een paar punten toegevoegd die leden inbrachten: onderzoek naar ventilatie in keuken en toilet, beter vrijhouden van de luchtroosters naar de kelder vanuit de geveltuintjes.
Het bestuur gaat nu in overleg met de eigenaar, Woonstad, om de plannen daar ook mee af te stemmen. We verwachten ook uit die hoek een positieve reactie, omdat we op deze manier nog beter invulling kunnen geven aan de maatschappelijke bestemming die op het pand zit.
Pegels
Groen licht gaf de ALV voor het inzetten van €13.000 uit het eigen vermogen voor deze verbouwing. Het bestuur werd aangemoedigd op zoek te gaan naar aanvullende fondsen, zodat we alles in één keer en goed kunnen uitvoeren.
Die boodschap heeft het bestuur ter harte genomen. En er is nu al goed nieuws te melden op dat front. Vanuit Huize Middelland is er veel enthousiasme voor onze plannen en dat is beloond met een bijdrage van €5000 uit de verbouwingspot.
Ook hebben we het Buurtfonds van de Postcodeloterij aangeschreven. We ontvingen het volgende antwoord:
“Wij hebben de aanvraag voor jullie buurtproject ‘Renovatie hoekpandje’ aandachtig bekeken en we zijn blij jullie mee te delen dat deze is goedgekeurd. Wij maken een bedrag van € 5.000,- zo snel mogelijk over naar het opgegeven bankrekeningnummer […]We wensen jullie heel veel plezier bij het realiseren van jullie buurtproject. Groeten,Het Postcode Loterij Buurtfonds Team”
We hebben goede hoop ook nog uit een ander fonds middelen te verkrijgen, zodat we snel aan de slag kunnen om de verbouwing te kunnen uitvoeren. De veelgebruikers van de keuken – de koks van de Floriscoop, de begeleiders van kinderkookcafé Koken à la Flo, en de initiatiefnemers van Wine Spice Music – worden betrokken bij de definitieve indeling van de keuken.
Zo hopen we dat als de coronacrisis voorbij is, we klaar zijn met de verbouwing en een goede nieuwe start kunnen maken met alle bestaande activiteiten in ons mooie pandje. En er ook weer mooie nieuwe initiatieven aan toe mogen voegen. Daar gaan we voor!
Ik kan nu al uitzien naar de feestelijke opening…. Daar ben jij straks toch ook bij?
Een van mijn favoriete televisieprogramma’s is ‘Sterren op Het Doek’: een Bekende Nederlander die zijn of haar meters gemaakt heeft wordt vereeuwigd door drie kunstenaars die zich bekwaamd hebben in portretschilderen. Terwijl de Bekende Nederlander poseert wordt hij of zij eerlijk en diepgaand geïnterviewd door Özcan Akyol.
Aan het eind van het programma worden de doeken onthuld en mag de Bekende Nederlander er een uitzoeken en worden de andere twee doeken geveild.
Heerlijk om te zien welke verschillende stijlen de portretschilders beheersen en, ondanks dat smaken verschillen, springt er altijd een doek uit dat gewoon het beste de persoon in kwestie getroffen heeft. Dat doek wordt dan ook meestal uitgezocht door de Bekende Nederlander.
De filosoof Kant schreef in zijn tijd (1724-1804) dat de ervaring van het schone ons een gevoel van welbehagen geeft. Het smaakoordeel, aldus deze filosoof, is weliswaar strikt persoonlijk maar omdat wij ons in het communiceren daarover moeten verplaatsen in het oordeel van anderen en onze verbeeldingskracht daarbij nodig hebben, is dit subjectieve oordeel tegelijkertijd het meest sociale. Kant ging er daarbij wel van uit dat wij allen deel uit maken van een gemeenschap van redelijke denkende wezens.
Dat dit uitgangspunt helaas misschien niet meer opgaat voor de 21e eeuw bleek voor mij uit de aflevering waar Volkszanger en Topper René Froger te gast was. Er werden drie schilderijen van hem gemaakt waarvan een schilderij ronduit foeilelijk was, een super goed gedaan was en een de zanger in zijn wezen trof. De kunstenaar die verantwoordelijk was voor het laatste schilderij gaf eerlijk toe dat ze in eerste instantie niet gecharmeerd was van de zanger en daarom haar uiterste best had gedaan hem te doorgronden ter wille van het kunstwerk.
Toen het tijd was om te kiezen bleek dat René Froger het meest had met het kunstwerk, dat hem het best had getroffen. Maar hij koos niet zelf. Hij liet dat zijn vrouw Natascha doen, die duidelijk de broek aan bleek te hebben in deze relatie.
Natascha was bang dat René een kunstwerk zou kiezen dat niet paste in de inrichting van hun villa in Blaricum en koos daarom het foeilelijke schilderij. Özcan sputterde nog wat tegen René dat hij toch zijn eigen keuze moest maken, maar René was al afgehaakt. Dat de maker van het foeilelijke schilderij ook nog een leuke hoogblonde dame van middelbare leeftijd was, die hem tijdens het interview diep in de ogen had gekeken maakte rauwe bonen zoet.
Die avond ging ik met een gevoel van onbehagen slapen. Ook daar heeft Kant overigens over nagedacht. Hij zegt dat als wij iets ervaren wat ons bevattingsvermogen te boven gaat, een grillige rotspartij bijvoorbeeld, wij het sublieme ervaren en dat geeft een gevoel van onbehagen. Kant bedoelde die ervaring van het sublieme positief, maar ik geef daar een andere draai aan. Wat mij betreft is het een ervaring van sublieme ellende omdat we geen deel meer uit maken van een gemeenschap van redelijk denkende maar van asociale wezens waarin we iedere verbeeldingskracht missen om ons in de oordelen van anderen te verplaatsen en de Natascha en René Frogers van deze wereld de schoonheid haar gezicht laten verliezen.
Eenzelfde gevoel van sublieme ellende ervoer ik toen ik een witte box kreeg als dank voor mijn inspanningen als vrijwilliger. De lieve gezichten van Nina en Suzie die aan de deur kwamen om mij een brief en box te overhandigen waren voor mij genoeg geweest. Laat dat gezegd zijn. Met de brief van de wethouder was ik ook verguld, maar de box oh la la….
Zelden zoiets treurigs meegemaakt. Een dun flesje gehalveerde olijven van een onbekend merk, een klein blikje cola, een treurig zakje chips en dit alles voor een persoon.
Ik deed snel een gedachtenexperiment terwijl ik de inhoud van de box bestudeerde. Ik stelde me voor dat ik een bijstandsmoeder was met drie kinderen die elke dag langs haar zwaar demente vader gaat om hem te verzorgen. Hij staat op een lange wachtlijst voor een verpleegtehuis, maar vanwege Covid durf ik hem daar überhaupt niet meer naar toe te laten gaan. De thuishulp zit inmiddels thuis met een burnout. Terwijl ik net mijn vaders luier verschoond heb, en me zorgen maak hoe ik mijn kinderen die avond te eten kan geven, krijg ik een box om mij te bedanken voor mijn vrijwillige mantelzorg. Een contradictio in terminis denk ik nog terwijl ik de box openmaak maar mijn hart begint toch sneller te kloppen.
Ik hoop op een heerlijke delicatesse die ik niet kan betalen, een stukje gesealde eendenborst, het nieuwste boek van Ernest van der Kwast, een bioscoopbon. In plaats daarvan zie ik treurige eenpersoons hapjes die ik ook bij de Lidl kan krijgen. Onderin de box zit het visitekaartje van de firma die de gemeente Rotterdam –vast na een uitgebreide pitch– de opdracht heeft gegeven boxen te vullen met dingen waar mensen gelukkig van worden. Ik sla mijn handen voor mijn ogen en roep vertwijfeld uit…..Waarom? Een stad vol kunstenaars en creatieven die werkloos thuis zitten en dan deze Frogeriaanse firma zo’n grote opdracht geven? Waarom?
Tot zover mijn Kantiaanse gedachtenexperiment.
Tot besluit een toepasselijk liedje uit mijn jeugd:
Een gegeven paard had tandpijn, En riep och dokter kom en trek, Men dacht wat zou er aan de hand zijn, Maar niemand keek hem in de bek, bek, bek.
We hebben nieuwe buren! Het zijn Harmanna en René en hun katten: Streep en Stip. Ze wonen sinds 19 november op nummer 33A 03. Hoogste tijd om langs te gaan.
Het pand 33A is opgedeeld in drie appartementen waarvan zij de bovenste bezitten, op de 4e en 5e woonlaag, drie trappen naar boven. Het eerste wat opvalt bij binnenkomst is de schitterende inrichting en strakke afwerking van het interieur. “Zo was het al toen we erin trokken, het was helemaal af”, zegt Harmanna, “de vorige eigenaren wilden hier eerst zelf wonen, maar kregen andere plannen.” Op gepaste afstand neem ik plaats om het stel te ondervragen.
Hoe zijn jullie hier terecht gekomen?
René woont al zo’n 15 jaar in deze buurt, op steenworp afstand, Beukelsdijk nummer 55. Daar woonde hij ook een in bovenhuis, met boeiend uitzicht op het roemruchte hotel Turkuaz. Sinds twee jaar LATte hij met Harmanna, die in Voorburg woonde. In de corona-tijd was ze steeds vaker bij hem en dat beviel. Nog even overwoog Harmanna om zelf iets in deze buurt te gaan zoeken maar na een Funda search op alle huizen binnen een straal van 0km vonden ze deze woning, waar ze zonder gedoe samen direct in konden.
Hoe kennen jullie elkaar?
Een gemeenschappelijke vriendin organiseert een jaarlijks terugkerend weekje uit in een Staatsbosbeheerhuisje. Lekker een weekje niks doen, wandelen, spelletjes spelen (Stef Stuntpiloot!). “En met de luchtbuks schieten”, voegt René eraan toe. Zo kennen ze elkaar al vijf jaar. Harmanna ging altijd de hele week, René kwam wat korter langs. Twee jaar geleden kwam René ook een hele week en begonnen de vonken serieus over te springen. “Toen werd het heel leuk”, glimlacht Harmanna.
Woonregisseur en mediator
Harmanna werkt als woonregisseur voor een Rotterdamse woningcorporatie voor ouderen (de SOR). Daar is ze dagelijks in gesprek met huurders, veelal 55 plussers, en probeert ze hun woonklachten op technisch en sociaal vlak op te lossen. Ze vertelt dat ze in normale tijden de bewoners thuis opzoekt maar momenteel het contact alleen via de telefoon verloopt, waarbij er een schuldbewuste blik richting René gaat, die ook thuiswerkt.
Harmanna is uit het juiste hout gesneden voor dit werk: ze vindt het prima om als klaagpaal te fungeren en op die manier vaak al het leed te verzachten, door de mensen wat lucht te geven. Soms wordt ze het huis uit gestuurd door huurders en onlangs werd ze met haar grijze haren nog voor “snotneus” uitgescholden, door een negentigjarige huurster, vertelt ze lachend. Je zou verwachten dat veel ouderen in een stabiele woonsituatie verkeren, maar dat beeld klopt niet altijd. Er is veel ellende. Drugs en alcohol, geldproblemen, schulden, het komt ook in die leeftijdsgroep voor. In veel gevallen is het niet echt op te lossen, maar help je ze al door duidelijkheid te scheppen, vertelt ze, en samenwerking te zoeken met andere instanties.
Naast haar werk als woonregisseur werkt Harmanna ook nog als zelfstandig geregistreerd mediator, samen met een compagnon vormt zij Hofstad Mediation. In die hoedanigheid wordt ze ingehuurd door gemeenten en scholen om klachten op te lossen. En burenruzies! Laten we dat in ons achterhoofd houden, mocht het op dat vlak een keer mislopen in onze straat.
Systeembeheerder
René is zijn hele werkzame leven actief in de IT. Hij kreeg zijn eerste baan toen hij in 1996 via zijn inbelmodem een stukje technische communicatie software downloadde en daarop door een verkoper gebeld gebeld werd met de vraag of hij een licentie wilde kopen. Dat wilde hij niet, maar hij wilde wel voor ze werken. Dat stukje software bestaat nog steeds, vertelt René, het is is via een aantal overnames uiteindelijk in de codebase van Microsoft Windows terechtgekomen.
Inmiddels werkt René alweer ruim zeven jaar als zelfstandig Unix/Linux systeembeheerder in opdracht van Rijkswaterstaat. Daar beheert hij de systemen ten behoeve van verkeersmanagement ( wegennetwerk, verkeerscentrales). De systemen zelf draaien fysiek in Amsterdam, maar daar hoeft René nooit heen, het beheer lukt prima vanuit de Graaf Florisstraat.
Vrije tijd
De twee houden van duursporten en het betere afstandswerk. René zwemt regelmatig in het Van Maanenbad en maakt lange wandelingen door de stad, 20 kilometer naar Capelle Schollevaar bijvoorbeeld. Afgelopen weekend nog met zijn oudste kleinzoon van 7 (de oudste van de 4), die dapper het hele eind met opa heeft meegestapt. En René is festivalganger. Sinds jaar en dag bezoekt hij Roskilde, in Denemarken. Daar wil hij Harmanna graag een keer mee naar toenemen.
Harmanna roeit. In Voorburg roeide ze in een vier maar ook dat gaat nu niet. Nu loopt ze voornamelijk hard, flinke rondjes door de stad met de Erasmus- en Willemsbrug in het parcours. En ze heeft zich ingeschreven bij de Kralingse Loopgroep.
Wat vinden jullie van de straat?
Voor Harmanna is de hele buurt nieuw. Ze vindt de straat prachtig. “Schitterend, die platanen, en die nieuwe aangelegde tuinen”. Ze is nog wel op zoek naar een vervanging voor de leuke winkeltjes die ze in Voorburg en Den Haag had. Lastig nu om die te vinden, met de nieuwe lockdown.
Van de straatvereniging hebben ze gehoord en van de website en krant weten ze nu ook af. Ze komen zeker een keer op een borrel en ik raad ze aan een Floriscoop voorstelling te bezoeken. Hopelijk komen die er weer volop, in 2021.
Harmanna en René, welkom in de straat. Dat jullie hier nog lang en gelukkig mogen wonen.
Gelukkig zijn er genoeg mensen in de Graaf Florisstraat die van de corona crisis het beste hebben gemaakt. Drie lichtpuntjes uit de straat.
Marjolein van nummer 34
‘Zinvol werk, dat wilde ik eigenlijk al eerder’
‘Eigenlijk zou ik na het verlof van onze derde als business developer van een snel groeiend bedrijf aan de slag gaan. Het contract was al getekend. Ik zou op 1 april beginnen. Maar 10 maart kreeg ik een telefoontje: ze durfden het niet aan om mensen aan te nemen door de corona. Ik hoefde toch niet te komen.
Al snel werd duidelijk dat in ‘mijn’ sector (horeca en hospitality) weinig nieuwe banen zouden komen. Gelukkig kwam bij mij al heel snel meer ruimte voor een gevoel dat ik al langer had. Ik was altijd best commercieel bezig in mijn loopbaan, terwijl er zoveel problemen spelen in de maatschappij: laaggeletterdheid, obesitas, ga maar door. Daar wilde ik iets mee. Omdat het onderwijs reeds bekend was voor me – in mijn familie zitten veel mensen in het onderwijs – was de keuze snel gemaakt.
Ik doe nu twee dagen per week pabo dat ik binnen 2 jaar afrond. Vooral de stage vind ik heerlijk. En het bijles geven ook. Ik ben namelijk vast een praktijk aan het opzetten voor bijlessen, zo kan ik me inzetten voor basisschoolleerlingen. Bijvoorbeeld bij de voorbereiding van hun cito, maar ook om een lees- of rekenachterstand bij te spijkeren. Ik heb nog ruimte, dus bel gerust even aan.’
Hennie van nummer 29A
‘Het kinderatelier naar 4 dagdelen per week’
‘Opeens zaten alle kinderen en hun ouders thuis op 16 maart. Ze hadden een stuk minder te doen, ze mochten ook weinig. Ik wilde de kinderen iets moois geven. Ik wilde ze laten zien dat ze niet alleen waren en met ze in contact blijven. Zo ben ik knutselpakketjes en video’s gaan aanbieden. Geweldig was dat, het liep storm. Mijn assistenten van het atelier hadden de handen vol aan het maken van de pakketjes en het rondbrengen ervan. Sommige kinderen zaten door de brievenbus te kijken om even hallo te zeggen. Dat was zo mooi, zo aandoenlijk.
Nu nog steeds is de tijdsindeling bij veel mensen anders dan voor de corona-uitbraak. Er is minder activiteit. Daardoor merk ik dat het atelier veel drukker bezocht wordt. Het kinderatelier bestond al op zaterdagochtend en -middag. Sinds kort bied ik ook de woensdagmiddag aan en vanaf 2021 de donderdagmiddag. Als de lockdown voorbij is natuurlijk. Het staat allemaal op mijn gloednieuwe website: www.kinderatelierrotterdam.nl
Of ik deze lockdown weer knutselpakketjes ga rondbrengen? Nee dat niet, maar ik heb wel een heel nieuwe verrassing in petto. Maar dat vertel ik nog niet.’
Finn van nummer 43:
‘Nu weet ik eindelijk wat ik wil worden’
‘Tijdens de eerste lockdown zat ik in havo 4 en had opeens 24/7 de tijd. Als er al online lessen werden gegeven, waren die kort en niet vaker dan twee keer per week. Natuurlijk moest ik heel hard zelf studeren, maar alles was wel erg saai, ik mocht bijna niet de deur uit. Zeker niet om mensen te ontmoeten.
Voor de corona was ik in wat loze uurtjes al wel wat aan het experimenteren met het produceren van muziek, maar dat heeft in de eesrte lockdown een enorme vlucht genomen. Ik besteedde daar veel tijd aan en schafte in de loop van de tijd onder meer software, instrumenten, een mengpaneel, een microfoon, keyboard aan om nog beter te worden.
Ik bedenk de tracks zelf, ik speel ook zelf wat instrumenten en ik zing. Maar ik werk ook veel samen met anderen. Online vooral natuurlijk. Soms heb ik een viool nodig of een saxofoon. Dan ga ik online op zoek naar iemand die dat in kan spelen, zodat ik dat kan verwerken in mijn nummer.
Ik heb jarenlang niet geweten wat ik na mijn havo wilde doen, maar dat weet ik nu zeker. Ik ga dit voorjaar de selectie doen voor opleidingen tot muzikant/producer. Ik moet echt goed plannen om dit te combineren met mijn examens.’
In onze wijk hebben we een waar paleis, toegankelijk voor de hele buurt. Een soort Paleis van Volksvlijt, maar dan op z’n Rotterdams. Ongekroonde koningin en koning ervan zijn Marieke Hillen en Floris van Gennep. Zij zijn de initiatiefnemers van het eerste uur. Hun wederwaardigheden lezen als een avontuur en managementleergang ineen. Fasten your seatbelts! En spoiler: jij kunt ook eigenaar worden van een stukje Wijkpaleis.
Marieke
In hartje Amsterdam woonde Marieke met veel genoegen in een ‘fijne, veilige, hoog opgeleide bubbel’ (haar eigen woorden). Als architectuurhistoricus maakt ze tentoonstellingen, waarbij ze verhalen vertelt en mensen helpt kijken naar hun omgeving. Het is vooral beschouwend werk. Ze krijgt een opdracht bij het Nederlands Architectuurinstituut die haar op en neer doet treinen naar de Maasstad. Manlief heeft een baan in Breda. En dan is er ook nog een 3e kind op komst en wordt het appartement van 80m2 wel wat krap. Dat alles bij elkaar doet ze besluiten de overstap te maken naar Rotterdam. Het is 2004.
Meerdere vrienden hadden haar voorspeld: “Rotterdam wordt een shock, maar het is ook wel wat voor jou.” Ze hebben helemaal gelijk gekregen. In het begin voelde de overstap rauw aan. Haar omgeving is nu veel diverser, allerlei mensen wonen door elkaar. Maar niet noodzakelijkerwijs mét elkaar. Ze is er niet meteen op haar plek, ze is zoekende. Het doet haar nadenken over de buurt waar ze woont en wie er wonen.
Singeldingen
Ze heeft behoefte aan een plek in de buurt waar ze prettig kan verblijven met haar kinderen, buiten. Een paar like minded moeders die ze kent van de crèche, Karen Hammink en Eireen Schreurs, hebben een initiatief genomen waar Marieke zich bij aansluit. Aan de keukentafel wordt het plan voor Singeldingen geboren: een open en toegankelijke plek voor iedereen uit de buurt. Het voldoet aan hun eigen behoeften, en ook aan die van de wijk. Niet iedereen heeft een huis met een tuin. Op een mooie locatie in het parkje aan de Heemraadssingel wordt een plek geclaimd voor ontmoeting. Daar komen in 2009 de karakteristieke kiosk en een mooie zomerprogrammering.
Karin Hammink
Singeldingen is spontaan begonnen, er was niet nagedacht over een duurzaam concept voor de langere duur. Na vier zomers zijn de initiatiefnemers op zoek naar een winterplek. De buurthuizen in de wijk zijn intussen allemaal gesloten. De bestuursleden van Singeldingen organiseren keukentafelgesprekken met de buurt, om te horen wat er al leeft, wat er speelt, wat er nodig is, waar gebruik van wordt gemaakt. Lokale initiateven worden samen aan tafel gezet. Ze blijken elkaar vaak niet te kennen. De gesprekken worden minutieus genotuleerd door Corianne Roza en Theresa Hartgers maakt er tekeningen bij.
Floris
Bij een van die keukentafelgesprekken is Floris van Gennep aanwezig. Hij is uitgenodigd aan de tafel van creatieve makers. Hij is architect en bouwer.
Floris heeft lang ontwikkelingswerk in India gedaan, eerst als vervangende dienstplicht. Daarna heeft hij 17 jaar lang vanuit Nederland een stichting die een kindertehuis heeft voor kinderen uit lepra families, waarbij de kinderen de kans kregen om een ambacht te leren. Wanneer hij de stichting beëindigt, realiseert hij zich dat hij dichter bij huis iets wil doen. Hij besluit om 1 dag per week te besteden aan hoe we leven in de wereld en met elkaar.
Floris van Gennep
Aan de keukentafel bij het Singeldingen-bestuur benoemt hij zijn visie: ontmoeting en problemen oplossen hoeft niet alleen te gaan via praten en gesprekken organiseren. Vlieg het eens anders aan en ga samen dingen maken. Door samen bezig te zijn, ontmoet je elkaar ook en komt het gesprek vaak ook wel op gang, maar meer terloops. Je hoeft elkaar niet aan te kijken, de focus ligt op iets anders, waardoor de kans op een opening tot een gesprek groter is. (Het klinkt mij bekend in de oren – het is ook een beproefde strategie om met je puberkinderen te levellen.) Marieke en consorten zijn verkocht: dit is een invalshoek die ze zeer aanspreekt en die ze omarmen. Aan hun concept van ‘ontmoeten’ wordt het begrip ‘maken’ toegevoegd.
Huize Middelland
Ondertussen wordt er vanuit de gemeente nagedacht over een Huis van de Wijk. Lot Mertens, gebiedsmanager vanuit de gemeente, is op de hoogte van alle lokale initiatieven. Zij en Ineke Palm (van de gebiedscommissie) brengen die verschillende initiatieven bij elkaar en stellen een decentraal Huis van de Wijk voor: Huize Middelland. Singeldingen en hun nieuwe initiatief zijn er daar één van, net als het Hoekpandje van onze straatvereniging. Deze ontwikkeling geeft ook aan hun initiatief-in-ontwikkeling een boost.
Een krukje bieden
Marieke en Floris willen iets toevoegen aan de wijk. Voor hen is ‘equity’ een belangrijk begrip. We hebben niet allemaal niet allemaal een gelijke start en gelijke kansen in het leven. Maar je kunt wel helpen gelijke kansen te creëren voor mensen. De een is lang en kan makkelijk over de schutting heen kijken. De ander is klein en voor die persoon is de schutting heel hoog en ontneemt het zicht. Je kan die persoon een krukje bieden om over de schutting heen te kijken. Leren door samen te maken, een netwerk te krijgen door te ontmoeten. Dat is wat ze willen bieden en neerzetten in en voor Middelland: maken en ontmoeten, leren en ondernemen. Dat worden de kernbegrippen van het idee.
Marieke schreef er al langer over, was er conceptueel al langer mee bezig: zeggenschap. Over je eigen omgeving en je eigen leven. Toegerust raken om daaraan vorm te geven.
Nu is er de kans het in de praktijk handen en voeten te geven. Stichting DOEN heeft zich verbonden aan het initiatief en zo kunnen ze op zoek naar een locatie. Meerdere plekken komen voorbij. Een ervan is aan de Schonebergerweg. Dat leidde tot de naam: Paleis op de Schone Berg. Die locatie gaat uiteindelijk niet door. Een nieuwe kans doet zich voor in een pand aan de Middellandstraat: een voormalige fabriek en voormalig wijkontmoetingscentrum – het pas helemaal bij hun concept. Het Wijkpaleis is geboren.
Wijkpaleis
Daar strijken ze neer in de zomer van 2015. Met als ondertitel: de plek om het te maken.
Floris en Goran hebben er een werkplaats voor hout en metaal. Er is iemand die aan plastic recycling doet. Een ander doet iets met textiel. En er wordt gekookt door Fatma en Kameroen. Op zaterdagen is er inloop ‘Hoe maak je het?’ om dingen te maken of repareren. Het zijn allemaal ondernemers die door een social return iets teruggeven aan de wijk.
Op de schopstoel
Maar een jaar later alweer is er onrust. De gemeente wil het pand waarin het Wijkpaleis zit herontwikkelen. De initiatiefnemers realiseren zich dat een duurzame locatie een noodzakelijke voorwaarde is om toekomstbestendig te zijn. Tot dan toe opereren ze onder het bestuur van Singeldingen. Maar met deze ontwikkelingen is een geheel andere dynamiek op gang gekomen. Een vast gebouw is geen doelstelling van het bestuur van Singeldingen. Er komt een aparte, eigen stichting Wijkpaleis. Met Marieke en Floris als het werkbestuur en een Raad van Toezicht. Ze voeren gesprekken met de gemeente, schrijven plannen en doen mee in het aanbestedingsproces. Tot hun grote teleurstelling winnen ze die niet; ze worden 3e. “De wijk had niet door dat dit gebouw onder hun voeten werd weggetrokken,” aldus Marieke. Ze vonden het wel erg maar er gebeurde niets. Het doek lijkt te vallen.
Politieke rollercoaster
Wat dan volgt laat zich het best omschrijven als een rollercoaster ride. Het zijn spannende jaren, waarin Marieke en Floris onnoemelijk veel leren – meer dan je ooit in een managementcursus aangeboden zou krijgen. Met hun tomeloze inzet en hulp van een aantal belangrijke spelers krijgen ze uiteindelijk ongelooflijk veel voor elkaar.
De gemeenteraad is intussen wakker geworden. De aanbesteding is niet gelopen zoals bedacht. Niet het beste plan voor de wijk heeft de aanbesteding gewonnen. Gemeenteraadsleden Judith Bokhoven (Groen Links) en Quirine Velter (SP) maken zich hard voor het Wijkpaleis in de gemeenteraad. Vanuit Huize Middelland is er veel solidariteit.
Ineke Palm (gebiedscommissie, SP) leert de Wijkpaleizers protesteren: spandoeken maken en vergunningen aanvragen voor een demonstratie. Met alle Wijkpaleizers en supporters zitten Floris en Marieke op balkon van de publieke tribune bij de gemeenteraadsbesprekingen.
Een motie om het Wijkpaleis op de huidige locatie te behouden maakt geen kans, weten ze. Dus wordt er gewerkt aan een alternatieve motie, die het college oproept om te helpen bij het vinden van een nieuwe plek voor het Wijkpaleis. Er wordt een cruciaal zinnetje aan toegevoegd: “De plek op de Middellandstraat mag niet verder ontwikkeld worden totdat de nieuwe plek gerealiseerd is.” Wethouder De Jonge heeft de motie ontraden, maar ook zijn eigen CDA steunt de motie. En tot hun grote verbazing en vreugde wordt de motie aangenomen. Ze maken een rondedansje.
Steun
Maar ze zijn er nog niet. Nu volgt de zoektocht naar een nieuwe locatie. De voormalige Eloutschool aan de Claes de Vrieselaan is in het vizier. Ze onderhandelen over een huurcontract, met zicht op koop. Het is bepaald geen gemakkelijk traject. Ze hebben van doen met gemeentelijke diensten die halsstarrig en onwillig zijn, zich verschuilen achter richtlijnen en hun macht laten gelden zonder uitleg. Maar óók met gemeentelijke organisaties die meedenken en het Wijkpaleis ondersteunen. Floris werkt elk gesprek meteen uit en denkt gelijk vooruit wat de volgende stap zou moeten zijn.
En ze staan er niet alleen voor. Ze krijgen steun van de gebiedsmanager en de gebiedsdirecteur; van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling die ook Huize Middelland steunt; van een jurist die het ‘right to challenge’ en het ‘right to bid’ in de praktijk brengt; van wethouder Barbara Kathman en zelfs van burgemeester Aboutaleb, die soms zijn morele gewicht in schaal legt voor ze en echte doorzettingsmacht heeft.
Ook worden ze ondersteund door investeerder Koninklijke Nederlandse Heide Maatschappij (KNHM), die adviseurs van Arcadis heeft en hen helpt met advies en op juridisch gebied. Dit fonds helpt hen druk zetten. En omgekeerd helpt de druk van de burgemeester om fondsen flink te laten co-financieren. Zo ontstaat er een vliegwiel. En ze krijgen het voor elkaar. “Het geeft energie, het was enorm leerzaam!”
Feestelijke opening
Er wordt geklust op zaterdagen. “Zo mooi te zien hoeveel mensen betrokken zijn en helpen,” zeggen de twee. Ook Onno en Karin uit onze straat bouwen bijna elke zaterdag mee. In maart dit jaar was de feestelijke opening van het nieuwe pand door burgemeester Aboutaleb en wethouder Kathman.
Onno (op trap)
Karin
Op de 3e verdieping huist een dependance van de Mariaschool. Op de 1e en 2e verdieping huizen zo’n 40 makers uit Rotterdam-West. Het Wijkpaleis biedt hen werkplaatsen in de eigen leefomgeving met een betaalbare huur. Zij delen hun kennis en kunde met bewoners en dragen daarmee bij aan doelstelling van Het Wijkpaleis om Rotterdam West mooier, beter en ondernemender te maken. Zo organiseert een filmmaker filmavonden onder de titel CineWest, helpen de textielvrouwen mensen tijdens het textiel repair café en houdt de componist een muzikaal spreekuur.
Beneden komen vier publieke maak-productieplekken: de keuken, een textiellokaal, een maaklokaal (waar gewerkt wordt met verschillende materialen) en een houtwerkplaats op het buitenterrein.
Twee weken na de feestelijke opening moet de boel alweer dicht. Maar ondanks corona loopt het als een tierelier. Alle activiteiten zijn gericht op een breed publiek (van 8 tot 88); ze doen niet aan doelgroepenbeleid. ‘Het gaat om interactie en kruisbestuiving,’ zegt Floris. Samen eten maakt plaats voor het afhalen van maaltijden: woensdag t/m vrijdag koken Fatma, Homa en de vrouwen van Mixblik voor de buurt. Er zijn plannen om een dome te bouwen, als buitenlokaal en assemblage plek. Om de zaterdag komt er een textiel repair café. Anders dan voor velen beleeft Marieke deze periode als hoopvol en energiek. ‘Wat gebeurt er veel!’
Homa
Fatma
Meerwaarde
Waarin zien we de meerwaarde van het Wijkpaleis voor de buurt? Marieke illustreert het graag met een concreet voorbeeld, het verhaal van Samir. Hij is een buurtbewoner, een nieuwe Nederlander afkomstig uit Syrië. Hij heeft een achtergrond in textiel. Hij kwam naar het Wijkpaleis om Nederlands te leren. Zo heeft hij niet alleen de taal, maar ook zijn vaktaal kunnen ontwikkelen in het Nederlands door de lessen die hij kreeg van Monique. En daarmee heeft hij een baan gekregen bij de Bijenkorf. Van een tijdelijk contract kreeg hij een vaste baan aangeboden. Met het aanbod kwam hij weer langs bij het Wijkpaleis, en met de adviezen die haar daar kreeg kon hij een beter contract onderhandelen. Zijn dochter is via het Wijkpaleis gekoppeld aan een Engelstalige student die haar helpt met haar Engels, een belangrijke voorwaarde om haar vmbo-kader voort te kunnen zetten. “Samir komt op het juiste moment met vragen, waardoor wij kunnen helpen en mensen aan elkaar kunnen verbinden.” Samir geeft aan dat hij zich inmiddels thuis voelt in de wijk. Wat mooi om te horen.
Samir
Koop een stukje Wijkpaleis!
En voor de toekomst? Het Wijkpaleis heeft een huurcontract tot 28 februari 2022 en heeft tot die tijd de optie op koop voor een afgesproken bedrag van €1,9 mln. In 2021 moeten ze de koop dus realiseren. Dat is weer spannend! Ze willen met crowdfunding een zo groot mogelijk deel lokaal geld inzamelen. Zodat het gebouw en wat erin gebeurt echt van de buurt is en blijft.
Ze zijn een kleine en wendbare organisatie, maar nu is het wel tijd om net als Super Mario tijdelijk een tijdelijke Power Up!-strategie toe te passen. Ofwel: tijd om hulptroepen in te schakelen. Dus: wie wil er meedoen om kennis en kunde in te zetten? Denk aan:
Zo, tsja, in de vorige aflevering van onze prachtige straatkrant hebt u ‘kids in the street’ moeten missen. Corona- en verhuisperikelen waren daar de oorzaak van, maar er was zoals altijd volop te lezen, kids of niet. En de perikelen zijn achter de rug: van huis geruild met de buren, partner Karin heeft het Coronavirus een lesje geleerd en ik ben de dans miraculeus ontsprongen.
Thuis bij Ole
Maar terzake…we zijn nu aangeland bij Ole van der Hoeven, die met moeder Noortje en vader Lennaert en nog eens 2 zusjes woont op nummer 110B. Die 2 zusjes, Ari en Doris, daar heeft Ole het maar beetje moeilijk mee. De jongste, Ari, die knijpt, slaat en krabt…zo lief als ze nu aan tafel zat, kan ik het me niet voorstellen Ole en bovendien, jij bent de oudste, al 7 jaar, en dus de sterkste, wat kan je gebeuren? En kijk eens hoe lief ze moeder Noortje helpt in de keuken, dat ziet er toch heel gezellig uit.
Doris is maar een beetje vervelend maar na enig aandringen..soms ook wel aardig. Wat later ook wel fijn zal zijn, kan je je nu nog helemaal niets bij voorstellen, die zussen van jou die krijgen een hoop vriendinnen, let maar op, dat gaat leuk worden 🙂 Duurt nog wel een jaar of 10, dus nog even geduld, maar wedden dat ik gelijk krijg?
School
Ole zit in groep 4 op…jawel, daar is hij weer… de montessorischool. Zijn grote vrienden Sam en Willem zitten bij hem in de klas. Met Sam en Willem hebt u al eerder kennis kunnen maken in vorige afleveringen, mooi stel bij elkaar. Wat Ole leuk vindt op school? Rekenen, taal, spelling en hij is er, wel naar eigen zeggen, nog goed in ook. Wat hij vervelend vindt?..helemaal niks! Ik viel zowat van mijn stoel, dat had ik nog nooit gehoord, maar kijk eens naar die zelfbewuste blik op de foto, ik geloof het nog ook. Veel kids noemen als eerste de pauzes als leukste onderdeel van school, maar Ole niet. Goed bezig jongen, daar kom je verder mee! Oh ja, na enig aandringen, toch wel iets vervelends namelijk Hutspot, de buitenschoolse opvang. Niet dat Hutspot zo erg is , maar dan kan hij niet spelen met zijn vrienden, dat is het probleem. Nou ja, bij Hutspot zijn vast wel een paar leuke maatjes en die vrienden, die lopen niet weg hoor.
Hobby’s
Voetbal, dat is zijn grote hobby. Ole speelt bij RVV Blijdorp en het is een alleskunner hoor. Hij is goed in aanvallen maar ook in keepen. Wat het gaat worden, spits zijn of op doel staan, dat is nog niet zo duidelijk, maar hij doet er alles aan om steeds beter te worden: trainen op woensdag en wedstrijden spelen op de zaterdagen, met zijn vrienden Esra, Boris en Max. Ben benieuwd Ole, ga je net zo goed worden als Frenkie de Jong? Als ik goed naar je foto kijk, lijk je er eigenlijk een beetje op, dus wie weet.
Gamen op de I-Pad is zijn tweede passie. Nou ja, vooruit, als je het maar combineert met veel bewegen anders krijg je stijve botten. Met Lego kan hij ook heel mooie dingen maken, zien er keigoed uit. Keigoed…daar hoor je ineens de Brabantse wortels, want Noortje en Lennaert komen allebei uit Brabant. Ooit terug naar Brabant? Daar wonen toch ook leuke neefjes en nichtjes, wie weet. Nee hoor, bedacht ik me, blijf maar lekker in Rotterdam, jongens die taal, rekenen en spelling op school niet vervelend vinden, die kunnen we hier echt niet missen!
De straat en later...
Het enige wat hoognodig aan de straat veranderd moet worden is dat zijn vrienden, die niet in onze straat wonen, dat wel gaan doen, Pax, Daniel en Sef. Verder niks aan doen, leuke straat, zo is het gedecideerde oordeel van Ole. En wat hij later wil worden…gameontwerper, dat heb ik vaker gehoord. Het is in ieder geval wel een creatief beroep, past prima in de straat. En ik denk zomaar dat je het gaat maken, zie maar eens hoe je in de camera kijkt, nergens bang voor en op naar de toekomst! Veel succes Ole!
Het was de vroege ochtend van 1 januari 2020 toen enkele leden van het Groene Graaf klimaatclubje elkaar troffen in het hoekpandje. Ze hieven het glas op een mooi jaar en proostten op een 2020 met vier nieuwe regentuinen. Dat klonk boud, maar je mag ambities hebben.
Een mooi jaar werd 2020 nou niet bepaald, maar de aanleg van de nieuwe regentuinen is gelukt! In dit artikel lees je hoe het zo ver gekomen is. Als je dat inmiddels wel weet, kun je ook gelijk doorskippen naar het artikel over de groene inhoud van de tuinen.
Juni
Na corona-uitstel in het voorjaar presenteren we in juni eindelijk de plannen voor (dan nog drie) nieuwe regentuinen aan de gemeente. Deze zijn gelijk enthousiast en vragen ons wederom het draagvlak in de buurt te peilen. Met artikelen op de website, een nieuwsbrief, een flyer-actie en een informatie-avond in het hoekpandje informeren we de straatbewoners.
September
Ook voor de nieuwe tuinen blijkt er veel enthousiasme. Dan komt het nieuws dat er budget gevonden is en de gemeente nog dit jaar aan de slag wil, en er ook ruimte is voor een vierde tuin! De plannen worden aangescherpt en nog eens besproken met de bewoners voor wiens deuren het plaats gaat vinden.
November
En dan gebeurt het echt: eind oktober gaan op de diverse plekken de tegels eruit en worden de bandjes aangelegd. Een weekje later komt de hovenier en daarna zijn de bewoners aan de beurt. Onder de strakke regie van Audrey gaan de teams van enthousiaste straatbewoners samen met de hovenier aan de slag. Vanaf tuin 2 bij de Witte van Haemstede trekken we richting de hoeken met de Jan van Avenne voor tuin 3 en 4 om op zaterdagmiddag met tuin 4 te eindigen op de hoek van de Duivenvoordestraat. Lekker om even met je handen in de aarde te zitten en bij te kunnen praten met je straatgenoten.
Als het werk gedaan is, trakteert de vereniging ’s middags in het pandje op chocola en koek en is er heerlijke taart van Christa!
Met zijn allen lopen we de tuinen af. Audrey legt uit wat er staat aan groen en hoe zich dit in de komende jaren zal gaan ontwikkelen. En we zagen dat het goed was.
De gemeente meldt dit project nog aan voor de Nationale Steenbreek Trofee 2020. Maar ook die wordt verplaatst naar 2021. Het doet niets af aan het mooie resultaat. Laat het nieuwe jaar maar komen!
Onze mooie straat is sinds november vier nieuwe Regentuinen rijker. (Lees hier over de aanleg). De straathoeken hebben hiermee instant een groener aanzien gekregen.…De tuinen hebben direct body dankzij de extra hoogte in de vorm van heuveltjes, maar wat staat er nu eigenlijk aan groens?
Maatwerk
De beplanting is per tuin afgestemd op de groeiomstandigheden: sommige tuinen vangen veel zonlicht, terwijl andere juist in de (half)schaduw liggen of zelfs voorzien zijn van een boom. Deze uiteenlopende condities leiden tot een mooie variatie in de beplanting, terwijl de herhaling van een paar sterke soorten en de opbouw met (wintergroene) heesters, kleurrijke vaste planten, siergrassen en bollen zorgt voor de samenhang tussen de tuinen.
Tijdens de rondwandeling bij de feestelijke ‘inwijding’ van de tuinen lichtten we al een paar bijzondere planten toe. Hier nog eens een korte herhaling ter inspiratie voor je eigen tuin of geveltuin.
Heesters
De heesters geven hoogte en structuur. De Choisya is wintergroen en bloeit vanaf april al met witte, licht geurende bloemen. De eveneens wintergroene Mahonia zie je nu al overal in de buurt bloeien en is een belangrijke stuifmeel- en nectarleverancier voor solitaire bijen en andere insecten.
Eikenbladhortensia – Hydrangea Quercifolia
Vlinderstruik
Mahonia Aquifolium Apollo
Nandina Domestica
Choisya Ternata
De wintergroene Nandina of schijnbamboe krijgt sierlijke rode bessen na de bloei met fijne witte bloemen gevolgd door felrood blad in de herfst. De Eikebladhortensia bloeit in de zomer met witte pluimen en heeft een prachtige rode herfstkleur. En de Vlinderstruik behoeft natuurlijk geen uitleg!
Vaste planten
De vaste planten hebben verschillende hoogten, kleuren en bloeitijden en geven door het jaar heen niet alleen een mooi beeld, maar bieden ook nectar en stuifmeel voor bijen, vlinders en andere belangrijke bestuivers. Een bijzondere vaste plant is de Phlomis: de kenmerkende bloei in gele kransen langs de stengel levert ook een sterk architectonisch winterbeeld op.
Phlomis russeliana – zomer
Phlomis russeliana – winter
Duizendknoop?
Duizendknoop (Persicaria) -niet te verwarren met de woekerende Japanse duizendknoop die funderingen en kademuren verwoest- is een sterke plant die het op de meest uiteenlopende plekken naar zijn zin heeft.
Verbena bonariensis
Allium Purple Sensation
Echinaceae purpurea
Persicaria amplexicaulis Blackfield
Geranium Rozanne
Verbena of IJzerhard weeft haar stengels met paarse aren samen met andere zonminnende planten zoals Echinacea (zonnehoed), siergrassen en paarsbloeiende uienbollen. En elke tuin is voorzien van een paar pollen Geranium Rozanne die met haar lange stengels door de tuinen ‘wandelt’ en van mei tot november voor kleur zorgt.
Winterrust
Een groot deel van de beplanting is nu in ‘winterrust’. De bovengrondse delen verkleuren en sterven af, maar ondergronds bereiden de planten zich voor op het voorjaar dat ingeluid wordt door de blauwe druifjes en andere bollen. We kijken met verlangen uit naar de kleurexplosie die dan volgt!
‘Maatregelen’. Ik heb het woord nooit aantrekkelijk gevonden, maar het heeft inmiddels wel een hele nare bijsmaak gekregen. We hebben het te vaak gehoord. Gelukkig komen andere woorden ook weer meer aan bod, zoals veerkracht, weerstand. Woorden die lekkerder in het gehoor liggen. Vooral weerstand fascineert mij de laatste tijd.
Iemand riep het laatst: “het gaat er toch om dat we met z’n allen meer weerstand opbouwen?”. En ik kan niet goed uitleggen hoe het precies gebeurde, maar ik dacht meteen: “krachtbouillon”.
Ik ben naar Treuren gefietst, daar naar soepkip en naar alle ins- en outs over het maken van krachtbouillon gevraagd. Dat bleek helemaal geen kort verhaal en het begin van een mooi en lang avontuur. De eerste ontdekking was dat “kracht” van krachtbouillon niet op de intensiteit van de smaak slaat, maar op de kracht die de bouillon je geeft. Toen was ik helemaal verkocht.
Verder is het vooral een kwestie van liefde. De soepkip in veel water doen en omringen met alles wat je maar lekker vindt. Echt, het is een heel lief gezicht, zo’n bloot kippetje in het water omringt met kleurige stukken groentes, kruiden, specerijen, en alles waarvan je maar denkt: zou best eens lekker kunnen zijn in de bouillon. Hoe langer je de bouillon laat staan, hoe meer kracht hij geeft, dat is zo’n beetje het basisprincipe. Want dan worden steeds meer elementen van de kip en de groenten opgenomen door het water, tot en met het merg in de botten aan toe. En hoe meer smaak natuurlijk.
De tweede ontdekking is dat er een kleine groep mensen bestaat met wie je echt heel lang over bouillon kunt praten (en ik ben daar inmiddels een van). De verhalen verschillen in wat je juist wel en niet moet doen, een beetje zoals ook de verhalen over andere gerechten die ‘diep’ gaan, maar hebben allemaal gemeen dat je er de tijd voor moet nemen, geduld moet hebben, en op precies de juiste temperatuur moet laten sudderen, wat je dan weer ziet aan het soort belletjes dat naar boven komt. Ik vind het heerlijk om naar de verhalen te luisteren. Mijn Oekraïense collega in het hospice vertelde dat ze elke week bouillon maakt, een traditie in Oekraïne, en zij en haar man drinken er elke avond een klein glaasje van. Nooit ziek. Haar bouillon staat minstens 20 uur.
Derde ontdekking, en daarom schrijf ik dit eigenlijk, is dat het helemaal niet makkelijk is om aan soepkip te komen. Dat zijn in principe legkippen die ‘uitgelegd’ zijn, en verkocht worden om soep van te trekken. En omdat bijna niemand dat meer in Nederland doet, worden de meeste legkippen geëxporteerd naar landen waar ze de kracht (en smaak) van deze kippen weten te waarderen. Een aantal bedrijven probeert dit tij te keren, en Nederland weer enthousiast te krijgen voor de Nederlandse soepkip. Zoals bijvoorbeeld.
Dus mijn oproep aan jullie, en wens voor het nieuwe jaar: steun de soepkip! Maak zelf je krachtbouillon, en deel je verhalen (en eventueel je soep natuurlijk). Een maatregel met smaak .
Een lekker rondje hardlopen? Het mag van Mark Rutte. Hij raadt het aan zelfs. Maar wat is een lekker rondje? Voor mij gelden een aantal voorwaarden:
ik wil dóór kunnen lopen, dus zo min mogelijk kruispunten en stoplichten
geen smalle kronkelpaadjes waar anderen voor je voeten kunnen lopen;
ik wil de lucht zo zuiver mogelijk en zo min mogelijk auto’s zien;
ik wil zo veel mogelijk groen en natuur.
Dat is nog niet zo eenvoudig als je vrijwel in het centrum van Rotterdam woont, zoals wij. Een leuke optie is het lopen van de Groene Connectie. Die is behoorlijk groen (sic.) maar voert ook langs nogal drukke autostraten en het gedeelte over de oude spoordijk in Spangen is te smal en vaak glibberig modderig.
Hier onder volgt mijn geoptimaliseerde rondje vanuit de Graaf Florisstraat. Het is ongeveer 10km lang en kan uiteraard ook gewandeld of gefietst worden.
Het eerst gedeelte voert je onder het spoor door langs de oude Blijdorpingang aan de van Aerssenstraat naar het Vroezenpark. Je kunt dwars door het park of je neemt het fietspad aan de zijkant richting de Gordelweg. Die steek je over en je gaat rechtdoor, eerst het Schie-Schie kanaal en dan de A20 over. Dan ga je brug af naar beneden en volg je het fietspad langs de zogenaamde CBR-krul.
Brug over het Schie-Schie kanaal
Toegegeven, daar loop je even langs de A20, maar anderzijds ligt er een oud Hollands weilandje met soms een ezel of een paard erin. Nadat je onder het spoorviaduct gelopen bent ga je direct rechts richting de Oude Kleiweg. Groen aan weerszijden. De Oude Kleiweg steek je over en je gaat links het Zestienhovense Park in. Je kunt het park op een aantal manieren doorkruisen maar zorg dat je er uiteindelijk bij de Zestienhovense Kade uitkomt. Die volg je onder de A13 door tot het einde. Je bent dan op de Delftweg in het oude centrum van Overschie, waar je linksaf slaat. Daar is het stoepje wat smal maar de straat zo rustig dat je daar ook overheen kan. De Delftweg volgend door het fraaie oude centrum, kom je uit bij de Delfshavense Schie. (Als je goede benen hebt kun je het bruggetje oversteken en langs de Schiedamse Schie door Spaanse Polder naar Schiedam en over de Rotterdamse Dijk weer terug.)
Je slaat bij de Schie linksaf en volgt het Delfshavense pad helemaal terug tot aan gevangenis De Schie en de Van Nelle fabriek. Vorig jaar is er een wandelpaadje op het dijkje naast de Schie aangelegd waar je ook overheen kunt, maar wel kans hebt op tegenliggers met honden.
Uitzicht op hoogwerkers in Spaanse Polder
Zodra je de gevangenis voorbij bent kun je de weg oversteken en het fietspad volgen naar de Mevlana Moskee. Daar kun je het Essenburgpark in, of voorbij de moskee door de Essenburgsingel weer terug naar de Graaf Florisstraat. Bij Zuidwesten wind kun je hem beter met de klok meelopen, dus eerst richting Schie. Dan heb je de wind in de rug op het lange stuk langs de Schie en loop je de terugweg relatief beschut.
Al met al is het zo’n 10km met veel groen, water, hooguit vijf verkeersluwe oversteekpunten en maar twee stoplichten. Gaan!
Ingang Blijdorp
Oversteek naar het Vroesenpark
Pad door het Vroesenpark
Fietspad aan de zijkant
Rotonde Gordelweg/Kanaalweg
Brug over het Schie-Schie kanaal
Uitzicht op de A20
Fietspad naar de Oude Kleiweg
Fietspad naar de Oude Kleiweg
Uitzicht op de molen aan de Kleiweg
Wandelpad door het Zestienhovense Park
Wandelpad door het Zestienhovense Park
Wandelpad door het Zestienhovense Park
Onder de A13 door
Uitzicht op Overschie
Oude Kerk in Overschie
Delftse Schie
Delfshavenseweg
Delfshavenseweg
Uitzicht op hoogwerkers in Spaanse Polder
Kruising Rotterdamse, Delftse en Delfshavense Schie
Het spel is helemaal niet nieuw, maar op een of andere manier kwam hij in februari in onze handen: Pandemic. Na een paar keer onbevangen spelen en lachen als we weer eens de pandemie niet de baas konden worden en de wereldbevolking volledig besmet was met het virus (dat toevallig genoeg ook veelal in Azië begon), begon het in maart toch wel erg ongepast te voelen om dit spel te spelen. Zoon Finn en ik hebben het opzij gelegd.
Ondertussen zijn we er wel aan gewend: in dit spel werk je samen en moet je strategisch de beurten van jezelf en je medespelers plannen om ervoor te zorgen dat het virus op talloze plekken op de wereldkaart wordt gedoofd en de wereld weer veilig is. Er gloort hoop: wij beginnen het virus onder controle te krijgen. Ook op het meest lastige niveau.
De verkoop van Pandemic is het afgelopen jaar reeds flink gestegen, maar voor liefhebbers van bordspellen die hem nog niet hebben: een echte aanrader als je samenwerken belangrijker vindt dan tegen elkaar strijden.
Hallo Graaf Florisstraat-bewoner. Mijn naam is Suzan de Ridder. Ik woon in de Akeleistraat (van jullie uit gezien aan de andere kant van de sportvelden) en organiseer voor mijn buren een Energy Party. In totaal is er plek voor 6-8 deelnemers. Wij zijn nog op zoek naar enthousiastelingen die op een laagdrempelige en gezellige manier willen leren hoe ze (nog) meer kunnen besparen op hun energieverbruik. Iets voor jou?
Op vrijdag 29 januari om 20.00 uur start de online Energy Party. In deze Party kun je dus samen met mij en andere buren ontdekken hoe je je energieverbruik flink kunt verminderen. We vergelijken gas- en elektriciteitsverbruik: Waar zitten uitschieters? Wat verklaart de verschillen en welke tips kunnen we elkaar geven om energie te besparen? Het is online en duurt ongeveer anderhalf uur. Gespreksleider Diana Pennink begeleidt ons daarbij. Iedereen gaat met een concreet en persoonlijk plan ‘naar huis’. Naderhand is Diana beschikbaar voor vragen. Je kunt je kosteloos aanmelden via https://www.buurkracht.nl/aanmelden-energyparty-diana/.
Gespreksleider Diana Pennink in haar eigen appartementje
Wil je meteen beginnen met besparen? Hier volgen alvast wat simpele tips:
1. Gordijnen dicht
Het klinkt misschien als een inkopper, maar het werkt echt. Gordijnen ’s avonds dichttrekken voorkomt warmteverlies. Laat ze niet over de radiator hangen, want dan vertrekt de warmte linea recta naar buiten. Liefst eindigen je gordijnen op de vensterbank.
2. Thermostaat één graadje lager
Door zuinig te stoken kun je jaarlijks flink besparen op de energierekening. De thermostaat één graadje lager zetten scheelt al gauw €90 per jaar. Wanneer je actief bent met bijvoorbeeld opruimen, afwassen of stofzuigen, is 19 graden Celsius meestal warm genoeg. Maar je kunt nog veel meer stookkosten besparen met simpele aanpassingen. Voorkom bijvoorbeeld het weglekken van warmte door alle deuren in huis te sluiten, ook boven en op zolder.
Verwarm verder alleen de ruimtes waar je veel bent. Dit scheelt je €240 stookkosten per jaar. In de keuken wordt het tijdens het koken vanzelf al ietsje warmer. ’s Nachts kun je de thermostaat in de woonkamer makkelijk terugdraaien tot 15 graden. Verlaag de thermostaat een uur voordat je gaat slapen alvast. Zo bespaar je nog eens €20 per jaar. In een woning met vloerverwarming houd je de thermostaat ’s nachts liever op 17 graden, anders duurt het opwarmen tijdens het opstaan te lang.
3. Folie achter de radiatoren
Je kunt grootschalig isoleren, maar kleine beetjes helpen ook, zoals het plakken van radiatorfolie op de muren achter de radiatoren of – met magneetjes – achter op de radiator. Per vierkante meter folie bespaar je 10 kuub gas ofwel €8 per jaar.
Ja mensen, zitten we weer in een lockdown. Niet eens een intelligente, dit keer. Goed in beweging blijven hoor! Voor de fysiek en het koppie erg belangrijk.
Die coronacrisis zet mij aan het denken. Over de verknooptheid van de wereld, de overconsumptie, de toenemende kloof tussen ‘haves’ en ‘havenots’. Het gemak waarmee wij voor een prikkie een paar uur vliegen naar zonnige bestemmingen. Het hele jaar door verse producten van over de hele wereld aangevoerd. Van A naar Andere-kant-van-de-wereld in no time. Niet alleen mensen en goederen reizen snel en veel, ook voor virussen geldt dat.
Teruggeworpen op het ‘blijf zoveel mogelijk thuis’ vraag ik me af – en velen met mij – of dit soort zaken wel vanzelfsprekend zijn. Het ‘nieuwe normaal’ is misschien wel ‘lokaal’. Niet voor niets explodeerde de interesse voor Rechtstreex, een aanbieder van lokale producten (binnen een straal van 50 km).
Next level is de Floating Farm. 100% Rotterdams, circulair, duurzaam en innovatief. ‘Transfarmation’, noemen ze dat zelf. In de Merwehaven, aan de Gustoweg 10, is op een drijvend ponton een heuse boerderij gevestigd met melkkoeien.
Ik ben er gaan kijken met overbuurvrouw Audrey. We lopen er Peter, een van de oprichters, tegen het lijf en krijgen het hele verhaal van de wordingsgeschiedenis te horen, de filosofie erachter, hoe het werkt. Wat een pracht-initiatief!
De dieren worden gevoed met reststromen uit de stad: bierbostel (wat is dat eigenlijk?) van Rotterdamse brouwerijen, zemelen van Schiedamse molens en gras van de sportvelden in de buurt. Juist als we aankomen, wordt er een kratje uitgeperste sinaasappelhelften afgeleverd voor de koeien. Ze blijken er gek op. Nooit geweten!
De afzetmarkt is ook helemaal lokaal. Voor de coronacrisis was het de bedoeling te leveren aan bedrijven, maar met het thuiswerken viel het leveren aan bedrijfskantines weg. In razend tempo zijn er alternatieven gevonden. En is een verkooppunt op het weitje aan de kade naast het ponton uit de grond gestampt. Je kunt er de heerlijkste dagverse producten kopen. Zonder additieven voor langere houdbaarheid. De drinkyoghurt heb ik al geproefd, en kan ik zeker aanraden. In een wandeling van drie kwartier (tip: deels via de Groene Connectie) ben je er. Heb je je dagelijkse beweging ook weer gehad!
Deze kerstvakantie ga ik me heerlijk begraven in ‘De Spiegel & het licht’.
‘De spiegel & het licht is het daverende slotdeel van de trilogie, waarin Hilary Mantel de laatste jaren traceert in het leven van Thomas Cromwell, de jongeman die vanuit het niets de toppen van de macht weet te bereiken. Ze smeedt een allesomvattend portret van jager en prooi, van een woelige strijd tussen zowel het heden en het verleden als tussen de koninklijke wil en de visie van een common man: van een modern land dat zichzelf door conflict, gedrevenheid en moed vormgeeft.’, aldus de aankondiging van dit boek.
Niet voor tere zieltjes, het credo van de Engelse filosoof Thomas Hobbes, die meende dat homo homini lupus is (de mens is een wolf voor zijn medemens), is goed te plaatsen als je de gruwelen leest die plaatsvinden in het rijk van Hendrik de VIII. In deel II staat de opkomst en ondergang van zijn tweede vrouw (hij trouwde zesmaal) Anna Boleyn centraal. Ook lezen we in deel II hoe de beroemde filosoof Thomas Moore aan zijn gruwelijke eind komt.
De Nederlandse uitgave van deze trilogie is bijzonder fraai vormgegeven en het is heerlijk de drie boeken naast elkaar op de koffietafel te zien. Leuk om parallel de BBC serie ‘ Wolf Hall’ (gebaseerd op deel I en II van de trilogie) te downloaden of op Netflix ‘A man for all seasons’ te kijken. In deze laatste serie, die niets met de trilogie te maken heeft, staat niet het perspectief van Thomas Cromwell maar dat van Thomas Moore centraal.
Daar zitten we dan weer in een lock-down. Klinkt een beetje als een knock-out, maar gelukkig, zover is het niet en zal het ook niet komen. Hoop ik. Denk ik. Nee…weet ik zeker. Maar het is nog wel even doorbijten met al die beperkingen. En we kunnen natuurlijk niet de hele dag Netflix kijken, hoewel ik nog wel een paar aardige series zou kunnen dulden. Of spelletjes doen, van monopoly tot thirty seconds, ook leuk, maar het gaat toch een beetje kriebelen aan het eind van de middag. Dan moet er hoognodig bewogen worden, want al dat stilzitten dat is niet best. Niet voor je geest en ook niet voor je hart en andere vitale organen. Wandelen dus en niet zo’n klein stukje ook, nee gewoon een km of 10, daar worden we wijzer en sterker van.
Okay, hoor ik u denken, maar waar dan? Zonder dat je over de hoofden kan lopen? Dan is mijn tip, ga naar de Reeuwijkse plassen, 20 minuutjes rijden van Rotterdam en gegarandeerd een verfrissende ervaring. En de wandeling die ik ‘tip’ kent nog een verrassing, die zorgt dat u denkt….eigenlijk valt het allemaal best mee, het kan nog veel erger. Opletten nu, daar komt de route:
Ga naar het parkeerterrein van het Reeuwijkse hout. Kan niet missen na de afslag Reeuwijk vanaf de rijksweg. Loop naar het strand en hou links aan. Aan het eind van het strand door de bosjes naar het wandel/fietspad, dan rechtsaf, wel het drukste stuk, wandelaars en fietsers delen het pad.
Na 1.8 km linksaf de Gravenkoopsedijk op (doodlopend voor alle verkeer, maar niet voor wandelaars). Het is helemaal geen dijk, maar vooruit, kniesoor die daar op let. Aan het eind loopt u wel tegen een echte dijk aan. Rechtsaf door het klaphek heen en vervolg over de dijk, geniet van lucht en licht, Hollandser kan niet!
Dan na ongeveer 500 meter rechts de dijk af, over het hek en dan staat u op de Kippenkade, nou ja, kade, een smal pad tussen de weilanden door. En dan ineens sta je na amper 100 meter voor een gedenkteken,met een bankje om bij te komen als je gelezen hebt wat daar op staat. Recht voor je zie een plasje waar in 1943 een bommenwerper van de geallieerden is neergestort waarbij alle 7 bemanningsleden zijn omgekomen, jongens/mannen in de leeftijd van 21 tot 27 jaar.
Ongelofelijk wat zich daar moet hebben afgespeeld. Zonder de ernst van 2020 te onderschatten, maar dit geeft je toch het gevoel… zo slecht hebben we het nou ook weer niet en dat hebben toch maar te danken aan die mannen die hun leven geofferd hebben voor onze vrijheid, al is die nu een beetje beperkt.
Bijgekomen van die overpeinzingen vervolg je route over de Kippenkade, nog zo’n kilometer met een aantal zou-ik-ook-wel-willen-hebben-huisjes tot je weer op het asfalt komt en ergens rechtsaf gaat. Volg je gevoel, laat je gaan. Raadpleeg in geval van paniek Google maps maar het kan eigenlijk niet missen. Je loopt eigenlijk gewoon de plas rond waar je bent begonnen bij het Reeuwijkse Hout.
Ik zeg …doen. Je knapt er van op, zoveel is zeker! En als je geluk hebt krijg deze prachtige luchten er gratis bij!
Ben Aret is 26 november jl. na een kort ziekbed in deze coronatijd overleden en afgelopen dinsdag gecremeerd.
Ben stond sinds de jaren 70 op de hoek van de Middellandstraat en de Witte van Haemstedestraat met zijn bloemen- en plantenstal.
In de beginjaren had hij een mooie houten vaste accommodatie, die helaas in de Rotterdamse Pepertijd het veld moest ruimen door het nieuwe gemeentebeleid. Daarna hebben Ben en zijn vaste medewerkster Ria de verkoop in hun nieuwe blauwe mobiele verkoopkar voortgezet tot in 2011.
Ben’s dagen begonnen vroeg. Hij moest omstreeks 5:30 op de veiling zijn, waarna hij dan met zijn aangekochte bloemen en plantenvracht koers zette naar zijn pak/koelhuis in de Witte van Haemstedestraat. Ria had dan op de vrijdagen en zaterdagen de verkoopstal al klaar gemaakt voor weer een mooie dag, waarna de hoek van de straat weer zijn gebruikelijk fleurige uitstalling kreeg.
Helaas had Ben het qua gezondheid aan zijn longen gekregen. Toen Ria het in 2011 aan haar hart kreeg, was dit voor haar de aanleiding om te stoppen. Kort daarna was zijn gezondheid ook voor Ben de reden om te stoppen. Het was een te zware belasting voor hem geworden: het vroege opstaan, de gehele dag op de benen staan, in zijn eentje, gecombineerd met het dagelijks opzetten en aan het einde van de dag weer terugbrengen van de kar naar de garagebox in de Witte van Haemstedestraat.
Ben heeft een mooie tijd gehad met veel plezier. Jarenlang was Ben hèt adres voor bloemen en planten met de juiste prijs-kwaliteit en in de decembermaand hèt adres voor de buurt om je kerstboom te scoren met een leuk kerststukje erbij. In zijn vele jaren heeft hij de buurt zien veranderen. Met het veranderen van de buurt en de samenstelling veranderde de verkoop. Zo liep de chrysantenverkoop terug toen ook andere winkels in de buurt dit als seizoensproduct gingen aanbieden.
Na het stoppen was Ben toch nog vaak te vinden in de garagebox in de Witte van Haemstedestraat, waar hij dan op zijn stoeltje zat en met veel van zijn oude klanten gezellig een praatje maakte. In al die jaren was Ben een aanspreekpunt geworden voor zijn klanten, waar je de dagelijkse zaken en problemen mee kon bespreken en dat contact miste hij zeker.
We hadden zijn bloemenstal al als een gemis, en nu moeten we het ook zonder Ben doen.
Het zal u niet ontgaan zijn: tussen de rioolvervangingswerkzaamheden in de drie straatjes en de alsmaar voortdurende hotelverbouwingen door, zijn vorige week in rap tempo nog eens vier nieuwe Regentuinen in de straat aangelegd! Uitvoerende was de firma Lindeloof, die in opdracht van Stadsbeheer mooi werk hebben geleverd en alles keurig volgens plan hebben aangelegd.
Beplanting
Maar het werk is hiermee natuurlijk pas halverwege. Er moeten nog aarde en planten in. Op vrijdag 20 en zaterdag 21 november gaat de hovenier hiermee aan slag, aan de hand van het beplantingsplan dat we hiervoor opstellen.
De hovenier kan hulp gebruiken. Als er mensen zijn die willen helpen, graag! Meld je dan aan bij [email protected]. We maken een plan hoe we die dagen te werk gaan, alles uiteraard met inachtneming van de corona regels.
inplanting eerste Regentuin 2019
Verder zoeken we nog mensen die één van de regentuinen in beheer willen nemen. Het beheer houdt in dat je de tuin regelmatig controleert, netjes houdt en bewatert bij droogte. Ook hiervoor kun je je aanmelden bij [email protected].
Steenbreektrofee
Als straat zijn we met dit initiatief aangemeld voor de verkiezing van de nationale Steenbreektrofee 2020.
Dit is een prijs bedoeld voor projecten die betrekking hebben op onder meer de bevordering van de biodiversiteit, gezondheid en die een positieve bijdrage leveren aan klimaatadaptatie. Het sociale domein – met als thema “Samen voor meer groen in de buurt” – staat dit jaar centraal.
Op 26 november wordt de winnaar bekend gemaakt en vindt de prijsuitreiking plaats. Wie weet!
Tijdens de vorige Lock-Down probeerde de middelbare school van mijn puberkinderen op creatieve wijze leerlingen aan het werk te zetten door middel van creatieve projecten die ze moesten filmen of fotograferen. Bij iedere opdracht maakte mijn hart een sprongetje. Allemaal superleuk en interessant. Helaas was het animo hiervoor bij mijn kinderen ver te zoeken. Zoals later bleek, waren onderwijsgevenden en ouders te veel bezig met rust, reinheid en regelmaat, terwijl veel jonge mensen wanhopig op zoek waren naar hun eigen ritme.
Indertijd besloot ik al het heft in handen te nemen, mijn kinderen cognitief te stutten en te steunen en tjonge jonge wat heb ik veel bijgeleerd. Ik ben bijgespijkerd over de Engelse Romantiek, heb het essay Great Expectations van Charles Dickens met veel plezier herlezen, en ben weer up to date als het gaat om Young Adult literatuur. Wat betreft dat laatste …. op die leeftijd had ik het gehele oeuvre van Louis Paul Boon al gelezen en aan Simone de Beauvoir gesnuffeld. Ik had me beledigd gevoeld als ik mezelf had moeten behelpen met semi literaire puberproblemen. Behalve als het geschreven was door Astrid Boonstoppel.
Inmiddels heb ik me er maar bij neer gelegd dat ik op mijn zestiende al heel belezen was en deze generatie met pijn en moeite drie boeken per twee jaar op hun literaire conto kan schrijven. Ik vraag me daarbij wel af hoe ze die leesachterstand ooit gaan inhalen maar ik troost me met de gedachte dat zelfs de kinderen van hoogleraar Nederlandse literatuur Yra van Dijk niet lezen.
Een van de leukste opdrachten werd gegeven door de docent Nederlands van mijn dochter. Gevraagd werd om op zoek te gaan naar straatpoëzie en een foto van jezelf bij een gedicht te maken. Mijn dochter en ik bekeken de website en vonden zo allerlei plekken in onze buurt waar gedichten gevonden konden worden. Heel bijzonder want daardoor viel het me voor het eerst op hoeveel gedichten zich bevinden in de openbare ruimte in Middelland.
Ik loop en fiets opeens heel anders door mijn buurt en geniet van deze lyrische momenten die de realiteit even openbreken en zicht geven op een andere dimensie.
Neem het gedicht van voormalig stadsdichter Daniël Dee op de Mathenesserbrug, dat alleen te zien is als de brug opengaat. Niets huiveringwekkender dan een brug die opengaat. Een overweg die in een oogwenk veranderd in een huiveringwekkende bergkam van vele meters hoog. Huiverend fantaseer ik dan hoe het zou zijn als je per ongeluk op het verkeerde moment op de verkeerde plek bent. Hoe troostrijk is het dan om te lezen:
hier ben je aanwezig – daar ga je naartoe op de plaats rust – in weer en wind laat achter wat was – met wensen en hoop tracht niet te denken aan – hoe alles verandert nu doe je het toch – lach naar de toekomst geeft helemaal niets – wat komt weet je nooit maar kom niet te laat – neem gerust de tijd er wordt op je gewacht – er is plaats voor jou het duurt niet lang meer – wacht maar af
(Daniël Dee)
Mooi ook om dit te lezen tijdens de slopende verkiezingsstrijd tussen Trump en Biden, op weg naar de sportschool in de Van Nelle fabriek.
In een mooi artikel in het literaire tijdschrift Tirade poneerde dichter Herman de Coninck in 1980 dat poëzie nergens toe dient en dat dit een verdienste is. Dat de nutteloosheid van poëzie een protest is tegen al wat aan de orde is. Dit is een maatschappij van het hebben, poëzie hoort tot het rijk van het zijn, aldus de Coninck.
Ik moest aan deze woorden denken toen ik de dag na de wrede moord op de Franse leraar Samuel Paty door de Aleidisstraat liep en omhoogkeek, recht in een gedicht van Jules Deelder:
Lotgenoten,
Ons gaan is een komen Ons komen een gaan De zin van het leven is dat we vergaan De wereld van iedereen Niemand de baas Het heden is eeuwig Alles is waar God of Jehova Allah Jahweh De één is de ander De ander de één Ontsteekt uw geweten Kijkt om u heen Het lot dat we delen laat niemand alleen
De Amsterdamse dichter J.C Bloem was domweg gelukkig in de Dapperstraat, en ik op dat moment in de Aleidisstraat.
Dat onze website een bron van informatie vormt voor nieuwe en asprirantbewoners van de straat, weten we uit de vele Nieuwe Buren interviews en de woningbeschrijvingen die makelaars op Funda plaatsen.
Maar ook oud bewoners van de straat weten de website regelmatig te vinden. Uit nostalgie, om een band te houden met hun oude buurtje of om gewoon even een digitaal kijkje te nemen.
Eén daarvan is Johanna Peetoom, geboren Smouter. Ze is 86 jaar oud (!) en voormalig bewoonster van Graaf Florisstraat 23a (tegenover HobokenRotterdam).
Lees haar email uit Canada naar de redactie:
Goede middag,
Ik ben een bewoner van Graaf Florisstraat 23 geweest. Ik ben daar geboren op 11 December 1934 and emigrated to Canada in 1952. My entire family (one boy and six girls) as well as our children born in Canada are stil vitally interested in the place of their parents birth.
Our father ran a fruit and vegetable store on the corner until he emigrated to Canada with his family. “Smouter’s Fruit Blinkt Altijd Uit” was the slogan on the window of the Store.
[…]
I wanted to include this picture. It is of my Mother and I standing in the door opening if our fruit and vegetable store in 1936 approximately. This is the corner of the Graaf Florisstraat and Beatrijstraat I believe.
Hieronder de hele foto. Een kilo Eigenheimers voor 3 cent, 10kg voor 28 cent.
2-jarige Johanna Smouter met haar moeder, GFS 23a
Johanna, bedankt voor de foto! En broer Bill, bedankt voor de hoge resolutie. Het email adres van Johanna is bij de redactie bekend.
In de vorige editie met het artikel ‘Helden’, hees ik onze webmaster en hoofdredacteur Peter op het schild. Maar Peter zou Peter niet zijn als hij vond dat ik het daarbij kon laten. Hij hoeft niet zo nodig in de spotlight te staan. En als die dan toch op hem gericht wordt, dan graag ook op anderen. Vooruit dan maar. En zo is een nieuwe rubriek geboren: Lokale Helden. Met dit keer Bram Dingemanse van Huize Middelland in de spotlight.
Begin dit jaar vierde de Vereniging Ter Bevordering – onze straatvereniging van de Graaf Florisstraat en omliggende straten – het 25-jarig jubileum. Huize Middelland (HM) tikt per 1 januari aanstaande officieel het eerste lustrum aan. Huize Middelland en de straatvereniging van de Graaf Florisstraat; wat hebben die twee nou met elkaar te maken?
Omdat niet alle straatbewoners Huize Middelland zullen kennen, gebruik we deze nieuwe rubriek om daar eens de spotlight op te zetten. Want wie goed kijkt, ziet dat er heel veel lokale helden om ons heen zijn. Dit keer een ode aan Bram Dingemanse, één van de founding fathers van Huize Middelland (samen met een aantal ‘founding mothers’).
bijeenkomst voor het 1e jaar Huize Middelland
Bram
Het is een gure avond eind oktober, als ik Bram op Zoom tref en hij me meeneemt op een reis in woorden – een reis langs de wordingsgeschiedenis van Huize Middelland. Buiten stort het; binnen warm ik me aan zijn gloedvolle betoog.
Bram is een geboren en getogen Zeeuw en woonde 40 jaar van z’n leven in Middelburg. Hij kenmerkt zichzelf als een pionier, goed in het spotten van nieuwe ontwikkelingen. Hij is vooral van het aanjagen; consolideren is niet zozeer zijn kwaliteit.
Vanuit Middelburg maakte Bram met zijn gezin de overstap naar de Krimpenerwaard. Daar was hij basisschooldirecteur van een kleine school en stond er deels ook voor de klas. Dat is goed te merken aan zijn duidelijke, prettige spreekstijl. De onderwijzer is nooit uit Bram verdwenen.
In 2011 streek hij neer in Rotterdam, waar hij teamleider werd bij Thuis in West. Dit is een open project met een kerkelijke bedding, ontstaan na het wegvallen van de christelijk gereformeerde kerk de Coloniastraat. Vanuit de Robert Fruinstraat worden projecten ontwikkeld voor alle bewoners in de wijk, ongeacht levensovertuiging. Vanuit zijn werk voor Thuis in West ontdekte Bram dat er op meer plekken mensen bezig waren met mooie initiatieven in de wijk.
Huis van de Wijk
Fast forward naar 2015. De gemeente Rotterdam kiest een nieuwe lijn in het Rotterdamse welzijnswerk. In elke wijk van 10.000 inwoners of meer, wil de gemeente dat er een Huis van de Wijk voor ontmoeting is of gerealiseerd wordt. Een Huis van de Wijk is vaak een groot, centraal pand in de wijk waar allerlei activiteiten plaatsvinden, meestal in beheer van professionele welzijnsorganisaties. Rotterdam heeft er inmiddels 48.
In de wijk Middelland zijn echter alle grotere overheidspanden al verkocht. Bovendien zijn er al veel verschillende initiatieven in de wijk. Ineke Palm (gebiedscommissie Delfshaven) en Lot Mertens (wijkmanager vanuit de gemeente) hebben een idee. Laten we in Middelland nou geen geld verspillen aan een groot nieuw pand, maar gebruik maken van de kracht die al aanwezig is in de wijk; laten we van de bestaande initiatieven een netwerk maken.
In juni 2015 worden de trekkende krachten achter de initiatieven uit de wijk – vanuit onze vereniging was dat destijds Audrey Coert – uitgenodigd in de Spoortuin. Alle aanwezigen omarmen het idee van Ineke en Lot. Het is het startschot voor de prille samenwerking. Thuis in West loopt dan inmiddels goed. Cees van Breugel gaat leiding geven bij Thuis in West en later ook Marc de Gooijer. Bram werpt zich samen met Marieke Hillen (Wijkpaleis) en Yvette Prinsen (Zorgvrijstaat) op als trekkers van het eerste uur van het nieuwe netwerk. Tijd voor een nieuw avontuur voor Bram.
Ineke Palm (destijds Wijkcomité) bij openingsbijeenkomst Huize Middelland, in aanwezigheid toenmalig wethouder Hugo de Jonge (begin 2016)
Huize Middelland: sociale ruggengraat
En zo gebeurt het dat op 1 januari 2016 Huize Middelland begint als decentraal Huis van de Wijk met middelen van de gemeente voor regie, communicatie en de basisinfrastructuur. De huisvestingslasten van de (meeste) panden worden betaald door de gemeente, waardoor de plekken ontzorgd worden. Die kunnen hun energie steken in activiteiten organiseren, doen waar ze goed in zijn. Dat vertaalt zich in (meer) ontmoeting, cohesie en verbinding binnen de wijk. En dat is nou net het idee achter de Huizen van de Wijk.
In de beginperiode is er veel geïnvesteerd in het opknappen van de verschillende locaties. Dat is nu grotendeels gebeurd. Alleen de Graaf Florisstraat en Oostervant hebben nog een opknapbeurt te gaan en tot nu toe geen beroep gedaan op het potje van Huize Middelland voor dit doel.
Huize Middelland bestaat uit 12 initiatieven, op 14 plekken: de Spoortuin, de Graaf Florisstraat, Zorgvrijstaat, Recreatiecentrum Oostervant, het Wijkpaleis, Werkgroep Jongeren Middelland, Singeldingen, Ettaouhid, Thuis in West, de Oranjerie en het BuurtAtelier en het Dierenlandje. Oostervant beheert ook het sportveldje op het Henegouwerplein. En vanuit de Spoortuin is het prachtige Essenburgpark ontwikkeld.
Singeldingen is helaas dit jaar gestopt omdat de subsidie vanuit de gemeente wegviel. “Het is net een tuin. We bloeien, maar niet allemaal tegelijk,” zegt Bram. De initiatiefnemers van Singeldingen hopen dat de kiosk een nieuwe bestemming krijgt op dezelfde plek. De ideeën daarvoor zijn binnen.
Parallel proces: Mooi Mooier Middelland
Tegelijk met de vorming van Huize Middelland als sociale infrastructuur, doet zich een andere ontwikkeling voor in de wijk, gericht op het verbeteren van de fysieke leefomgeving.
Het begon met de Republiek Middelland, een initiatief uit diverse bewonersorganisaties rond de thematiek aan de ‘s-Gravendijkwal (schone lucht en verminderen van daklozenopvang). Bij de gemeente pleiten ze voor minder opvang voor daklozen en verslaafden in de buurt en afnemen van de verkeersdruk richting Maastunnel.
Republiek Middelland gaat door gedoe ten onder, maar de gemeenteraad heeft dan al besloten zo’n 9 miljoen euro ter beschikking te stellen voor een groter experiment, waar het terugdringen van de daklozen-voorzieningen bij hoort. Inmiddels zijn er 2 van de 5 weg. En zo ontstaat – ook in 2015 – Mooi Mooier Middelland. Een vorm van co-creatie waar burgers, ondernemers en gemeente in verschillende werkgroepen samen plannen maken voor de besteding van middelen van de gemeente. Successen: de herinrichting van het Middellandplein en het Branco van Danzigpark, de herstelde winkelpuien in de Middellandstraat, diverse gevelkunstwerken, mooie festivals. Onze Groene Graaf opereert ook onder de paraplu van een van de werkgroepen (Groen & Duurzaam). En die hebben zeer recent nog 4 extra regentuinen in onze straat aangelegd.
Huize Middelland en Mooi Mooier Middelland zijn samen één groot wijkverbeteringsproces. Geld naar de wijk, voor de wijk, met mensen uit de wijk.
Evaluatie
Hoe kijkt Bram terug op de afgelopen 5 jaar? Hij is trots op wat er is bereikt. Het aantal plekken in Huize Middelland is stabiel gebleven; er is 30% meer aanbod aan activiteiten in de wijk; en qua kosten is het voor de gemeente zelfs 10% goedkoper geworden. De grootste winst is relationeel: mensen verbonden aan de initiatieven hebben elkaar beter leren kennen en doen meer samen. Een voorbeeld: vanuit het jeugdoverleg is het voetbaltoernooi voortgekomen, dat de Werkgroep Jongeren samen met Thuis in West organiseert. In coronatijd hebben we gezien dat er in no time een lokaal ingebed initiatief van de grond kwam, met Delfshaven Helpt. “In samenwerking is het plezierig werken, het werkt aanstekelijk,” aldus Bram.
Samen met Philip Kuypers trekt Bram nu de kar bij Huize Middelland. Sinds 2018 zijn zij de ‘netwerkregisseurs’ die faciliteren en partijen bij elkaar brengen. “Niet top-down.”
Deze vorm van Huis van de Wijk is voor beide partijen interessant. De ‘plekken’ krijgen subsidie en hebben daarmee bestaanszekerheid; de gemeente kan programma’s en opdrachten kwijt.
Geheim van het succes
Het Instituut voor Publieke Waarden heeft in 2018 een avond meegedacht met Huize Middelland. Wat is de winst? Elkaar kennen en vertrouwen. Weten wat je kunt brengen en halen. En: elkaar wat gunnen.
Wat maakt nou dat Huize Middelland zo’n succes is? Voor Bram zit het ‘m erin dat verschillende mensen vanuit verschillende initiatieven werken aan hetzelfde doel: een betere, mooiere, leukere wijk met elkaar maken. Er is geen onderlinge concurrentie. Ieder initiatief bedient een eigen publiek, heeft een eigen karakter en een eigen manier van werken. Er wordt georganiseerd in zelfbeheer, met eigen plekken, die samen een netwerk vormen.
Het netwerk is een los verband, maar is in de afgelopen jaren steeds sterker geworden. “We zijn elkaar gaan leren kennen. Het zijn allemaal mensen met een open, onderzoekende houding.” Door samen dingen te doen, samen te praten over het plein of park om de hoek, leren we elkaar steeds beter kennen. “Maar we hebben ook het geluk dat we goede mensen in de wijk hebben die eraan trekken. Daardoor hebben we plekken met kracht.”
Zeker. We hebben goede mensen op de plekken zelf. Maar niet alleen daar. Zonder bevlogen, betrokken trekkers (of netwerkregisseurs, zo u wilt) was dit alles nooit van de grond gekomen. Zij zijn het die in alle bescheidenheid op de achtergrond de aanjaagfunctie vervullen. De gemeente en de ‘plekken’ die samen Huize Middelland vormen mogen in de handjes knijpen met mensen als Marieke, Yvette, Philip en Bram. Het zijn mensen als zij die de samenwerkingsbereidheid stimuleren.
Net zoals toen hij als basisschooldirecteur van de dorpsschool gedeeltelijk ook zelf voor de klas stond, zo is hij nu als netwerkregisseur ook actief binnen dat netwerk. Bij Oostervant geven ze tegenwoordig taalles met sport. Het is een dubbele activering: gezondheid en taal. “Met een hoge opkomst, 85%! Dat halen gewone taalbureaus niet.” Bram is daar de taaldocent. Met zichtbaar plezier. Het is aanstekelijk en meeslepend. Hij is het geheime ingrediënt in dit succesverhaal. Bram: onze lokale held van Huize Middelland.
This message is only visible to site admins Problem displaying Facebook posts. Backup cache in use.
Error: Error validating access token: The session has been invalidated because the user changed their password or Facebook has changed the session for security reasons. Type: OAuthException
Door de lockdown moeten veel ouders thuiswerken en daarnaast ook de kinderen lesgeven. Dat levert nog wel eens problemen op. Deze Rotterdamse ouders zijn daarom in dit buurthuis zelf een mini-school begonnen.